Afbeelding: De tuin van het Paleis
'Wie bent u, en wat doet u hier?' vraag ik, dit keer een beetje ongeduldiger en minder beleefd. Ik houd er niet zo van wanneer ik onbekenden in mijn vertrek aantref.
'Ik, mijn lieve Catherina ben Aiden' ik kijk hem vragend aan. Wat doet deze vent hier. Abigail staat nog steeds naast me. Ze is net zo overdonderd als ik.
'Abigail haal de wachters' zeg ik op een toon. Ze knikt en wil net de kamer verlaten maar een donkere stem houd haar tegen.
'Dat is niet nodig, de koning is op de hoogte van mijn komst' antwoord hij. Ik zucht dit kan toch niet waar zijn. Zou hij mijn neef zijn? Nee dat kan toch niet vader had duidelijk gezegd dat hij Willem heette. Deze man heet Aiden, wat overigens een bijzondere naam is. Ik heb er nog nooit eerder van gehoord.
'En waarom zou dat zo zijn, als ik vragen mag?' Het liefste sleur ik hem aan zijn oor mijn kamer uit. Hij hoort hier niet te zijn. Dit is mijn persoonlijke domein, alleen onder mijn toestemming mag iemand hier binnen treden. Dit is hoogst ongepast. En dat ga ik hem duidelijk maken ook!
'Omdat mijn broeder uw verloofde is' ik kijk hem met grote ogen aan. Zijn ze er nu al! Ik dacht dat ze morgen pas zouden komen. Ik kijk afwezig voor me uit. Dit. Kan. Niet. Waar. Zijn.
Ik kan me niet eens meer herinneren hoe vaak ik deze korte woordjes al gezegd heb. Maar het zijn gewoon de perfecte woorden om deze vreselijke situatie te beschrijven. Het sint me al meer dat hij nu u zegt. Maar ik ben het er nog steeds niet mee eens dat hij nu hier in mijn kamer staat.'Wat vroeg.. ik dacht' stotter ik. Mijn ogen glijden naar Abigail, ik probeer steun bij haar te zoeken. Maar ze is net zo verward als ik. Vader moet echt wat duidelijker zijn wanneer hij gasten ontvangt.
'Waar is uw broer dan heer Aiden?' vraag ik kalm. Ik zou niet eens willen weten waar hij is. Het is vaste een onbeschofte man net als zijn broer.
'Hij is een ommetje aan het maken in uw wonderbaarlijk grote tuin' ik glimlach zwakjes, natuurlijk is onze tuin schitterend. Er wordt elke dag druk in gewerkt. Alle dode blaadjes worden verwijderd. Het gras wordt gemaaid. Nieuwe paden worden aangelegd. Het geheel zelf is al adem benemend. Ik heb het gevoel dat Aiden liegt. Zonet liepen Abigeal en ik door de tuin, maar we zijn hem niet tegen gekomen. Hoe kan dat? Hij zou ons toch niet begluurt hebben of wel soms?
'Oh' antwoord ik simpel. Hoe zou ik hier anders op moeten reageren? Misschien moet ik hem vragen waar ik zijn broer nu kan vinden. Nee! Natuurlijk niet. Ik moet hem zo lang mogelijk ontlopen. Ik zet mijn handen in mijn zij en inspecteer Aiden snel. Op het oog lijkt hij een nette man, maar ik weet zeker dat hij dat niet is.
'Wilt u anders even gaan zitten Catherina?' Ik knik en loop naar een van de twee zetels die in mijn vertrek staan. De ander is eigenlijk bedoelt voor Abigail, wanneer we even onder 4 ogen willen spreken zitten we meestal hier met een kopje thee tussen onze handen geklemd.
Aiden neemt plaats in de zetel tegenover mij. Abigeal komt tot halt achter mijn zetel. Als er iets gebeurt kan zij altijd te hulp schieten of simpel weg te wachters waarschuwen. Aiden kijkt me afwachtend aan. Ik bespeur een onbekende emotie in zijn ogen. Snel kijk ik weg, ik richt mijn blik op het brandende vuur in de haart. Wanneer ik weer genoeg moed heb verzameld begin ik met praten.
'Zo heer Aiden, omschrijft u uw broer eens' ik draai me weer naar hem toe en wacht zijn antwoord af. Het lijkt of hij heel diep moet nadenken over hoe zijn broer eigenlijk in elkaar zit. Maar ik weet zeker dat dat voor de show is. Hij weet duivels zo goed hoe zijn broer is. Zeg nou zelf, het is zijn broer. Ik neem aan dat ze elkaar elke dag treffen. Is dit nou echt zo'n moeilijke opgave voor hem?'Nou Miss Catharina, mijn broeder heeft een groot hart. Hij kan soms wat afstandelijk zijn maar dat komt mede door zijn kindertijd.
Ziet u, onze ouders bestede de meeste tijd aan mij. Aangezien ik de moeilijkste was in ons gezin. Ze hoefden zich niet zo zeer om hem te bekommeren. Hij redde zich wel, alleen heeft dat zijn karakter een beetje beschadigd' antwoord hij mij. Ik knik hem voorzichtig toe. Hopelijk heeft hij gelijk over "zijn grote hart". Ik zou het niet kunnen verdragen om met een man te leven die geen aandacht en liefde aan andere geeft.'Zou u mij even willen excuseren?' vraag ik. Hij knikt en richt zijn blik op het brandende vuur. Ik wenk Abigail dat ze mee moet komen. Samen lopen we mijn kamer uit. Wanneer ik de deur achter ons sluit kijkt ze me vragend aan.
'Abigeal.. ik weet niet wat ik moet. Zoals Aiden mijn verloofde beschrijft.. een groot hart, maar toch zo afstandelijk. Ik weet het gewoon niet, kun je hem melden dat ik even een frisse neus haal?'
'Tuurlijk mevrouw' met die woorden loopt ze weer de kamer in. Met een drafje loop ik door de gangen. Ik wil zo gauw mogelijk naar buiten. Een stekende hitte nadert mijn lichaam. Al die vragen, al die antwoorden, al die verhalen. Ik kan het niet meer aan, wat wordt er wel niet van mij verwacht. Het voelt alsof ik op het punt sta op keizerin te worden. Zover zit ik er nou ook niet van, dankzij mijn neef wordt ik weldra koningin. Maar op 19-jarige leeftijd.. nee alsjeblieft niet.
Ik gooi de voordeuren open en laat de frisse lucht zich om mijn lijf sluiten. De grote tuin ligt er verlaten bij. Op een paar hoveniers na. Ik loop de witte trap af en baan me een weg naar mijn lievelings plekje. Gelukkig is hier niemand te bekennen. Ik kniel bij de vijver neer en staar in het heldere water naar de koi karpers die voorbij zwemmen.Zuchtend sluit ik mijn ogen, dit is niet het leven wat ik voor mezelf in gedachten had.
Ik laat mijn hand door het gras glijden, de sprietjes tintelen tegen mijn huid aan. Het geeft me een vrij gevoel. In het gras staan verschillen bloemetjes. Ik pluk een klein boter bloempje uit het gras. De gele blaadjes glimmen door het zonlicht.
De hitte die ik zonet heb ervaren lijkt zich te verspreiden door mijn lichaam. Ik leg mijn handen huilend in mijn gezicht. Het kan me niet schelen dat mijn make-up nu zal vlekken. Of dat mijn haar warrig gaat zitten. Ik wil mijn emoties gewoon uitlaten. Waarom moet ik prinses zijn! Waarom ben ik niet gewoon een simpele burgermeid. Dan kan ik gaan en staan waar ik maar wil! Ik begin weer te snikken, alles lijkt me teveel te worden. Er beginnen zich zwarte vlekken voor mijn ogen te vormen.'Miss? Gaat het wel?' hoor ik een bekende stem achter me zeggen. Ik verwijder mijn handen van mijn gezicht en kijk naar het water. In de weerspiegeling zie ik mezelf zitten met uitgelopen mascara, en naast me staat de knapste man ter wereld. Dit kan niet waar zijn.
De zwarte vlekken verspreiden zich en al snel verlies ik het bewustzijn. Maar toch heb ik zijn prachtige gezicht weer kunnen zien. Hem zal ik nooit vergeten, in mijn stoutste dromen niet. Die onbekende jongen van het dorp.
JE LEEST
INSIDE: The Forbidden Love [COMPLEET]
Historical FictionHet verhaal speelt zich af in Riga, een rijk in Letland rond de achttiende eeuw. Catharina, de kroonprinses is 18 jaar oud. Volgens een oude traditie hoort ze te trouwen rond haar 19e levensjaar. Helaas mag ze niet zelf haar echtgenoot uitzoeken. E...