Roan en Tim hebben hun hand nog omhoog, Teun, Svenno, David, Roxanne en het broertje van Lara niet. "Ik tel vijf angsthazen. Waar zijn jullie bang voor? Dat de draak jullie opeet?" vraag ik. "Ja." zegt het broertje van Lara. De rest zwijgt. Roan gaat het eerst, raakt op zijn gemakt de schat aan. De draak komt naar hem toe, maar hij blijft staan. En dan gaat de draak weer weg. Dan doet Tim hetzelfde en weer gebeurt niets. "Wie volgt?" vraag ik. Er volgen geen handen. Dan gaan René en Ivar. Dan durft Teun wel. En ook bij hem gebeurt niets. Wat logisch is, aangezien het een machinale draak is. Nu durft David toch ook. Als bij hem niks gebeurt, gaan Roxanne en Svenno ook. Nu nog het broertje van Lara. Lara en ik hebben de oplossing: "Als we nu met z'n drieën gaan? Dan kunnen wij jou beschermen.". "Dan wil ik het wel proberen." zegt het broertje van Lara. Met z'n drieën gaan we naar de draak, een paar mensen kijken ons vreemd aan, maar daar trekken wij ons niets van aan. Het broertje van Lara raakt de schat aan en de draak komt op hem af. Hij wil weglopen, maar moet blijven staan. Dan gaat de draak weer weg. Daarna lopen we weer weg. "En was het eng?" vraag ik. "Nee. Eigenlijk niet." zegt het broertje van Lara. Dan lopen we verder. "Hé, Hans en Grietje." roept het broertje van Lara. Hij heeft helemaal gelijk. Het volgende herkenningspunt is Ezeltje Strekje. Dan komen we bij een mooi plein uit. Er is wel een winkeltje, maar daar verkopen ze geen panini's. "Zou die bal echt van goud zijn?" vraagt Lara. Na het plein gaan we onder een poort door en meteen naar links. "Die wachters zijn gaaf. Wil je daar een foto van maken met je telefoon?" hoor ik Roan's stem. "Waar gaan we nu naar toe?" vraagt Roxanne die niet zoveel om die wachters lijkt te geven. "Tuurlijk zet ik ze voor je op de foto Roan. We gaan naar de Indische Waterlelies Roxanne." antwoord ik mijn broertje en zusje. "Stuur ze ook effe naar mij door." zegt Tim. "Nee." antwoord ik kortaf. Tim en Roan kijken mij verbaasd aan. Waarom zou ik die foto's niet naar Tim willen doorsturen? "Je mag het ook wel vriendelijk aan Peter vragen." zegt Teun. "Dat is een punt voor Teun. Ik ben niet je slaafje die je kan commanderen Tim." zeg ik. "Sorry. Zou je ze ook naar mij willen doorsturen?" vraagt Tim. "Tuurlijk. Geen probleem." antwoord ik. De verbaasde blikken zijn weg. Dan lopen we naar binnen. De show begint net. Een stem vertelt een verhaal over sterren die op de vijver dansen en omdat ze niet terug aan de hemel wilden in waterlelies zijn verandert. 's Nachts als de maan schijnt dansen ze als elfjes op de vijver om 's ochtends weer te veranderen in waterlelies. Mooi sprookje. Ken het nog niet. Toch eens uitzoeken wie het sprookje geschreven heeft: Andersen of Grimm. Als we buitekomen vervolgen we de route. We komen bij een slapende reus uit met een kleine jongen. Als ik vraag welk sprookje dit is volgen er weinig vingers. Blijkbaar moet er wat meer aandacht aan sprookjes besteed worden. Ik verklap het antwoord maar. "Dit is klein duimpje." En ook nu blijven de reacties uit. Dan maar verder. Repelsteeltje ga ik maar niet eens vragen. "Waarom staat die meneer aan de deur te luisteren? Dat is toch niet netjes." zegt Roxanne. "Dat is de enige manier om de naam van de meneer in het huisje te achterhalen. Ik zal thuis het sprookje van Repelsteeltje wel een keer vertellen." antwoord ik. "Dan wel waar ik ook bij ben." zegt Svenno meteen. "Als we weer een keer een weekend met z'n allen bij elkaar zijn, dan zal ik wel wat sprookjes gaan vertellen." antwoord ik. "Sorry Ivar, maar met jou kan ik geen rekening houden." zeg ik. "Plan maar een sprookjesweekend en ik zorg wel dat ik kom logeren." zegt Ivar. We komen langs een kasteel, maar hebben geen zin om naar binnen te gaan. We lopen verder. Dan komen we bij een gebouw met allerlei ramen met luiken en tussen twee luiken in, lopen twee draden. We besluiten even te wachten of er iets gebeurd. En er gebeurt ook iets. Er komt een pop op een tapijt voorbij. Wel interessant en we blijven kijken. Op een gegeven moment begint hij op zijn fluit te spelen en de tulpen komen omhoog. Dat sprookje ken ik nog niet. Moet ik thuis maar eens opzoeken. Daarna lopen we verder. Dan komen we bij de keuze of naar rechts onder een poortje door of rechtdoor. We kiezen voor het poortje. Het heeft een Chinese uitstraling. We lopen verder. Binnen wordt een verhaal verteld over een nachtegaal en een keizer. Als we weer buiten komen blijken we bij het einde van het sprookjesbos te zijn. Als we door de uitgang lopen herken ik meteen waar we zijn. Tegenover ons is het Witte Paard, een restaurant, en langs ons is een winkel. Ik stel voor dat we naar Droomvlucht lopen, in het restaurant daar hebben ze Panini's. Ik vraag wel wat ze willen: eerst nog in de Droomvlucht of meteen naar het restaurant. Iedereen heeft honger, dus gaan we direct naar de Gulden Gaarde. Komen we daar binnen, zien we mama en de ouders van Ivar zitten, samen met Dennis. "Waar is de rest?" vraag ik. "Die hadden meer zin in pannenkoeken, dus die zijn naar Polle's Keuken." zegt mama. "Komen jullie hier om te eten?" vraagt Dennis. "Ja. We hebben net het sprookjesbos gehad, dus wordt het tijd om te gaan eten." antwoord ik. "Dan loop ik even mee en reken ik meteen af." zegt mama. Dus we lopen naar de kassa. We geven onze bestelling door en mama betaald. We mogen wel gaan zitten, ze brengen het eten wel als het klaar is. "Wat moet ik per se gezien hebben voor we naar huis gaan?" vraagt Dennis. "Villa Volta" roepen we in koor. "Dat is wel heel duidelijk. En wie wil er met mij mee als jullie klaar zijn met eten?" reageert Dennis. Alle vingers gaan de lucht in. Ondertussen worden de eerste panini's gebracht. Ze kunnen er maar 2 tegelijk opwarmen. Het duurt een tijd, maar uiteindelijk heeft iedereen op z'n gemak de panini's opgegeten. Dan gaan we met Dennis en mama naar Villa Volta. De ouders van Ivar gaan niet mee. Die wachten wel tot we terugkomen en dan gaan we met z'n allen in Droomvlucht.
JE LEEST
Liefde op het eerste gezicht
General FictionPeter zit sinds een paar maanden op een nieuwe school en wordt daar gepest. Hij vertelt zijn verhaal over het pesten, maar ook wat er daarna gebeurd. Er gebeuren ook positieve dingen. En er ontstaan onverwachte vriendschappen.