Hoofdstuk 22

608 52 3
                                    

Melody de Larera

'Shit.' Zegt Nikki als ze zich omdraait.
'Oh, en dan zeggen jullie dat ik beter niet mee kon gaan!' Zeg ik lachend. Ik draai me om en loop naar Angie toe.
'Ze is flauwgevallen. Zullen we haar laten liggen tot we hier klaar zijn? Flauwvallen is niet schadelijk.'
'Melody!' Zegt Nikki boos.
'Oké, dan blijf jij bij die kleine en ga ik verder kijken.'
Ik wacht niet op antwoord en loop de gang in.
'Mel!'
Ik doe net of ik het niet hoor en loop de eerste deur links in. Badkamer. Ik trek de laadde open maar zie niets anders dan mannelijke zooi dus ik loop weer weg een andere kamer in.
Slaapkamer, kassa! Ik loop naar het onopgemaakte bed en trek de dekens van het bed af. Niets dus ik trek het matras omhoog. Ook niets. Ik draai me om en loop tegen een bureau aan. Ik glimlach en open de kastjes die er boven hangen.
'Identiteitsbewijzen?' Praat ik hardop in mezelf. Ik trek de papieren uit het kastje en kijk of er nog andere bruikbare spullen liggen.
Een hand wordt op mijn schouder gelegd.
Met een ruk draai ik me om.
'Angie is langzaam aan het bijkomen. Ik heb gezegd dat ze maar moet schreeuwen als er iets is.'
Ik steek mijn duim op naar Nikki en ga verder door de kastjes heen.
'Ik heb trouwens dit gevonden.' Zeg ik terwijl ik de papieren boven mijn hoofd hou.  Nikki graait het uit mijn handen.
'Identiteitsbewijzen?'
Ik knik.
'Kom, dan gaan we thuis kijken wie die mensen zijn.' Ik knik en loop terug naar de kamer waar Angie zit.
'Rij de auto maar alvast voor. Ik neem haar wel mee.' Zeg ik terwijl ik het kantoortje in loop. Nikki racet van de trap af en ik loop naar Angie toe.
'Mel?'
'Ja. Kom, we moeten gaan.' Zeg ik snel.
'Heb je iets gevonden?'
'Leg ik straks uit.' Zeg ik terwijl ik haar aan haar arm omhoog trek.
Ze staat op en loopt langzaam naar de trap.
'Ja, dat gaat niet werken.' Ik neem Angie op mijn rug, ga zo snel mogelijk de trap af en ren naar de auto. Ik open de deur en zet haar op de achterbank. Ik sla de deur dicht en ga zelf weer naast Nikki zitten. 
'Heb je die papieren nog?' Vraag ik terwijl ik mijn gordel vast klik. 
Ze zwaait ermee en gooit ze dan naar me toe.
'Identiteitsbewijzen.' Zeg ik voordat Angie iets kan zeggen.
'Van wie?' Vraagt ze.
'Mira, Jaylyn en nog wat meiden.' Praat ik afwezig.
'Waar gaan we heen?' Vraagt Angie zenuwachtig.
'Naar huis.' Zegt Nikki voor ik ook maar mijn mond kan openen. 'We gaan morgen wel verder.'
Ik kijk via de spiegel naar Angie maar die lijkt het niet door te hebben. Die kan je dus makkelijk in de gaten houden. Ogen voel je toch branden? Of ben ik de enige die dat merkt?
'Angie.' Zegt Nikki ineens.
Angie kijkt op.
'We zijn er.' Angie knikt en trekt haar jas nog strakker om zich heen.
'Moet ik meelopen?' Vraagt Nikki lief.
'Het is vijfentwintig meter.' Zeg ik geïrriteerd.
Nikki klikt haar gordel los en stapt uit de auto. Ik zucht en laat me verder in de stoel zakken terwijl ik de papieren van het dashboard pak.
'Angie is bang Mel. Ze voelt zich bedreigd.'
'Ja en dat kunnen we haar maar beter uit haar hoofd praten.' Nikki schudt haar hoofd.
'Ik neem de papieren mee trouwens.' Nikki draait haar hoofd naar mij en trekt haar wenkbrauw op.
'Ik weet hoe dat gaat met jou. Het is nu kwart voor vier 's nachts.  Geen probleem voor jou om door te gaan tot zeven of acht uur. Ik neem ze mee.'
Nikki zucht maar gaat er niet tegen in.
Ik zie in de verte mijn flatje al verschijnen. Een paar mensen zijn al wakker, er brand in ieder geval licht.
Ik pak de identiteitskaarten en klik de gordel los.
'Dankjewel. Ik zie je morgen.' Zeg ik als ik de deur open gooi.
'Doei.' Hoor ik nog.
Ik loop naar de deur en haal de sleutels uit mijn zak. Het is een beetje klooten, maar dan draai ik de sleutel en loop ik naar binnen. Ik druk de lift knop in, en pak dan alsnog de trap.  Vermoeid ben ik op mijn etage en steek de sleutel in het slot. Shit, de badkamer. Dat wordt een latertje. Ik zucht en gooi de deur dicht. Mijn jas hang ik op en mijn schoenen gooi ik onder de kapstok. Ik loop naar de badkamer en kom in één grote ravage terecht. Ik zucht nog een keer en pak de douche kop.  Ik zet de kraan aan en spoel mijn bad uit. Ik pak een shampoo fles uit het kastje en giet hem leeg in mijn bad.
Ik gooi ook een beetje op de muren en de badrand aangezien de muren er niet zo best aan toe zijn. Ik pak een washandje en wrijf de zeep over de muur heen. Dan pak ik weer de douche kop en spoel alles schoon. Uit de kast pak ik een dwijl en ik dwijl de grond achter me schoon terwijl ik uit de badkamer loop. De dwijl gooi ik tegen de muur aan. Ik loop naar mijn slaapkamer, trek mijn pyjama aan en laat me op bed ploffen. Zo val ik in slaap.

-De

DoodzondeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu