Hoofdstuk 32

67 3 2
                                    

{ Dewi }

Vandaag is het dan zo ver. Het is 3 weken later en ze hebben een beslissing genomen. Als Daan vandaag niet wakker word, halen ze de stekker eruit. Ik heb nog hoop en ik geloof in hem. Max heeft me enorm gesteund en haalde alle positieve dingen er naar buiten.

'Mevrouw van Bommel, kan ik uw even onder vier ogen spreken?' zegt een dokter als hij binnen komt wandelen. Ik knik en loop met hem mee de gang op.

'Zoals uw weet is dit de laatste dag.' Ik knik.

'We hebben de laatste onderzoeken afgerond en het blijkt dus dat Daan binnen kort kan ontwaken uit zijn coma. Maar het kan ook zo zijn dat het 1 dag duurt, of 1 week, of 1 maand of jaren zelfs. Dat kunnen we helaas niet zeggen.'

'Maar dat betekend dus dat er hoop is?'

'Ja. We gaan de stekker er vandaag nog niet uithalen. We bespreken met de moeder van Daan welke datum.' Ik knik en dan loop ik zijn kamer weer in. Ik blijf bij hem tot dat hij ontwaakt uit zijn coma.

'En?' zegt Max. 'Wat zei hij?'

'Er is nog hoop, ze denken dat hij binnenkort uit zijn coma ontwaakt dus ze halen vandaag de stekker er nog niet uit.' Er verschijnt een kleine glimlach op mijn gezicht.

'Dus dat betekend dat hij elk moment wakker kan worden?' vraagt Max. Ik knik.

'Dat is nog eens goed nieuws.' glimlacht Max.

'Ja ik ben ook heel blij! Alleen, straks is alle hoop voor niks geweest.'

'Dewi, wat zeg ik nou elke keer? Positief blijven. Daan gaat ontwaken uit zijn coma, dat weet ik zeker.'

'Dat kun je niet zeker weten, Max.' ga ik tegen hem in.

'Daan is zo erg vooruit gegaan, hij is sterk gebleven. Dan kan hij dit ook.'

Ik zucht en kijk naar Daan. Waarom lag ik daar nou niet? Ik verdien het eerder dan Daan. Die stomme Noah ook. Als hij niet had bestaan was dit ook niet gebeurd.

'Dewi, denk niet zoveel na.' zegt Max alsof hij mijn gedachten kan lezen. Wat maakt het ook uit.

'Hey Dewi,' hoor ik iemand zeggen. Ik draai me om en dan zie ik dat de moeder van Daan er weer is. 'Het is een kleine kans dat Daan uit zijn coma ontwaakt.'

'Er is nog hoop.' zeg ik positief.

'Weet ik, lieverd. Maar Daan heeft misschien wel heel veel pijn. Ik heb al een datum afgesproken met de arts, en we hebben gekozen voor volgende week.'

'Dan al?' mompel ik. Ze knikt en verlaat de kamer. Ik sta op en ga naast Daan liggen in bed. Ik sla mijn armen om hem heen en geef hem een kus op zijn wang. Ik kijk naar de hartslag apparaat. Opeens gaat zijn hart heel snel. Ik druk op het rode knopje en er komt een dokter gelijk deze kant op. Ze drukken me van het bed af en controleren Daan. Ik weet niet wat me overkomt en ik begin weer van de zenuwen nagel te bijten.

{ Daan }

'Haha, sukkel. Dewi is van mij' zegt Noah. Ik sla Noah zo hard als ik kan maar hij is sterker dan mij. Ik roep Dewi zo hard als ik kan maar ze verdwijnt. Er schieten allemaal beelden van Dewi en Noah die aan het zoenen zijn.

Ineens word ik wakker. Alles is wazig. Na een tijdje is alles scherp en zie ik niks anders dan een wit plafon, witte stoelen en allemaal apparaten.

'Daan, je bent wakker!' schreeuwt een meisje. Haar blonde haren vallen net over haar borst en ze heeft felblauwe ogen.

Er komen een paar mannen bij in witte pakken. Dan word in eens alles weer wazig en val ik weer in slaap.

{ Dewi }

Daan is zojuist wakker geweest! Hij keek me heel raar aan, alsof hij me niet meer herkend. Echt raar!

'Ik zei het je toch,' lacht Max. 'Hij zou wakker worden.' De moeder van Daan komt inmiddels ook weer aangerend.

'Is hij wakker geweest?' vraagt ze hijgend. Ik knik.

'Hij heeft niks gezegd, maar wel rondgekeken.' mompel ik. Misschien herkende hij me inderdaad wel niet.

'Hij heeft rust nodig. Waarschijnlijk moet hij nog even wennen dat hij weer eens wakker is. Het komt wel goed met hem.' zegt de dokter. Ik knik dankbaar en de moeder van Daan en de dokter lopen de gang op. Ik kijk naar Max.

'Gaat het wel?' vraag ik aan hem. Hij zit een beetje nagel te bijten.

'Uh, jahoor.' mompelt hij.

'Daar geloof ik helemaal niks van. Vertel me het maar. Daar zijn we toch beste vrienden voor?'

'Mijn gevoelens voor jou zijn weg. Dat is voor onze vriendschap fijner, alleen ik weet het gewoon niet meer.'

'Wat bedoel je?'

'Nou, gewoon. Onze vriendschap is nu zo raar.'

'Max, je moet onthouden dat ik niet meer zonder jou kan leven. Ookal ben je verliefd op me, het kan me niks schelen. Je betekend daarvoor teveel voor me. Ik kan je gewoon niet meer laten gaan als mijn beste vriend. Kijk eens naar je! Je zette gewoon steeds je gevoelens opzij, je steunde me en je bent hier nog steeds. Zonder jou was me dit nooit gelukt en was ik nu helemaal in paniek geweest. Je bent zo lief, Max. Je wilde gewoon skaten terwel je daar niks aan vind. Bedankt daarvoor, je bent echt de beste.' Ik omhels hem en kijk hem aan.

'Ik moet even de goeie woorden hiervoor zoeken hoor.' grinnikt hij. Ik lach erook om.

'Echt lief.' komt er uiteindelijk uit zijn mond.

{ Daan }

'Je gaat eraan met je rot kop, Dewi is van mij.' zegt Noah. Ik schud mijn hoofd en een achter hem aan maar dan val ik naar beneden. Ik beland op de grond en heb heel veel pijn aan mijn rug.

'Daan?' hoor ik een meisje zeggen. Ik open mijn ogen en zie dat ze naast me ligt. Ik schrik met de gedachten dat ze al die tijd al naast me lag. Wie is zij toch?

'Hoe gaat het met je?' vraagt een man in een wit pak.

'Wie ben jij? Waar ben ik? Wie ben ik?' vraag ik. Dit is zo raar.

'Uw bent Daan Dijkstra, uw hebt een ongeluk gehad en ligt nu in het ziekenhuis. Ik ben een dokter.' Ik zie ineens dat meisje en ik zoenen voor me. Wie is zij toch? Ze komt me bekend voor.

'Daan,' zegt het meisje. Ik kijk haar aan en zij kijkt mij aan. 'Hoe gaat het?'

'Wie ben jij?' vraag ik.

'Dewi van Bommel, je vriendin.' zegt ze simpel. Nu herinner ik het me weer!

The Skate GirlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu