Het was al een een week geleden dat de zus van Puck in het ziekenhuis lag. Het ging niet beter met haar. Daarom lag ze ook bij de Intense Care. Puck was al dagen niet echt gekomen. Al kwam hij langs, deed hij kortaf. Terughoudend.. Hij zag me niet meer echt. Alles ontglipte hem, leek wel. Niks drong meer echt tot hem door.. Sippig zat ik aan tafel. Met mam. Ik mocht wat wandelen. Dus was ik met mam wezen lopen naar het restaurant in het ziekenhuis. We hadden wat drinken en wat te eten besteld. Daar zaten we nu op te wachten. Mam kletste vrolijk over haar nieuwe vriend. Afentoe glimlachte ik wazig, om te laten zien dat ik luisterde. Niet dat ik dat echt deed. Ik zat met mijn gedachte gewoon ergens anders..Vind hij me nog wel leuk..? De twijfel sloeg toe.. Ik voelde de angst opkomen. Zal de relatie wel in stand houden? Dewi, niet zo denken! Sprak ik mezelf toe. Het is maar een week. Wie weet is het zo weer over, en doet ie weer gewoon zoals ie was. Maar ergens wist ik wel beter. Ik lag weer in het saaie ziekenhuisbed. Ik verveelde me dood. Er was niks te doen. Ik wilde weer eens naar buiten. Over een paar dagen mag ik eindelijk even naar huis. Ik wil de gure wind voelen. Ik wil de frisse wind weer inademen. Vogels vrolijk fluiten. De warme zonnestralen voelen. De gure kou. Alles. Ik wil weer leven, nu het zover lukt. Ik ben schoon. Zeiden de doktors. Dus dat zal wel zo zijn. Spontaan glimlachte ik, uit het niets.Ik pakte van het kastje een tijdschrift en bladerde er door heen. Afentoe las ik wat artikels die me aanspraken. Zuchtend sloeg ik hem dicht en legde het terug. Langzaam liet ik met zakken. Ik dommelde langzaam in. Voordat ik helemaal weg was vloog de deur open. Mijn ogen sperde zich open. Ik was meteen weer alert. Puck liep de kamer in. Met een zwak glimlachje. Ik glimlachte terug. Hij gaf me een vluchtige kus. "Hoe gaat het met Esmee?" vroeg ik voorzichtig. Zijn lachje verdween. "Niet goed. Waarschijnlijk verslecht haar situatie." zijn stem klonk bevend. Ik knikte begrijpend. Ik stond even op om hem te knuffelen. Die nam hij met dank aan. Ik voelde tranen opkomen. Omdat ik dit gevoel al een tijd niet meer had gehad. Ik knipperde ze weg. Ik haalde diep adem. Toen liet ik hem los. Ik schonk hem een lachje. Hij keek afwezig. Vanbinnen voelde ik me een beetje gekwetst. Ik wist ook niet meer zo goed wat ik moest doen. Op een gegeven moment ben ik er misschien klaar mee.. Misschien. Ik keek hem aan. Lang. Hopend dat ie terugkeek. Uiteindelijk kreeg ik zijn blik. "Ik ga weer." zei jij vluchtig. Ik knikte. Hij draaide zich om en liep weg. Weg van mij. Ik voelde me verlaten. Alsof hij niet meer van me hield.. Misschien is de liefde voor mij bij hem gestopt. Maar weet hij het nog niet. Maar ik hou nog zo veel van hem..bIk zuchtte diep. Ik stond langzaam op naar de rolstoel die in een hoek stond. Ik pakte een dekentje en deed die over mijn benen. Ik reed de kamer uit. Ik kon er niet meer tegen. Met de infuus aan de hand reed ik naar de lift. Ik drukte op het knopje en wachtte. Het duurde een paar secondes. De liftdeuren schoven open. Ik reed naar binnen. De liftdeuren sloten. Ik drukte op de begane grond.Langzaam ging de lift naar beneden. Op het laatst voelde ik het in mijn buik. Ik reed de gangen op. Naar de voorkant toe. De draaideuren in. De koude wind kwam me tegemoet. Daar zat ik. Buiten. Ik reed wat verder, waar niemand zo snel kwam. De zon scheen. Maar het was frisjes.De wind blies door mijn haren. Ik ademde diep in. Wat had ik dit gemist. Ik sloot mijn ogen en genoot van alles om me heen. Ik luisterde naar de geluiden. Vogels die fluiten. De wind die waait. Ergens vaag het verkeer. Ik werd er rustig van. Mijn mondhoeken krulde omhoog. Na een tijdje te hebben gezeten werd het wat frisjes. Dus besloot ik om naar binnen te gaan. Op de gang kwam ik Puck tegen. Hij keek me verwilderd aan. "Moet jij niet in bed liggen?" vroeg hij haastig. "Kan, maar ik mag er ook uit." antwoordde ik. Licht geirriteerd omdat ik geen kind ben. "Oke." hij knikte even. Snel gaf hij me een kort kusje op mijn hoofd en beende toen weg. Verward zat ik daar. Op de gang. Ineens werd ik geduwd. Ik keek achter me. Rick. Rick duwde me naar voren naar mijn kamer. Hij zag er blij uit. Enthousiast duwde hij me voort de kamer in. Ik stapte mijn bed weer in. "Je mag zaterdag naar huis." Ik knikte. "Fijn." Rick keek me blij aan. "Zeker, je bent schoon, maar je moet nog wel controles doen. Of het niet terugkeerd." ik knikte. Met die woorden was hij weer weg. Ik word beter.. Waren mijn gedachtes. Ik ben schoon. Pommi stapte vrolijk de kamer in. "He mop, ik hoorde dat je schoon bent." ik knikte. Ze gaf me een stevige knuffel. "We missen je." zei ze dramatisch. "Sorry nog dat ik nu pas langskom.. Ow ja de jongens vragen telkens naar je. Haha. Om gek van te worden." lachte ze. Ik grinnikte. "Ik mis jullie ook. Zaterdag mag ik naar huis." "Wat leuk!" ze keek me stralend aan. "Ik ga het uitmaken." zei ik ineens uit het niets. Pommi keek me verbaasd aan. "Nee, jullie passen zo goed bijelkaar!" riep ze meteen uit. "Hij houd niet meer van me. Hij ziet me niet meer.. Misschien heeft ie nooit van me gehouden.." zei ik stilletjes. "Natuurlijk houd ie van je! Altijd al gedaan, ik zweer je!" "Nou nu niet meer.. hij vergeet me." zei ik zachtjes. Pommi gaf me een knuffel. Ze hield me lang vast. Het was een fijne knuffel. "Je moet doen wat je moet doen." fluisterde ze. Ik knikte. Pommi is echt een lieverd.
• Ik voelde me zenuwachtig. Morgen was het zaterdag. Vandaag zou ik het uitmaken. Ik voelde me er rot erover. Pommi moedigde me aan. Ze is een steun wanneer ik haar nodig heb. Ik zat er erg tegen op. Maar het was de enige oplossing. Puck had totaal geen aandacht meer voor me. Langskomen deed ie kort. Hij zou zo komen. Ik zat een beetje op hem te wachten. Dagen zat ik na te denken hoe ik het zou zeggen. Hoe ik het zou uitmaken. Zou hij het wel doorhebben dat het uit is dan? Zou het hem kwetsen? Zou het hem uitmaken?Op dat moment ging de deur open. Puck stapte naar binnen. Ik voelde mijn hart bonken in mijn keel. Ik voelde de zenuwen gieren door mijn lijf. Hij begroette me kort. "Ik moet je wat vertelllen." begon ik langzaam. Ik voelde me trillen. "Dit gaat zo niet langer.. ik, ik maak het uit." beefde ik. Mijn stem trilde helemaal. Puck keek me strak aan. "Meen je dit." vroeg hij monotoom. Ik knikte. "Ga." Ik voelde de tranen opkomen. Ik wilde niet dat hij me zo zag. Ook al had hij me zo vaker gezien. Nu niet. "Nee, waarom?!" vroeg hij wanhopig. Ik kon hem niet aan kijken. Ik voelde de tranen lopen. Shit. "Kijk me aan." Beveelde Puck me. Ik keek hem niet aan. Hij duwde met zijn handen mijn hoofd naar zijn kant toe. Ik keek hem aan met teneergeslagen ogen. Ik probeerde een poging hem aan te kijken. "Zie je dat niet dat het zoniet gaat ?! Puck, ga alsjeblieft. Nu." sprak ik kalm. Hij was eigenwijs. "Puck nu!" riep ik wat kwader. Ik kon het nu niet uitstaan. Ik stond op en liep weg. Langzaam hoorde ik stappen achter me aan rennen. Ik rende naar buiten met het infuus in mijn hand. Ik rende om de hoek. Waar ik me tegen de muur liet leunen en zakken. Ik trok mijn benen naar me toe en sloeg mijn armen er om heen. Ik liet de tranen vloeien. Alle emoties. Ik voelde me gebroken. Omdat ik het uit had gemaakt met iemand waarvan ik nog zielsveel hield. Had het dan zo ook moeten lopen? Ik voelde sterke handen me optillen. Ik keek op in wiens armen ik nu lag. zhet infuus nam ik mee. Ik keek in de twee liefste mooie warme gebroken verdrietige ogen.
JE LEEST
Blijf van me af!
Roman pour AdolescentsDewi (Ik-persoon) (15) Heeft een bese vriendin Pommi. Haar broer James misbruikt haar. Dewi zegt dit tegen niemand. Ze heeft een crush op de knappe Puck. Zal hij haar leuk vinden ? Zal ze hem vertrouwen..? Maar dan krijgt ze iets. Iets wat haar...