Hoofdstuk 20

528 51 1
                                    

Nikki Marshal

'Dus we dumpen hem in het grootste en bekendste meer dichtbij Ramona City?'
Ik vouw mijn handen om mijn stuur en knijp zo hard dat mijn knokkels wit worden.
'Ja Angie... Zoals ik net zei: Pamera meer ligt tussen de twee heuvels van de omgeving van Ramona city. Het is het enige meer dat door de hevige temperaturen bevriest én, hoe gek het ook is, te maken heeft met weinig wind waardoor er vrijwel geen stroom of golfslag is.'
Melody die naast me zit kijk naar me, maar ik hou mijn ogen op de weg gericht. Ik sla af naar rechts, waardoor we het oude gedeelte van Ramona City komen en ik ga verder met praten: 'Geen stroming verminderd de kans dat het lichaam ineens ergens aanspoelt.'
Melody knikt en Angie zakt weer onderuit op de achterbak. De laatste stoplichten voordat de autoweg nadert, komen dichterbij.
'Jongens...'
Ik kijk via mijn achteruitkijkspiegel naar Angie en zie door mijn achterraam een politiewagen. Als ik stil sta bij het stoplicht, buigt hij rechts af en ik zie zijn knipperlicht.
'Rustig Angie. Ze gaan naar rechts. Blijven zitten en doe normaal.'
Ik kijk naar rechts en zie dat Melody het zelfde doet. Melody steekt haar hand op naar de bestuurde van de wagen en hij doet hetzelfde terug. Dan springt mijn stoplicht op groen en trek ik op. Precies op het snelheidslimit, rijd ik weg.

'Man hij wordt steeds zwaarder.' Hoor ik Mel kreunen.
Ik grijp Daan zijn benen beter vast en samen tillen we hem de zandheuvel op. Het meer komt inzicht als we boven aanstaan. Amper een briesje wind, geen windsurfers en verboden te varen. Perfect.
'Ik zwem hier zomers altijd... Dat ga ik nou ook nooit meer doen.' Zegt Angie
'Stel je niet aan.'
Ik werp Melody een argwanende blik en laat Daan zijn benen los. Melody trekt haar wenkbrauwen op.
'Rollen we hem er gewoon af? Alsjeblieft?'
Melody laat zijn bovenlichaam los en we duwen Daan met onze voeten naar beneden. Bij het water aangekomen zak ik moe ik het zand.
'Wie gaat er zo mee het water in?' Vraag ik terwijl ik mijn hand door mijn haar haal.
'Water in?' Vraagt Angie.
Ik knik vermoeid en kijk naar Melody.
'Ik ga wel mee. We moeten hem heel diep leggen.'
Ik knik en sta op. Ik trek mijn shirt over mijn hoofd en trek mijn broek uit. In Bh en onderbroek stap ik als eerste het water in. De kou geeft me een rilling en ik pak bibberend Daan zijn arm. Melody doet het zelfde en we slepen hem tot we tot onze middel aan het water staan. Tegelijk zakken we het water in en zwemmen we achteruit dieper het water in. Daan krijgen we met moeite mee, maar het lukt. Angie zit in het zand bij de heuvel en kijkt om haar heen. Ik voel de kou van het water door mijn lichaam heen steken en het lijkt steeds zwaarder te worden.
'Mel.' Hijg ik. 'Hoelang wil je door?'
Angie is al redelijk ver in het zicht en we zwemmen al een tijdje. Melody kijkt achterom en zegt: 'Nog heel even.'
Ineens verlies ik grip op Daan en zakt zijn arm weg in het water. Ik grijp ernaar, maar krijg het met moeite te pakken.
'Laat maar Nik.'
Melody laat ook los en Daan zakt weg in het water. Ik blijf nog heel even kijken naar de plek en zwem dan met een borstcrawl terug naar Angie. Ik droog me af met mijn jas en besluit uiteindelijk mijn kleren gewoon aan te trekken.
'En nu?'
Angie staat op en veegt haar broek af. Uit haar zak haalt ze sleutels en ik trek mijn wenkbrauw op.
'Zijn huissleutels.' Zegt ze zacht.
Ik loop de heuvel op en ren er daarna vanaf naar mijn auto. Van de achterbank pak ik mijn laptop en open de documenten van de politie weer. Ik laat de meiden zien waar hij woont en zonder een woord te zeggen, stappen we de auto in en rijden we weg van het meer.

'Hij is gewoon dood... Haar moordenaar.'
Ik knik en sla links af. Angie, die nu naast me zit, staart naar buiten.
'Wat nou als hij de zelfde soort vrienden heeft als Megan heeft? Dan komen ze ons vermoorden.'
'Angie, alsjeblieft zeg.' Zucht Melody.
Ik leg mijn hand op Angie haar been en wrijf.
'Komt wel goed.' Zeg ik.
Maar eerlijk gezegd, stress ik hem ook zwaar. We hebben gewoon iemand vermoord... Als dit naar buiten gebracht wordt... Raak ik mijn plek bij de uni kwijt, beland ik in de bak en vind ik nooit meer werk, als ik tenminste voor mijn 67 eruit kom. Ik zucht en sla rechts af, waarna de straat waar Daan zijn huis is, in beeld komt. Ik stop de auto precies voor zijn huis en kijk naar de gordijnen die het zicht naar binnen tegenhouden.
'Dan gaan we maar naar binnen... Toch?' Zegt Angie zacht.

- Na

DoodzondeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu