Hoofdstuk 17

806 17 1
                                    

Dewi P.O.V.
Ik durfde het niet. Ik durfde niet naar Pommi te lopen. Puck gaf me een klein zetje naar voren. Hij pakte me bij mijn arm en trok me mee. Ik stond naast Pommi. Haar krullende haren sprongen overeind. Ze had een pijnlijke grimas op haar gezicht. Ze zag er bleekjes uit verder had ze een wond op haar gezicht en gips om haar arm. Ze zag er lief uit. "Zeg maar wat." Fluisterde Puck naar me. Het bleef even stil. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Tenslotte was zij diegene die boos werd. "He Pommi." zeg ik aarzelend. "Ik ehm, wilde kijken waar je was.. je was weg en nu ben je hier." zei ik zacht. Ik voelde me een idioot die tegen niemand praatte. Maar ik bleef door praten. Over school en van alles. Puck gaf me een knuffel van achteren. Ik pakte zijn handen vast. Er ontsnapte een traan vanuit mijn ooghoek. "Hoort ze me wel?" vroeg ik snikkend aan Puck. Ik draaide me om en keek hem aan. "Ja, ze hoort je." zei hij zachtjes. "Kom Dewi je moet gaan slapen." zei Puck. "Nee ." zei ik besloten. "Ik waak over Pommi totdat ze ontwaakt." zei ik. "Dewi, je hebt slaap nodig." zei Puck fronsend. Ik bleef staan. Toen pakte ik een stoel en ging naast Pommi zitten. Ik pakte haar hand. Ze was een beetje warm. Ik gaf haar een kneepje. "Puck, ga maar. Kom morgen maar." zei ik. Hij knikte. Hij gaf me een kus en sloot de deur. "Pommi, ik mis je. Sorry dat ik gemeen tegen je deed. Ik ben een slechte vriendin.." zei ik trillend. "Ik ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen.. Pommi het spijt me. Ik wilde je niet kwetsen. Ik wilde je geen pijn doen." zei ik snikkend. Ik lag met mij hoofd op het bed op de deken van Pommi. Ik keek op. Het werd wazig voor mij ogen. Er druppelde tranen van mij wang. Ik liet ze stromen. Alle emoties er uit die ik had opgekropt. Ik kon er gewoon niet meer tegen. Altijd maar lachen. Zodat het lijkt alsof alles gewoon oke gaat met je. Terwijl je vanbinnen gewoon breekt. Pommi was er altijd voor me. Alleen de laatste tijd niet meer. Tegen Puck kan ik alles vertellen. Maar ik durf gewoon niet alles meteen te zeggen.Toen viel ik in slaap in de stoel.

Pommi P.O.V.
Haar stem begon weer te praten. Ik werd er tamelijk rustig van. Maar waarom zou zij zich moeten verontschuldigen . Ze heeft toch niks gedaan? Ik voelde de warmte van haar hand. Dewi. Ik opende mij geest en zag haar daar liggen. Ze lag er schattig bij. Maar ze zag er vermoeid uit. Haar haren Lagen verspreid over het bed. Ik wilde haar in haar hand knijpen maar dat lukte niet. Wie is Dewi eigenlijk ? "Hier voor jou." zei het meisje met lichtblonde haren. Ik nam het aan. Het was een tekening met poppetjes. Dat stelde ons samen voor. In het grasveldje. We zaten nu in de tuin bij mijn huis. "Dankjewel." zei ik. Ik keek er naar en werd er blij van. Het meisje straalde, ze was het liefste meisje. Mijn beste vriendin. Dat zou ze blijven ook. Lachend keek ik naar haar. Haar ogen twinkelde en ze begon te rennen. Ik volgde haar tevoet. Onze voeten dreunde op de grond. Uiteindelijk kwamen we tot stilstand bij een boom. "We gaan klimmen." zei ze lief en wees op de boom.
Samen klommen we boom in, in de boom lagen er een paar planken naast elkaar als een plateau. We gingen er op staan. "Kijk." zei ze en ze wees naar de horizon. We hadden mooi uitzicht. Ik pakte haar hand vast. "Dewi, we blijven voor altijd beste vriendinnen. Wat er ook mag gaan gebeuren." Dewi knikte. Tenslotte gaf ik haar een knuffel. Dewi. Dewi, ik ben ook zo slecht. Ik was er in het begin van het jaar niet eens voor haar terwijl ze me nodig had. Ik zag het. Maar ik hielp haar niet. Ik was er niet. Terwijl zij er nu wel voor mij is. Dat klopt niet. Ik begon in mezelf te huilen. Sorry Dewi. Sorry. Het is niet jouw schuld. De mijne.

Blijf van me af!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu