Hoofdstuk 29

677 19 3
                                    

Ik voelde me stukke beter.

Maar ik was wel al bijna kaal.. Ik zat op mijn bed muziek te luisteren. Met mijn voet tikte ik op de maat mee. De deur werd opengedaan. Puck stapte naar binnen. Ik keek op. Snel deed ik mijn oortjes uit. "He." zei ik verlegen. Ik was vergeten mijn beanie op te doen.. Puck gaf me een kus. "Hallo schoonheid." ik bloosde.Hij keek me lief aan. "Je blijft mooi." fluisterde hij. Hij gaf me een kus op mij hoofd. Hij blijft me mooi vinden. Herhaalde ik in mijn hoofd. "Ik wil wat doen." zei ik opgewekt. "Dat komt goed uit, ik neem je mee." zei Puck blij. Hij pakte me hand en trok me overeind. Ik volgde hem. Puck pakte mijn rolstoel alvast. "Mam, ik ga even weg. Zie je." riep ik snel naar mam. "Oke is goed." hoorde ik nog voordat ik de deur dicht deed. Ik liep naar Puck zijn auto toe. Hij hield de deur voor me open. Ik stapte in. "Dankje." ik glimlachte naar hem. Puck lachte. Hij legde de rolstoel achter in. Puck nam plaats achter het stuur. Hij lachte naar me en reed. Hij legde een hand op mijn knie. "Wat zit je te lachen?" vroeg ik hem. "Niks, niks." hij keek me lief aan. We reden richting de stad. "Wat gaan we doen?" vroeg ik hem nieuwsgierig. "Nou ja, wat ik ga doen." grinnikte hij. Ik keek hem vragend aan. Puck keek me mystrieus aan. "Je ziet het wel." Hij lette op de weg. Hij reed een garage in. Hij stapte uit en haalde een parkeerbon. "Kom we gaan." hij omarmde mijn arm. Samen liepen we naar boven. De stad in. We liepen langs allerlei winkeltjes. Maar daar had hij geen oog voor. Pas bij de kapper stond hij stil. Hij keek me aan. "Wat ga je doen?" vroeg ik verschrikt. "Geen zorgen maken liefje, kom mee naar binnen." Ik liep met hem mee naar binnen. Het rook lekker naar haarproducten. We namen plaats. Puck werd geroepen. Ik keek naar hem. Hij knipoogde naar me. Ik staarde naar Puck en de kapster. Ze pakte de tondeuse.Ik staarde naar ze. Wat gaat ze doen..Ze zette de tondeuse op zijn hoofd. De kapster scheerde zijn haar weg... Zo ging ze door. Uiteindelijk was ze klaar. Puck was kaal.. kaal.. Puck grijnsde naar hem. Ik keek hem nog steeds raar aan. "Waarom? Je mooie haar..." kon ik nog zeggen. "Voor jou, zodat je niet de enige bent." lachte hij. Zijn kuiltjes werden zichtbaar.

Hij deed het voor mij. Hoe lief. Ik knuffelde hem. "Dankje." zei ik zacht. Hij keek me liefdevol aan. "Voor jou." Samen liepen we de kapperszaak uit. Nog steeds verbaasd liepen we naar de auto.Ik heb de allerliefste vriendje. Dat wist ik zeker. Verwonderd keek ik naar hem. Hij deed dit voor mij..We reden naar mijn huis. Ik keek Puck de hele tijd aan. "Niet staren, is onbeleefd." probeerde hij met een kakstem. Ik schoot in de lach. "Let jij maar op de weg." hikte ik. Puck glimlachte.Hij stopte voor de deur. Puck stapte snel uit en opende de deur voor me. "Mevrouw." hij stak zijn hand uit die ik aan nam. Hij nam me mee naar de voordeur en drukte op de bel. "Ik kom zo." Hij snelde naar de auto en pakte de rolstoel. Mam deed de deur open. "Wat hebben jullie gedaan?" vroeg ze. Ze nam de rolstoel aan en zette die tegen de muur aan. "Kijk maar naar Puck." zei ik. Mam keek meteen naar Puck. "Oh gossie, je mooie haar is weg." riep mn moeder verschrikt. Het was best lachwekkend. "Ja mevrouw. Zo voelt Dewi zich niet alleen." Mam knuffelde hem toen. Ik keek er glimlachend toe. "Maar ik moet gaan, sorry. Zie ik je morgen weer op school?" ik knikte. "Ja denk ik." glimlachte ik. Ik liep met Puck mee naar de deur. Hij gaf me een kus. Toen liep hij naar de auto. De zon scheen zwak. Een klein fris briesje wind aaide mijn wangen. Puck stapte nochalant in en zwaaide. Ik zwaaide terug. Totdat hij uit het zicht was. Ik stond in de deuropening. Zo stond ik een tijdje. Uiteindelijk maakte ik beweging en sloot de deur. Ik strompelde naar boven. Ik plofte op mijn bed neer.James woont nu bij papa. Nou ja daar is hij vaker. Gelukkig. Nu valt hij me niet meer lastig. Papa kwam af entoe langs. Ik ging liggen en deed even mijn ogen dicht. Lekker genieten van de stilte. Nu was het officieel. Ik ben kaal. Ik schaam me ervoor. Ik kijk in de spiegel. Niks aan te doen. Ik moet zo naar school. Ik zat er erg tegen op. Lief dat Puck voor mij ook kaal is. Zuchtend loop ik naar beneden. Ik pak een appel en wat drinken. Mam sliep nog. Ik liet haar maar liggen. Ik pakte wat drinke en pakte mijn tas. Ik deed snel een beanie op en mijn capouchon. Langzaam fietste ik naar school. Het was een warme dag. Gelukkig had ik een dun vestje met de mouwen er af aan. Daaronder een bandeau top eronder. Lekker fris.Ik trapte moeizaan naar school. Al snel was ik uitgeput. Het laatste stukje fietste ik langzaam. Naderhand zag ik Puck bij de fietsen staan. Zoekend om zich heen. Ik grinnikte even. Ik trapte wat sneller. Naar Puck toe. Hij had me in het oog en zwaaide enthousiast.Ik zette mijn fiets in het rek naast hem. Ik werd van achteren geknuffeld door Puck. "He Schat." zei hij zacht. "He." zei ik zwakjes. "Ik ben kaal." zei ik zacht. Beschamend zelfs. "Je bent nog steeds mooi." fluisterde hij. "Je kunt het." Hij pakte mijn hand en gaf er een kneepje in. Ik keek hem aan en glimlachte. Ik bracht mijn lippen op die van hem. Ik sloot mijn ogen. Ik voelde zijn zachte lippen. Die mij kussen. Hij sloeg zijn armen om me heen. Ik voelde me veilig, vertrouwd. Langzaam opende hij zijn mond. Hij likte mijn lippen. Ik opende mijn mond. Ze maakte rondjes om elkaar heen. Ik trok me terug en gaf een kus op mond en glimlachte. Hij keek me lief aan. Ik pakte zijn hand. Samen liepen we de school in. Zenuwachtig liep ik door de gangen. Puck was al naar zijn lokaal. Ik frunnikte met mijn vingers. Ik stond voor het lokaal. Iedereen zat al binnen.Langzaam pakte de ik de deurklik en opende hem langzaam. Ik keek in de ogen van Mevrouw Hoogveen. Ze keek me vriendelijk aan. Verlegen liep ik verder. Het lokaal in. Iedereen staarde me aan. Ik keek weg. Ik voelde mijn wangen rood worden. Ik keek op en zag een lege plek. Naast Jaik. Haastig liep ik naar het lege tafeltje. Naast Jaik. "He, hoe gaat ie?" vroeg Jaik fluisterend. "Goed hoor." beantwoordde ik hem. Hij knikte. Ik glimlachte. Ik voelde me aangestaard worden..Ik keek langzaam op. Gelukkig zat iedereen aan het werk. Ik keek weer in mn boek en staarde naar de letters. Het begon langzaam te tollen. Alles draaide. Sterren danste voor mijn ogen. Ik zag niks meer. Het was blanco. Zwart. Ik voelde me zelf niet meer. Ik kon wel ademen. Ik probeerde mijn ogen te openen. Dat lukte niet. Er zat een grote druk erop. Ik wilde ze open. En wel nu.. Staks, straks gaat het weer mis. Straks ga ik dood. Straks ben ik al dood. Dan zie ik nooit meer Puck, nooit mama, nooit papa, nooit James, nooit Pommi, nooit Jaik, nooit Harm, nooit Mats. en noem maar op. Ik ben jong.. Nog maar 15...

Blijf van me af!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu