Hoofdstuk 36

105 3 1
                                    

{ Dewi }

Het weekendje is voorbij. Ik vond het heel moeilijk om hem los te laten, maar we hebben het al zovaak geoefend. Ohja, en van Max heb ik nog steeds niks gehoord. Soms komt hij even thuis en doet hij alsof alles weer normaal is, maar dat is het niet. Hij spookt iets uit en ik wil weten wat.

'Mam, ik ga Daan ophalen van het station.' roep ik door de huiskamer.

'Isgoed, doe je wel voorzichtig?' Ik knik en pak mijn jas en fiets weg. Ik ga Daan helemaal plat knuffelen als hij de trein uitstapt.

De trein stopt maar ik zie geen Daan die uit de trein komt. Waar blijft hij toch?

'Boe!' schreeuwt iemand. Ik schrik me rot en draai me om. Jahoor, daar staat hij dan. Ik omhels hem en hij plet me bijna.

'Ik krijg geen lucht.' lach ik. Hij lacht ook en laat me los.

'Ik heb je zo gemist.' mompelt hij.

'Ik jou ook' zeg ik. We pakken onze fietsen en fietsen richting mijn huis.

'Hoe was het eigenlijk bij je moeder?' vraag ik als we bij mijn huis zijn aangekomen.

'Het was verschrikkelijk,' begint hij. 'We hadden steeds ruzie en ze zeurde maar dat ik niet overal naar toe mocht, omdat ik te zwak was. Nou, ik was er al snel klaar mee en wist gelijk alweer waarom ik naar mijn vader bent toe gegaan.'

'Heeft je vader het trouwens ook nog uitgemaakt met je stiefmoeder?' vraag ik. Daan knikt.

'Gelukkig wel' lacht hij. 'Zullen we naar mijn huis gaan?' Ik knik en al snel staan we al voor zijn huis.

'Hey jongen.' lacht zijn vader. Hij ziet er een stuk beter uit dan de vorige keer. Vast omdat dat rotwijf eindelijk weg is.

'Hoi pap.' mompelt Daan terug.

'Hoe was het bij mam?' Zijn vader toont eindelijk eens bezorgdheid. Dat deed hij nooit, vertelde Daan me altijd.

'Ik snap nu weer waarom ik naar jou ben toe gegaan. We hadden steeds weer ruzie.' antwoordt Daan.

'Tsja, je mag hier gewoon blijven wonen hoor, geen probleem.' Daan glimlacht en dan laat hij ons binnen. Ik hang netjes mijn jas op en doe mijn schoenen uit.

Daan en ik rennen samen naar boven en we gaan in het werk kamertje zitten van zijn vader.

'Ik ben echt blij dat je hier blijft wonen.' zeg ik na een tijdje stilte.

'Ik ook.' glimlacht Daan.

We typen van alles in over hoe lang je in een cel moet blijven als je iemand bijna hebt vermoord, maar we kunnen niets goeds vinden.

'Ik geef het op,' zucht Daan na een lange tijd. 'Ze zullen Noah vast wel aanpakken.' Ik knik en dan gaat Daan's telefoon af. Misschien is dat de politie wel. We hebben Daan's telefoonnummer gegeven voor een noodgeval.

'Met Daan,' zegt Daan rustig. 'Ja klopt.' Ik ga kapot van nieuwsgierig heid. Wie is het en waar gaat het over?

Na een tijdje drukt Daan zijn telefoon uit. Ik wacht tot dat hij iets zegt.

'Dat was de politie,' begint hij. 'Ze zeiden dat Noah uit onze buurt moest blijven en dat hij strafwerk kreeg, als dat niet goed gaat moet hij een halfjaar de cel in.' Ik haal weer normaal adem.

'Godzijdank!' zeg ik juichend. 'Van hem zijn we af.' Daan knikt lachend.

'Nu kan niemand onze relatie meer breken.' zegt hij. Ik knik. Maar mijn telefoon gaat af. Ik neem op.

'Met Dewi van Bommel,' zeg ik. 'Met wie spreek ik?'

'Met Max.' zegt Max. Wat moet hij van me? Eerst zegt hij niks en nu heeft hij me zeker weer nodig.

'Wat moet je van me?' vraag ik bot.

'Sorry dat ik niks van me heb laten horen, maar daar heb ik een goeie redenen voor.' mompelt hij aan de andere kant van de lijn. Ik hoor gezucht.

'Mijn tante lag plotseling in het ziekenhuis. Ze had een ernstige voedselvergiftiging. Ze vroeg of ik veel bij haar wilde blijven, en dat deed ik. Ik wilde niks zeggen omdat jij al genoeg aan je hoofd had.' Nu snap ik het!

'Oh Max, als je dat gewoon gezegd had was er niks gebeurd.' lach ik.

'Weet ik, maar jij had al zoveel aan je hoofd en ik wilde niet dat je weer problemen had.'

'Dat is lief, dankje,' lach ik. 'Het is al goed.'

'Oké, ik spreek je snel. Doei' En hij hangt op. Ik kijk Daan aan en hij kijkt mij aan.

'Je bent zo mooi.' glimlacht Daan naar me. Ik voel dat mijn wangen rood kleuren.

'Niet verlegen zijn,' zegt hij. 'Het is gewoon de waarheid. Elke jongen op onze school kijkt naar je.'

'Dat is niet waar' lach ik.

'Wel' gaat Daan tegen me in.

'Niet.' lach ik.

'Wel.' Daan houd vol.

'Nee, punt uit.' lach ik.

'Geef maar toe dat ik gelijk heb, of je krijgt de kieteldood.' daagt Daan me uit. Maar ik geef niet zomaar op.

'Nee.' zeg ik beslist. Daan zijn stoel schuift hij naast de mijne en begint in mijn buik te kietelen.

'Daan, stop!' lach ik.

'Zeg maar dat ik gelijk heb, of ik ga door.' lacht Daan.

'Nee. Ik heb gelijk.' lach ik. Hij blijft maar door met kietelen. Ik probeer me in te houden, maar het lukt niet. Ik ren weg naar de badkamer en doe hem op slot.

'Daan?' roept zijn vader. 'Gaat alles goed?' Daan begint te lachen.

'Jahoor pap.' antwoordt hij lachend.

'Dewi, kom de badkamer uit.' zegt Daan.

'Ik ga de badkamer pas uit als jij zegt dat ik gelijk heb.' daag ik hem uit.

'Oké,' zegt Daan serieus. 'Je hebt gelijk.'

'Mooi' lach ik. Ik draai het slot open en doe de deur open. Daan gaat in de deuropening staan en begint me weer te kietelen.

'Dewi,' zegt hij. 'Wil je me alsjeblieft beloven dat je mooi bent, wat erook gebeurd? Ookal gaan we ooit uit elkaar, of hebben we flinke ruzie, je blijft knap, oké? Wees alsjeblieft niet zo onzeker want dat is nergens voor nodig.'

'Daan hou op met lief zijn.' lach ik.

'Als jij me beloofd dat je jezelf altijd mooi blijft vinden.' gaat Daan tegen me in.

'Dat kan niet, iedereen is wel eens onzeker.'

'Beloof het me.' mompelt Daan. Ik knik.

'Ik ga me best doen.' Daan omhelst me en plaatst een kus in mijn haren.

'Zo wil ik het horen.' glimlacht hij.

'Ik hou van je.' zeg ik.

'Ik ook van jou.' zegt Daan.

{ Dit is dan het einde van The Skate Girl! Zo ontzettend bedankt dat jullie zoveel hebben gestemd, dat betekend veel voor me. Als jullie een deel 2 willen, zet dat dan even in de reacties x }

The Skate GirlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu