Hoofdstuk 33

78 3 2
                                    

{ Dewi }

'Ik herinner het me weer.' zegt Daan met een kleine glimlach. Hij is eindelijk weer wakker en hij herkent me weer! Het duurde een tijdje, maar dat is het zeker waard. Als Daan helemaal hersteld is kan ik hem misschien alles uitleggen. Maar dat zal ik dan wel eerst moeten overleggen met de arts.

'Daan,' de moeder van Daan komt binnen gewandeld. Ze ziet er goed uit. Geen wallen ofzo. Volgensmij heb ik de grootste wallen in de wereld, ik heb al niet meer geslapen sinds Daan in het ziekenhuis ligt.

'Oh wat ben ik blij dat het weer goed met je gaat!' Ze pakt zijn hand vast. Ik zucht en kijk Daan ook aan. Hij sluit zijn ogen weer.

'Hoe lang is hij wakker geweest?' vraagt ze.

'Uh, nog maar net. Hij herkende me eerst niet maar toen ik mijn naam vertelde wel.' zeg ik met een glimlach. Ik ben zo blij dat hij er misschien wel weer boven op komt. Gelukkig heeft de dokter de stekker er niet uit getrokken!

'Oké, ik ga even een cadeautje voor hem halen. Ben zo weer terug' Ik knik en ze loopt het ziekenhuis uit.

'Ik moet zo ook gaan.' mompelt Max.

'Waar moet je dan heen?' vraag ik nieuwsgierig. Niet dat ik hem niet laat gaan, alleen hij is altijd bij me en nu moet hij ineens weg.

'Ik heb afgesproken met iemand.' antwoord Max mysterieus.

'Max, waarom doe je ineens zo raar? Vertel me gewoon wat je gaat doen.'

'Dat zeg ik toch!' snauwt Max. 'Ik ga gewoon met iemand afspreken.'

'Goed, rot maar op! Ik weet heus wel dat je iets gaat doen wat ik niet leuk vind.'

Hij zucht en staat op. Langzaam loopt hij het ziekenhuis uit. Ik kruip lekker tegen Daan aan en sla mijn armen om hem heen.

{ Daan }

'Loser dat je bent! Je verdiend haar niet.' zegt Noah met een gemene lach. Dewi lacht mee en samen lopen ze hand in hand naar het huis van Noah. Ik zit op een bankje, helemaal alleen. Hoe moet ik toch zonder Dewi leven?

Ik schrik wakker van mijn nachtmerrie. Godver, alweer over dat meisje. Dewi van Bommel heette ze.

'Daan,' glimlacht Dewi naar me. Ik kijk haar aan. Onze gezichten komen dichter bij elkaar en opeens voel ik haar lippen op de mijne. Dit voelt zo fijn, alsof ik dit al maanden heb gedaan.

'Lieverd.' zegt een onbekende vrouw die binnen komt wandelen.

'Hij herkent me! We hebben gewoon weer gezoend.' zegt Dewi trots tegen die vrouw. De vrouw gaat op de stoel naast mijn bed zitten. Ze overhandigt me een cadeau.

'Maak hem naar open.' zegt ze met een brede glimlach. Ik scheur hem open en ik zie een flesje met parfum.

'Van Hugo Boss, lekker duur maar achja. Jij bent uit je coma ontwaakt, dus dit heb je wel verdiend.'

'Sorry, maar wie bent uw?' vraag ik aan de vrouw. Ze komt me helemaal niet bekend voor. Ik snap ook niet wat ze hier doet.

'Herken je me niet meer?' Haar stem slaat over.

'Niet dat ik me kan herinneren. Als uw gewoon verteld wie uw bent, kom ik er misschien achter. Dat had ik ook met Dewi.' Ze knikt.

'Ik ben je moeder,' mompelt ze. 'Je was in coma geraakt en ik woonde in Breda. Je was weggegaan bij mij een woonde bij je vader in Groningen. Ik ben hier gelijk naar toe gekomen voor jou. Ookal hadden we ruzie.' Ik kan me helemaal niks herinneren. Toen Dewi zei dat ze mijn vriendin was, schoot alles weer naar binnen. Maar nu niet.

'Sorry, maar ik herken uw niet.' zeg ik. Ze slaat haar ogen neer en loopt weg. Mijn moeder? Ik kan me daar niks meer van herinneren.

'Ze is huilend weg gegaan. Het is jouw schuld ook niet, maar de mijne.' zegt Dewi met een somber gezicht.

'Wat bedoel je?' vraag ik aan haar. Ze zucht en haalt diep adem.

'Jij had ruzie met Noah om mij. Ik had Noah verteld dat jij mij in het verleden pijn hebt gedaan. Hij kwam naar jou toe en stak een mes in je rug.' Alles komt weer naar boven. Nu weet ik het weer! Ik wachtte op Dewi bij haar thuis. Ik weer weer wie mijn moeder is, mijn vader, mijn stiefmoeder..

'Ik herinner me alles weer!' zeg ik blij. 'Maar Dewi, het is jouw schuld niet. Ik kom er wel weer boven op.' Ze gaat op mijn schoot zitten en er rollen tranen naar beneden. Ik haal ze weg met mijn duim en geef haar een kus.

'Ik ben zo'n slecht persoon, jij had me pijn gedaan omdat je vreemd bent gegaan met Anouk, maar dat van mij is duizend keer erger. Je ligt hier, door mij. Ik had kunnen ingrijpen, mama kunnen bellen, of naar de buren gaan. Maar ik deed het niet.' Ze begint nu nog harder te huilen. Ik trek haar mee en ze komt naast me liggen. Ik nestel lekker tegen haar aan en sla een arm om haar heen.

'Onthoud 1 ding, ik hou van je. Hoeveel fouten je ook maakt, toch blijf ik van je houden. Dewi, het is jouw schuld niet maar die van Noah. Je hebt hem de waarheid verteld en ik kon het weten. Ik wil je niet kwijt.'

'Je bent te lief voor me.' zegt Dewi met een kleine glimlach.

'Ik hou van je.' zeg ik tegen haar.

'Ik ook van jou.' glimlacht ze.

The Skate GirlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu