Life

572 18 3
                                    

Ik keek op de kalender die aan de muur hing. Controle ziekenhuis. Stond er. Ik keek er wat beteuterd bij. Hier had ik geen zin, maar ik moest om de week nu een controle doen. Kijken of het echt weg was de kanker. Ik hoopte zo van wel.Ik wil niet meer terug, niet meer aan infuusjes zitten, me slap voelen. Het was bijna tijd om te gaan. Ik pakte mijn jas weer die ik een tijdje geleden had opgehangen. Ik trok mijn jas aan en griste mijn sleutels van het kastje weg. Ik trok de deur open. De wind blies in mijn gezicht. Met een harde klap viel de deur dicht. De wind was sterk waardoor mijn haar voor mij gezicht ging. Ik sputterde tegen maar liet mijn haar uiteindelijk zo als het was.Aangekomen bij het ziekenhuis pleurde ik mijn fiets in het fietsenrek.Ik stond voor het hoge grote witte gebouw. Waar alle ellende zich afspeelde. Ik zuchtte en stapte de draaideur in. Hij was enorm. De geur van het ziekenhuis kwam me tegemoet. De warmte vulde me aan. Ik deed mijn jas openen en liep naar de goeie afdeling. Er zaten al wat mensen, sommige lazen een tijdschrift de ander keek voor zich uit. Ik pakte ook maar een tijdschrift en ging zitten. Ik keek nog lachend rond en bladerde dooe het tijdschrift heen. Het was de Happinez. Daar stonden altijd van die mooie inspirerende quotes en plaatjes in. Het was zelf een mooie tijdschrift. Afentoe werd er iemand geroepen. De tijd streek. Ik voelde me ongeduldig worden. Ik legde de Happinez terug en keek om me heen. De patient kwam de deur uit ze sloot de deur achter haar. Een minuut later werd de deur opengedaan. "Mevrouw Polet?" vroeg Rick vragend. "Jup." ik stond meteen overeind en liep het kamertje in. "Kom binnen." Rick nam zelf plaatst achter zijn tafel. Ik ging zitten aan de lege stoel. "We gaan zo je bloed prikken, dat gaan we dan weer onderzoeken of er geen kankercellen meer inzitten." ik knikte. "Enfijn, hoe gaat het? Heb je terugkerende klachten?" hij keek me doordringend aan. Ik begon na te denken, tot nu toe had ik geen klachten. Toch? Ik was niet moe meer, ik voelde me juist fit. Alhoewel, de laatste keer in de klas.. "Nou, ik was vandaag volgens mij flauwgevallen in de klas, zomaar." Hij fronste met zijn wenkbrauwen. "Ik hoorde ook muziek in mijn oren maar dat zal wel. " voegde ik er nog aan toe. "Intressant. Maar verder geen klachten?" "Nee." Hij pakte uit de la een doosje. Hij haalde er eerst een verband uit dat je om je bovenarm doet. Dat deed hij. Het ding begon zich strak te zetten om mijn arm. Rick haalde bloed uit mijn arm. Waarmee hij zes buisjes had gevuld. Het bloed was donkerrood. Hij deed een pleister over het gaatje en maakte het ding van mijn arm los."Je krijgt morgen de uitslag, ik bel je dan wel." ik knikte. Ik gaf hem een hamd. "Bedankt." ik schonk hem een lach en liep weg. Nog steeds wist ik niet of het weg was. Angst begon the overheersen. Bibberig pakte ik mijn fiets en fietste. Zomaar ergens heen, zonder bestemming. Ik fietste mijn longen uit mn lijf. Het begon te brandde achter in mn keel. Bij het bos smeet ik mn fiets neer en wandelde het bos in. Het deed me goed, de natuur, al die vrolijke mooie kleuren. De geur van de natuur, de wind die je strijkt. Het voelde fantastisch. Ik haalde diep adem. Alsof ik weer echt leefde. Zo voelde dat. De vogels floten. De bladeren fluisterde in de wind. Uiteindelijk was ik bij het treinspoor aangekomen. De trein was er nog niet. Ik ging op de rails staan en tuurde in de verte. Ik sloot mijn ogen en genoot van de stilte. Ook al was ik niet veilig. Ik opende mijn ogen maar weer en zag in de verte lichten benaderen. Ik stapte van het spoor af en wachtte op de trein die langs kwam.Na een tijdje gewacht te hebben kwam de trein. Hij denderde met een snelle vaart langs. Dat is toch eng? Als dat je keuze is, om er voor te gaan springen. Dan spat je uit elkaar en ben je niet meer heel. dat zou toch ook pijn doen. Ook vooral eng, om de trein te zien naderen. Ik kreeg er bibberingen van. Ik schoof de gedachtes van me af. Waarom dacht ik er überhaupt hier aan..? Zuchtend wandelde ik weer terug. Het leek wel een grote tuin met bomen en bezaaid met bladeren. Af entoe vielen er bladeren van uit de boom. Het was een fijne wandeltocht. Met een opgelaten gevoel fietste ik naar huis. Het huis was al verwarmd. "Halloo" galmde het door het huis. "Hallo." hoorde ik vanuit de huiskamer. Dat was James. James was de laatste tijd erg veranderd. Hij woont nu bij ons. Bij mama. Papa heeft hij verlaten, omdat papa er vandoor ging met een ander. Gelukkig was hij zelf al weer uit het ziekenhuis, hij moest nu wel elke maand een prik halen. Ik hing mijn jas op en liep de woonkamer in. Ik begroette James nog een keer die op zijn xbox zat. Hij speelde GTA5. Ik pakte de fluitketel van het fornuis die vulde ik met water. Ik zette het gas aan en zette het vuur aan. Langzaam zette ik de ketel op het fornuis. Het begin te sissen. Uit het keukenkastje pakte ik een mok en haalde uit een doosje een theezakje die ik alvast in de mok deed. Ik ging even snel bij James kijken. Ik voelde me rot. Misschien omdat ik Puck miste. Maar hij kwam verder ook niet echt op me af. Ik vraag me af hoe het met Esmee is afgelopen. Of ze überhaupt uit coma is. Vast wel. Ik pakte mijn schildersezel. Ik pakte kwasten en wat verf. Met snelle streken maakte ik wat op het doek. Niet wetend wat het zou moesten worden. Ik liet de kwast zijn gang gaan. Zonder doel deed ik maar wat.Het resultaat was er. Het was anders. Apart. Ik keek naar de vormen, de kleuren, de expressie die er van af spatte. Ik voelde me zo vaag. Ik kon mijn gevoelens niet beschrijven. Het voelde wel allemaal zo verwarrend. Ik voelde me leeg. Ik liet het schilderij zoals het was en ploft op het bed neer. Er was dit jaar zoveel veranderd. James was veranderd, ik was veranderd, Pommi was veranderd. Misschien zijn we ouder aan het worden? Over een maand word ik 16. Wow.. 16. Ik denk dat ik maar eens binnenkort een bijbaan ga zoeken. Ik moet geld verdienen. Zo kan ik zo veel meer dingen kopen. Opgelaten pakte ik mijn laptop erbij. Ik zocht op google bijbaantjes en ging rondsturen, eventueel kan ik vakkenvullen. Of oppassen, ofzo. Ik ging me op de website van AH me aanmelden. Ik vulde van alles in. Misschien krijg ik binnenkort een sollicitatie gesprek, wie weet. Met een blij gevoel sloot ik de laptop weer. Nu maar eens wat aan mn huiswerk doen.

Ik werd kreunend wakker. Ik voelde me brak. Maar ik moest opstaan. Naast me lag hetboek van Frans. Ik zat gisteravond door te leren, voor vandaag. De paniek sloeg toe. Zoveel woordjes.. Dat gaat me niet lukken. Vermoeiend kleedde ik me aan. Ik plenste koud water in mn gezicht. Dat friste wat op. Met een zucht liep ik naar beneden, Ik pakte hetbrood en stopte het in mn tas. Snel fietste ik naar school. Het was nog rustig. Langzaam vielen druppels uit de hemel. Ik vervloekte me zelf en haalde snel de sleutel uit het slot. Ik rende gehaast naar binnen voordat het nog harder zou regenen. De deur ging stroef open. Daar stond ik, in het halletje. Water droop van me af. Ik deed mijn jas uit en liep de gang op. Ik hing hem op een lege plek op. Uiteindelijk botste ik tegen iemand op. Door mijn gehaast lette ik niet zo op. "Sorry." mompelde ik. Ik liep verder. De parfum bleef hangen in mn neus. Een bekende geur. Een geur die ik nooit zou missen. Ik verlangzaamde mn pas. Ik keek voorzichtig achter me. Daar stond hij.. Puck. Hij staarde me aan. Ik keek snel weer weg. Nog steeds liep ik. Ik wist niet wat ik moest doen. Ineens draaide ik me om en liep naar Puck toe. Ik voelde me onrustig worden. Maar mijn benen hadden hun eigen wil. Daar stond ik voor Puck. Mijn haar dat sluik voor mn gezicht hing. We keken elkaar aan. We zwegen. Terwijl ondertussen steeds meer leerlingen binnen kwamen en een baan tussen ons door verdrongen. "Ik eh, moet maar naar de les." Hakkelde ik. Met een abrupte draai liep ik weg. Ik voelde me stom, sullig. Kon ik niet meer dingen zeggen..? Ik vervloekte mezelf. De deur stond al open. Voorzichtig schuifelde ik het lokaal in. Er zaten al een paar leerlingen. Ik nam achterin plaats, in een hoekje.Voorzichtig pakte ik het boek, en begon te leren. Voor de zekerheid."Boeken weg." blafte de docent. Ik haat dat mens. Ze doet alles eraan om het te verpesten. Jaik was een tafel ernaast gaan zitten. Er moest een tafel leeg zijn. Zo dat niemand afkeek. "Succes." fluisterde Jaik en stak zn duim op. De blaadjes kwamen naar achteren. Ik schreef mn naam erop. De woordjes danste even voor mn ogen. Sommige woordjes wist ik en vulde die meteen in. Uiteindelijk schreef ik er maar wat bij.

* You've been searching, Have you found many things? Time for Learning, why have I not learnt a thing? Words with no meaning, have kept me dreaming *

Ik schrok van mn eigen beltoon. Ik was hem vergeten uit te zetten. "Mobiel inleveren." katte ze met haar accent. Ik zuchtte. Ik leverde mn mobiel bij haar in. Over een paar minuten ging de bel al. "Ik heb de cijfers." Dat was snel. Ze noemde de cijfers op. Jaik had een 10. Ze was bijna bij mij. "Dewi, une 9,5." Wow... Ik keek Jaik verbaasd aan. "Goedzo." Hij gaf me weer een duim. Nog steeds verbaasd ging de bel. Gelukkig hadden we mog maar vier uurtjes te gaan. De Franse docent overhandigde me mn mobiel. "Hier, let op mobiel uit." ze keek me streng aan. Ik knikte. Op dat moment ging mn mobiel weer. "Sorry, ik denk dat ik moet opnemen." ik stapte snel het lokaal uit, naar de wc's. Het nummer kwam me niet bekend voor. In de wc nam ik de telefoon aan."Hallo met Rik." O, het ziekenhuis. "Met Dewi." zei ik zacht. "Ik heb een diagnose van je bloed." ik voelde mn hart bonzen. "We hebben verdwaalde kankercellen gevonden, bij je longen. We denken dat het beste is als dat meteen word behandeld. Dus als je kunt, kun je dan morgen ochtend langskomen?" Alles wat Rick zei ging door me heen. Ik ben niet vrij. Ik ben niet schoon. Ik voelde al mijn oude emoties terug keren. Ik kon me niet verroeren. Plotseling viel mijn mobiel uit mijn handen op de grons. Verward keek ik ernaar. Ik raapte het snel op en zette hem weer aan mijn oor. "Ben je er nog?" hoorde ik Rik zeggen. "Ja sorry, ja ik kan morgen, hoe laat?" ik voelde me stem bibberen. "9 uur." sprak hij zakelijk toe. "Dan zie ik je dan." Hij hing op. Ik keek voor me uit, ik heb toch nog kanker.. Hoe lang stond ik we'll zo niet? Toen de wc deur open ging borg ik mijn mobiel op. Ik stapte de gang op. Op naar de les. Eigenlijk had ik geen zin meer. Ik wil de lessen skippen. Ik wil huilen. Ik wil schreeuwen. Mijn hoofd begon te bonken. Ook dat nog. Met tegenzin strompelde ik naar de les. Jaik keek me bezorgd aan. Ik glimlachtd. "Is er iets?" vroeg ik neutraal. "Je ziet een beetje bleekjes, gaat het we'll?" ik knikte, misschien te veel voor vandaag. Ik kon de zucht niet laten. Jaik keek me nog steeds aan. "Ik moet morgen naar het ziekenhuis " zei ik in een adem. "Waarvoor? De controle?" Ik schudde mijn hoofd. Van nee. "Ik ben toch niet schoon.." fluisterde ik. Mijn zicht werd wazig en overgenomen door tranen. Ik knipperde ze ruw weg. Snel zette ik een lach op. "Wil je dan mee?"

Blijf van me af!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu