Hoofdstuk 23.

86 10 0
                                    

[Ashley]

"Dus het is nu klaar?" Ik haal mijn schouders op en roer wat door mijn thee. Samen met Melda, ben ik naar Amsterdam gegaan en hebben we een terras gepakt. Ik heb haar verteld over Jason en mij.

"Ik weet het niet Melda," zucht ik en stop met roeren in mijn thee. "Hij heeft er spijt van en dat weet ik, maar ik weet niet of ik hem kan vertrouwen."

Ze knikt instemmend en pakt mijn hand vast. "Het komt goed, oké?" fluistert ze.

Ik onderdruk een grijns en knik. Meestal ben ik degene die zegt dat alles goed komt.

"Ga je naar hem toe?" Ik knik en neem een nipje van mijn thee, die nog heet is.

"Ik denk dat ik hem eind deze week ga bellen en dat we dan buiten de stad afspreken."

Melda knikt en glimlacht naar de ober van het restaurantje waar we zitten. "Je kwijlt," zeg ik en zie Melda blozen.

"Ik heb hem lang niet gezien, Ash." Ik knik en draai me om naar Melda's vriend. Hij werkt hier sinds kort en heeft het altijd leuk gevonden om in de horeca te werken.

"Ik kom zo," zegt hij snel als hij langs loopt en ik glimlach, net als Melda.

**

Met mijn telefoon in mijn handen zit ik thuis. Ik ben na een paar overnachtingen in een hotel, toch maar weer terug gekomen naar huis.

Van de buren heb ik gehoord dat Jason hier een paar keer heeft langs gereden en zelfs is uitgestapt, wat me woedend maakt. Ik had tegen hem gezegd, dat ik zelf contact met hem zou opzoeken.

"Ga je hem nu bellen?" Melda staat voor me met een glas water en ik schud mijn hoofd.

Even had Melda me overgehaald om vandaag te bellen, maar na wat ik heb gehoord van de buren, heb ik het gelijk uit mijn hoofd gehaald.

"Ashley. Bel hem." Ik kijk naar Melda en schud mijn hoofd.

"Nee," spuw ik en drink een slok van mijn water.

"Hij wilde je zien, Ashley. Het is een teken dat hij je mist," Melda fluistert bijna.

"Dat boeit me geen ene flikker. Ik zou als eerst contact opnemen niet hij." Ik sla mijn benen over elkaar en knars met mijn tanden. Ik weet dat Melda dat een irritant geluid vind.

"Ashley, stop! Stop met het knarsen van je tanden en het opkroppen van je gevoelens. Je verdomde gevoelens voor Jason!" schreeuwt Melda en ik schrik. Melda schreeuwt, nooit, helemaal nooit.

Even moet ik lachen om de sensatie tussen ons.

"Ik weet niks over hem Melda, helemaal niks." Ik slik even en bijt op mijn wang. "Hij was opeens op onze school, omdat hij me vertrouwen moest winnen. Ik ben over niks meer zeker. Niet eens over zijn naam en leeftijd. Godverdomme!"

Er loopt een traan over mijn wang en ik schok. "Ik weet niks meer zeker, Melda."

Tranen vloeien over mijn wangen naar beneden en raken mijn blote benen, binnen vijf seconden. Nog steeds heb ik Jason's trui aan. Ik mis zijn aanwezigheid. Ik mis hem, maar ik haat hem ook.

"Ash," fluistert Melda en drukt een tissue in mijn handen.

"Veeg je tranen dan gaan we even een frisse neus halen." Ik knik en droog mijn tranen af.

**

Jason's trui heb ik ingewisseld voor de mijne en ik heb een lange jeans aangetrokken. Mijn haren heb ik los over mijn schouder hangen en ik heb plamuur lagen make-up op, om mijn wallen en rode vlekken te verbergen.

Het gras glijdt onder mijn schoenen en het lijkt alsof mijn neus opnieuw open is gegaan.

"Prachtig weer is het," zeg ik met een glimlach en buk neer bij een paardenbloem. Ik pluk hem en zie dat Melda me met een glimlach aankijkt. Haar haarlokken waaien alle kanten op en ik lach even.

"Wat?" vraagt ze en ik schud mijn hoofd.

"Niks." Ze knikt en verbergt haar handen in de zakken, van haar vest.

"Doe een wens en blaas alle blaadjes weg."

Ik knik en doe een wens. Ik wens dat alles weer zoals vroeger was, een paar maanden geleden. Ik blaas de blaadjes weg en glimlach.

"Gedaan."

[Jason]

Met een emotieloze blik kijk ik naar mijn telefoon, die maar één keer is afgegaan deze week. Floris had me één keer gebeld over het gedoe van Ashley's moeder. Natuurlijk heb ik hem in grote lijnen verteld, wat er aan de hand is, maar de details heb ik weg gelaten.

Ik druk mijn kussen tegen mijn borst aan en ruik de geur van kaneel.

"Jason?" Ik kijk naar de andere kant van mijn kamer en zie mijn vader staan. Hij heeft een mega kater en rond zijn ogen zitten zwarte kringen.

"Ja."

Ik draai me om zodat ik helemaal naar hem kijk en zie dat hij wat glimlacht. Zijn tanden lijken nog geler en krommer te staan dan gisteren en ik slik, mijn braakneigingen weg.

Dit is mijn vader. Deze man heeft er voor gezorgd dat ik hier sta. Een rilling loopt over mijn rug, naar mijn benen en ik maak een gebaar naar mijn vader dat hij mag praten.

"Er ligt ontbijt beneden. Ik heb het zelf niet klaar gemaakt, maar Yolanda."

Ik knik en ga weer in bed liggen. Gister ben ik achter iedereens naam gekomen en ben ik te weten gekomen dat ze altijd hier blijven en zich klem zuipen, tot vroeg in de ochtend.

"Ik kom er zo aan. Ik moet me nog even opfrissen." Mijn stem klinkt vermoeid en ik hoor de deur sluiten.

Het verbaasd me dat mijn vader me nog ontbijt komt vragen. Normaal laat hij me verhongeren tot ik smeek om eten.

Mijn telefoon trilt onder mijn kussen en kreun. Wie belt er om vijf uur 's middags? Shit. Als ik zie wie het is, slik ik en neem met een dubbelgevoel op.

This Time It's DifferentWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu