Hoofdstuk 18

110 4 0
                                    

{ Daan }

Vandaag ga ik verhuizen. Het is alweer 6 weken later en het waren leuke weken. Ik heb vaak met Dewi gebeld om erover te praten. Misschien wil ze me nog een kans geven, dus ik probeer zoveel mogelijk bij haar in de buurt te komen. Niet omdat zij dat fijner vind, maar misschien maak ik zo wel meer kans. Maar ik hoorde ook dat ik in de zelfde straat ga wonen waar Max woont. Dus ik zal hun wel vaak tegen komen.

'We gaan.' bromt pap. Ik knik en stap de auto in. Ik pak mijn telefoon en oortjes tevoorschijn en doe ze in mijn oren en ik luister aandachtig naar de muziek. Hoe lang zal ik wel niet moeten reizen? 4 uren ofzo? Nouja, ieder geval lang.

Opeens belt iemand me. Ik doe mijn muziek uit en trek mijn oortjes uit mijn oren. Dan neem ik op.

'Met Daan,' zeg ik. 'Met wie spreek ik?'

'Dewi. Hey, eh, Daan. Ik weet dat je nu onderweg bent, dus sorry dat ik nu bel.'

'Geeft niks,' zeg ik. 'Maar wat is er?'

'Ik wilde even tegen je zeggen dat ik van je hou en als ik je een kans geef dat het niet meteen betekend dat ik gelijk vertrouwen in je heb. Dan moeten we het rustig opbouwen.'

'Ja dat snap ik.' zeg ik.

'Mooizo,' lacht ze. 'Waar zijn jullie nu?'

'Eh, even vragen,' zeg ik en ik vraag het aan mijn vader. Hij mompelt wat. 'We zijn net uit Brabant.'

'Oké. Kan ik je vandaag zien?'

'Ja denk het wel.'

'Leuk. Nou, ik spreek je nog wel eens. Een fijne reis nog gewenst.'

'Dank je.' En ze hangt op. Het is eigenlijk best wel raar dat ze nu ineens weer met me wil. Nouja, misschien dan.

Ik stop mijn oortjes weer in mijn oren en luister naar de muziek. Wat zal mama wel balen dat ik nu heel ver weg woon. Ik mis haar ook wel. Soms dan. Ze vraagt altijd hoe het met me gaat en dat doet papa nooit. Papa is nooit bezorgd om me. Behalve als ik midden in de nacht op een station sta.

'Daan,' hoor ik mijn stiefmoedet zeggen. 'We zijn er bijna. We nemen nog even een stop. Je kan gerust blijven zitten we komen zo terug.' Ik knik en richt me weer op de muziek. Het voelt alsof ik super lang onderweg ben maar we zijn nog maar drie uren weg. Dat komt door de file en de stops die we nemen. Anders waren we er al lang.

{ Dewi }

Ik ben bij Max thuis. Zijn vader is steeds boos op hem omdat hij hulp heeft ingeschakeld. Hij heeft op internet hele goeie tips gevonden en dat gaan we ook uit proberen. Maar niet vandaag. Vandaag word het super leuk omdat Daan hier komt wonen! En het is ook nog wel zondag. Dus dat betekend dat hij morgen al naar school moet. Ik heb hem beloofd dat ik hem niet ga buiten sluiten.

'Sorry van mijn vader trouwens.' zucht Max. Ik kan echt aan hem zien dat hij het moeilijk heeft. Logisch. Zijn vader houd helemaal niet van hulp en bezoek. Laat staan hulp om niet meer te roken. Zijn vader kan het niks boeien.

'Het geeft niet.' stel ik hem gerust. Hij knikt dankbaar en bekijkt zijn schoenen. Ik zucht en ga naast hem zitten.

'Je zit er echt mee, hè?' zeg ik. Max knikt.

'Wat moet ik anders? Doen alsof het me niet boeit? Mijn moeder is al overleden en als mijn vader ook nog overleid dan kan ik niks meer.'

'Tuurlijk wel. Je hebt mij.'

'Ja dus? Moet ik alleen leven voor jou? Ik wil ook wel een baan kunnen vinden, een gezin opbouwen en oud worden. Maar zonder ouders gaat dat moeilijk.'

'Je bent altijd welkom bij ons. Altijd.'

'Dat is lief, maar mijn vader boeit het gewoon niks terwel hij misschien wel dood kan gaan. Zal hij niet vechten voor me?' Ik haal mijn schouders op. Natuurlijk hoop ik dat voor hem. Maar ik kan hem niks beloven. Zijn vader en hij hebben geen goeie band. Dus ik heb geen idee!

'Misschien kun je proberen een band met hem op te bouwen?'

'Hoe doe je dat ooit met een vader die niks leuks vind?'

'Je vader vind vast wel iets leuks. Vissen ofzo. Of misschien wel voetbal. Of juist een andere sport! Ik heb geen idee. Vraagt het hem gewoon.'

'Okè, ik zal het proberen. Dank je' glimlacht Max. Hèhè daar is Max weer. De vrolijke Max.

'Maareh, wanneer komt Daan?' Ik haal mijn schouders op. Ik heb werkelijk geen idee. Hij kan elk moment aankomen.

'Ik denk over een paar uren.' Max knikt en kijkt me aan. Het is best raar. 6 weken geleden wilde ik niks met Daan te maken hebben en nu vind ik het juist leuk dat hij hier komt wonen.

'Mijn telefoon gaat af.' zeg ik als mijn telefoon begint te trillen. Ik pak hem en bekijk wie het is. Daan. Snel neem ik op.

'Hey Daan. Hoe ver zijn jullie?'

'We zijn eral. Waar ben jij?'

'Ik ben bij Max thuis.' mompel ik.

'Kom je zometeen?'

'Ja hoe laat?'

'5 uur?'

'Isgoed. Ik zie je dan' en ik hang op. Het is nu kwart voor 5 dus over een kwartier moet ik weg.

'Wie was dat?' vraagt Max.

'Daan. Hij is al aangekomen dus ik ga over een kwartier weg, goed?' Max knikt somber.

'Max, wat is er? Vind je het erg dat ik wegga?'

'Nee maar ik hoop gewoon niet dat je alleen maar met hem omgaat.'

'Dat gebeurd niet, dat beloof ik. Jij staat altijd op de eerste plaats. En ik heb geen eens verkering met Daan. Dat moeten we nog langzaam opbouwen.'

'Oké.' zegt Max. Ik glimlach kort naar hem en dan bekijk ik de klok. Zal ik al nu weggaan? Ik heb geen zin om hier te blijven want we zeggen toch niks tegen elkaar.

'Max ik moet weg. Tot morgen' Hij knikt en ik ren naar beneden. Zijn vader zit weer voor de tv te roken. Zoals altijd.

Ik skate naar Daan's huis. Ik weet niet precies waar het is maar dat zie ik wel.

Ik sta voor een huis dat leeg is. Zal Daan daarin wonen? Ik denk het niet. Zijn ouders zijn best wel netjes en willen alles zo snel mogelijk klaar hebben. Ik denk dat ze gewoon in een huis wonen die al ingericht is.

Dan schiet er me iets te binnen. Daan Whatsappte me laatst dat hij op nummer 16 ging wonen. Shit, daar ben ik allang voorbij! Snel ren ik er na toe en bel ik aan.

The Skate GirlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu