Hoofdstuk 26

819 17 2
                                    

Zijn lid werd stijf. Hij deed snel een condoom erom. Toen bracht hij hem er zorgvuldig in. Ik walgde er van. Hij begon zachtjes in me te gaan. Steeds ging hij harder en sneller. Ik kreunde. "auw.. je doet me pijn." zei ik kreunend. "Niet klagen." hijgde hij. James werd hebberig en tastte me af. Hij masseerde mijn borsten. Hij kreunde nog meer van genot. Hij likte ze. En beet in mijn tepel. Ik keek star voor me uit. Ik word weer verkacht. Was de gedachte. Ik voelde de tranen opkomen. Niet huilen nu. James stootte harder en sneller. Ik voelde de tranen en knipperde ze weg. Ik hield me vast aan het laken en kneep erin. "Je doet me pijn." kreunde ik zachtjes. Hij gaf me een harde klap. "Stoppen jij!!" de klap voelde ik nog steeds op mijn wang. Het begon te tintelen. Ineens waren zijn handen overal. Echt overal. Ik voelde me klaarkomen en kreunde. "Stop." zei ik zacht. "Bijnaa.." De laatste stoten. Ze waren hard en ruw. Het deed pijn. Hij kwam klaar. Hij deed een knoop in de condoom en gooide het in de prullenbak. Hij liep weg. Ik lag verbijsterend. Te staren naar het plafond. Ik was nog steeds naakt.Zachtjes begon ik te snikken. Ik ben waardeloos. Ik ben niks. Snikte ik inmezelf. Ik deed wat kleren aan. Ik wilde niks meer voelen. Toch deed ik dat. Ik voelde me vies. Stom leven! Waarom ben ik nog hierm Ja waarom. Een vraag die ik niet wist. Niemand zou hem kunnen beantwoorden. Ik voelde me ineens duizelig worden. Een vlaag van misselijkheid. Ik probeerde overeind te blijven. Met moeite. Ik kneep mijn ogen even dicht. Ik hoorde iemand naar boven rennen. "Dewi? Alles goed?" vroeg mama bezorgd. Ze liep naar me toe en aaide me over mijn rug. "Ja, hoezo?" probeerde ik neutraal te klinken. "Nou.. ik hoorde rare geluiden. Dus besloot ik maar te gaan kijken." zei ze bezorgd. Ik glimlachte. "Er is niks." ik hoopte maar niet dat er angst in klonk. Ze gaf me een kus op mijn wang. Ze liep tevreden naar beneden. Ze moest eens weten.. Ik beet op mijn wang. Stomme papa. Door hem zag mama er gebroken uit. Mam is toch perfect? Ze is toch lief? Ze is toch mooi? Wat heeft die andere vrouw.. wat mam niet heeft. Daar ben ik zo benieuwd naar. Zucht. Soms vraag ik me zo echt af of er wel mensen zijn die echt om me geven. Pommi die geeft nu pas alleen om me als er iets ergs aan de hand is. Ja daar heb ik wat aan. Not. Puck. Bij hem kan ik terecht. Maar hij is vreemd gegaan. Verdrietig staarde ik voor me uit. Ik voelde me verlaten. Raar. Ik voelde me leeg. Ja. Leeg. Ik denk vanalles. Maar vanbinnen. In mijn hart.. daar, daar voel ik niks. Geen emotie. Leeg. Gewoon leeg. Ik wil weer gevuld worden. Gevult worden met emoties. Verlangens. Ik voel mezelf nog. Maar niet veel. Met mijn hand ga ik naar mijn borst. waar mijn hart zou zitten. Je zou het moeten kunnen voelen. Dat het klopt. Dat het leeft. Maar nee. Ik voel het allemaal niet. Ik werp een blik in de spiegel. 'Jezus.. ben ik dat?' vroeg ik mezelf fluisterend af. Ik zag er niet uit. Zoiezo zie ik er nooit uit. Maar nu..Nu gewoon helemaal niet. Ik had donkere kringen onder mijn ogen. Bleekjes. Mager ?.. Nee. Ik ben niet mager. Ik ben dik. Spreek ik mezelf streng toe. Zucht. Ik ben gestopt met mezelf pijn doen. Helaas. Het gaf me altijd zo'n overweldigend gevoel. Want ik verdiende de pijn. Nu ook ja. Maar ik wil niet nog een kras op mijn arm. Het word er lelijk van. Maar het geeft me wel een kick als ik dat zie op mij arm. Jezus wat is er met mij aan de hand !? Ik ben down aan het doen .. Depri. Jeetje , ik ben niet depri. Dat weet ik zeker.Ik kijk uit het raam. Ik heb het gevoel dat er naar me word gestaard. Meteen keek ik om me heen. Maar ik zag niks. Ik gaf een blik uit het raam. Het schemerde. Vaag kon ik een gestalte zien. Het stond leunend tegen de muur. Het keek naar me. De ogen boorde dwars door me heen. De bruine ogen. Ik zag er een glinstering in. Ik werd langzaam rood. Ik liep weg van het raam. Straks stalkte diegene me.. Niet zulke onzin bedenken Dewi. Sprak ik mezelf toe. Ik zette muziek op. Treurige muziek. Past wel bij mijn gevoelens. Denk ik. Piano muziek. Wat hou ik daar toch van. Ik sloot mijn ogen. Ik zette mijn vingers in de lucht en deed alsof ik piano speelde. Met mijn lijf sierde ik mee. Op de muziek."Eten!" riep mam naar boven. Ik zette de muziek uit. Ik liep naar beneden en hoorde de muziek nog in mijn oren. Zacht neuriede ik de melodie ervan. Ik werd blij. Blij van muziek. Het rook lekker. Blij schoof ik aan. Het eten was al opgeschept. Langzaam at ik het op. Afentoe slokjes water."Lekker." mompelde ik. "Dankje lieverd." mam schonk me een dankbaar lachje toe. Ik gaf een klein lachje toe. Gelukkig hadden we niet veel toetsen. Maar 1 so opgekregen. Voor Engels. Maar Engels is wel makkelijk. Ik fietste naar school. Alleen. De gure wind deed pijn aan mijn ogen. Ik kreeg er tranen van. Ik veegde ze weg maar ze kwamen er weer door de wind. Dan zo laten. Dacht ik. Ik knipperde elke keer. Het werd even zwart voor mijn ogen. Ik voelde me misselijk. Ik klemde me goed vast aan de handvaten. Ik sperde mijn ogen goed open. Dat ze niet dicht vielen. Zwakjes zette ik mijn fiets in het fietsenrek. Er waren al wat kinderen op het schoolplein. Hangend rond. Of kinderen liepen naar binnen. Ik zette mijn fiets neer. Wankelend liep ik naar de deur. Langzaam begon het me te duizelen. Alles begon te tollen. Zo snel ik kon zocht ik met mijn hand de muur op. Het was te laat. Ik viel. Het werd zwart. Ik zag niks meer. Ik hoorde niks meer. Ik kon niks bewegen. Wel ademen. Waar ben ik. Ik probeerde mijn ogen te openen. Ik had ze open. Maar zag niks. Alleen maar Duisternis. Ik probeerde mijn handen te voelen. Te bewegen. Ik wilde voelen of ik kon voelen. In mijn hoofd was het stil. Geen gedachtes. Geen stemmen. Niks. Klopt mijn hart eigenlijk nog wel? Leef ik nog wel? Ja toch. Ik viel alleen maar flauw? Denk ik. Ik weet het niet. Toen begonnen mijn gedachtes te malen.Ik ben nog nooit flauwgevallen. Ik was niet iemand die flauwviel.Waarom zou ik dan nu wel flauwvallen. Wat was de reden.Ineens voelde ik een frisse bries. Dat voelde fijn. Ik wilde zien wat dat was. Ik probeerde mijn ogen te openen. Langzaam gingen ze open. En meteen weer dicht. Door het licht. Langzaam opende ik ze weer. Ik zag gestaltes. Niks was meer scherp. Ik focuste. Alles was scherp. "Je bent weer bij." hoorde ik een gedaante opwekt zeggen. Ik keek. Een jongen. Krullen. Ijsblauwe ogen. Jaik! Ik glimlachte zwakjes. Ik keek weer verder naar de anderen. Naast Jaik stonden Mats en Harm. Naast Harm stond.. Puck. En naast Puck. Nee... Pommi. "Wat, wat doe ik hier?" vroeg ik. Ik keek om me heen en scande de omgeving. Het was wit. Zoals in een ziekenhuis. Ik lag in een bed.Ze keken me allemaal aan. "Je ligt in het ziekenhuis. Je viel flauw." begon Pommi zacht. "Ik flauwvallen?" vroeg ik verbaasd. Ze knikte. "Je was wel 8 uur onder bewustzijn." zei Harm ongelooflijk. Ik keek ze even raar aan. "We dachten dat er misschien wat ergs zou zijn met je." zei Puck slikkend. Hij keek me bezorgd aan. "Het gaat goed met me." glimlachte ik. Deels gelogen.Het was fijn dat ze er waren. "De doktors. Ze hebben bloed opgenomen. Ze gaan het nu onderzoeken." zei Mats. Ik schrok. "Maar er is niks." zei ik verschrikt. "Kijk naar je, Dewi." zei Puck. "Je bent vermagerd." zei hij zacht. "Er is niks met mij." begon ik. "Ik voel me goed." zei ik zacht. "Het gaat niet goed met je!!" schreeuwde Pommi. "Je hoeft niet te schreeuwen." fluisterde ik. "Je kon misschien doodgaan." zei ze snikkend. Ik keek even raar op. "Wat heb ik dan?" vroeg ik vragend. "Dat onderzoeken ze nog. Ze hadden je ook gescant." zei Jaik. Ik knikte. "Ik voel me moe." zei ik zacht. "Je moet rusten." Puck gaf me een kus op mijn voorhoofd. Ik knikte. Ze gaven me allemaal een knuffel. Toen was ik alleen. Stilte. Zachtjes begon ik te huilen. 'Er is niks met mij.' overtuigde ik mezelf. Ik voelde me alleen maar moe. Meer niet.Er kwam een doktor naar binnegelopen. "Hoi Dewi. Hoe gaat het ?" vroeg hij aardig. "Moe." zei ik zacht. Hij knikte. "Aangenaamd nog, ik ben Rick." Hij gaf me een hand. "We zijn aan het onderzoeken wat je hebt. We hadden wel een knobbeltje ontdekt. Dat gaan we nu verder onderzoeken. Je hoort verder nog van ons. Maar in die tijd blijf je hier. We hebben je ouders ingelicht. Maar meisje je krijgt snel te horen wat het is." zei hij vriendelijk. "Maar ga nu maar lekker slapen." Hij gaf me een aai over mijn bol. Ik knikte. Ik deed mij ogen dicht. Niet in staat om wakker te blijven.
Vuur knetterde voor mijn ogen.  Licht stipjes danste voor mijn ogen. Ik werd gek en kreeg een benauwd gevoel. Mijn adem begon te stokken. Ik hoestte en begon te happen, happen naar lucht. Heel even voelde ik de pijn in mijn keel branden. Het zicht vervaagde voor mijn ogen, ik ademde niet meer.

Zwetend werd ik wakker. Ik greep naar mijn keel. Geen pijn. Ik leef nog.Opgelucht ging ik rustig liggen. Ik wil weten wat ik heb. De deur ging open.Mam liep naar binnen "Meisje toch!" ik zag dat ze gehuild had. Mam knuffelde me. Ze hieldijn hoofd in haar handen. "Zo snel ik kon ben ik van mijn werk gegaan." Ze gaf me een kus op mijn hoofd. Ik begon te huilen. "Het komt goed." suste ze me. "Dat ik het niet eerder had opgemerkt." verweet ze zichzelf. "Wat?" vroeg ik zacht. "Je gezondheid. Je at al niet meer heel veel. Je, je ziet er slecht uit." slikte ze. "Bedankt." zei ik zacht. De deur ging weer open. Rick kwam binnen met een zuster. "Dewi je krijgt nu infuusjes in. Je hebt te weinig voedingstoffen binnen." ik knikte. De zuster liep op me af. Ze pakte een doekje en smeerde het over mijn hand. "Zo voel je de naald niet zo." zei ze lief. Het was koud. Toen pakte ze het infuus en de naald. Ze schoof de naald schuin in mijn hand. Aan het hele gedoe werd een infuus toegekoppeld. De naald werd er uitgehaald. Dat werd ook aan mijn andere hand gedaan. Ik keek naar het doorzichtige zakje. Toen weer naar het zakje met voedingstoffen. Ik keek naar de buis. Waar het vloeistof doorheen stroomt."Dewi.." begon Rick. "Ik moet je wat vertellen. Ze hebben gevonden wat je hebt. Waarom je het knobbeltje hebt." zei Rick ernstig.

Blijf van me af!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu