▪11

447 34 0
                                    

¢~ •Willem• ~ ¢

Wanneer Catharina van me weg rent overspoelt een eenzaam gevoel me. Ik betwijfel of het werkelijk de zenuwen zijn. Maar het kan toch niet zo zijn dat onze kus niets betekende voor haar.
Ik zucht en laat mijn blik naar mijn handen zakken.
Of misschien voelde ze zich echt ziek. De griep gaat rond, dat zou ook een reden kunnen zijn.
Ik sta op en loop door de tuin. Catharina heeft wel gelijk over de tuinen, ze zijn echt schitterend. Stuk voor stuk, er zit gegarandeerd veel werk in. Ik loop met een gebogen hoofd langs de tuinen.
Er glijd iets kouds langs mijn nek, ik kijk omhoog. Er vallen kleine sneeuwvlokjes uit de lucht. Ik steek mijn hand uit, er beland een sneeuwvlokje op wat binnen enkele seconden weer smelt. De kleine kristallen blijven maar vallen tot er een klein laagje sneeuw ontstaat. Ik zak door mijn knieën en pak een hand vol met sneeuw vast. Het voelt erg zacht aan. De sneeuw blijft maar komen. Over een paar uur zal de tuin niet meer te zien zijn. Het zal een winter wonderland worden.
Ik sta op en loop met grote stappen naar de ingang van het paleis. De gouden deuren worden voor me geopend door twee lakeien. Ik knik ze dankbaar toe en loop verder de gang in. Waar zou Catharina zitten? Ik loop naar de woonruimte om daar Henriëtte van Weilen aan te treffen, zittend in een zetel meteen goed boek.
Ik hoest even om haar aandacht te trekken, ze kijkt verbaast op. Maar als ze mij ziet verschijnt er een grote glimlach op haar gezicht. Ze staat op en loopt naar me toe. Ik open mijn armen om mijn tante een knuffel te geven.

'Wat fijn om je weer te zien Willem, jammer dat ik je niet kon ontvangen, ik was even weg voor een paar dagen'

'Het is me een waar genoegen tante, ik begrijp het volledig, u heeft natuurlijk ook nog andere plichten' ik laat haar weer los, ze strijkt haar zalm rozige jurk glad en richt zich dan weer tot mij.

'Ik had eigenlijk een vraag, weet u misschien ook waar uw dochter is? Ik kan Catharina nergens vinden' ze trekt even een moeilijk gezicht, alsof ze heel erg diep moed nadenken.

'Nee, ik heb haar deze hele dag al niet getroffen. Misschien is ze in een van onze vertrekken, in de tuin is ze in ieder geval niet. Met al deze sneeuw wil ik haar niet buiten hebben. Ze kan in haar kamer zijn, in het atelier of in de bibliotheek. Ik zou het niet weten' zegt ze grinnikend.

'Toch bedankt tante, ik zal haar zoeken. Hopelijk tref ik u later deze dag weer om even bij te praten' ze knikt als teken dat ik mag gaan. Ik glimlach en verlaat dan de kamer. Het is rustig in de gangen, waar zouden oom Lodewijk en Aiden zijn?

Ik kom aan bij het vertrek van Catharina. De deur staat op een kiertje, maar voor de zekerheid klop ik drie maal op de deur.
Er klinkt geen antwoord, ik duw de deur voorzichtig open. Er is niemand te zien.
'Catharina?' vraag ik. Maar weer komt er geen reactie. Ik loop richting de badkamer. De deur staat wagenwijd open. Ik loop naar binnen, 'Catharina?' vraag ik nogmaals.
Hier is ze in ieder geval niet, ik loop de badkamer uit. Ze moet hier wel geweest zijn. Alle vrouwen hebben een raar trekje dat ze deuren achter zich sluiten. Ik dwaal door de gangen richting het atelier. De kamer is gevuld met diverse materialen. Zoals een schildersezel, met daarop een wit doek. Aan de muren hangen schilderijen. Er staat een ook een plateau met daarop een klomp klei. In de hoek staat een grote piano. Ik loop er naar toe, op de vleugel is een naam gegraveerd. Beethoven heeft zijn naam in de piano gegraveerd. Wat een pronkstuk. Ik neem aan dat hij er ook zelf op gespeeld heeft. Ik laat mijn hand over de vleugel glijden terwijl ik richting de toetsen van de piano loop.
Ik laat me op de zwarte kruk zakken en laat mijn vingers over de toetsen glijden. Ik speel een kort couplet van Beethoven. De grote ruimte is perfect voor dit spel gemaakt, de noten echoën weg tegen de muren, waardoor het klinkt alsof mijn spel in een operazaal plaatsvind.
Halverwege stop ik, ik moet mijn tijd niet verspillen ik moet Catharina vinden.
De laatste ruimte die ik me kan bedenken is de bibliotheek. Ik sta op en verlaat het atelier. Daar zal ik de komende dagen vanaf nu wel vaker te vinden zijn. Ik loop een rond gaande trap op naar de volgende verdieping. De deuren van de bibliotheek staan wagenwijd open. Alsof ze me al verwachtte. Ik loop de bibliotheek binnen. In het midden van de zaal zit ze, samen met haar slaaf Abigail.
'Catharina?' vraag ik zacht. Ze schrikt op, wanneer ze zich naar me toe draait zie ik haar bleke huid. Haar wangen zijn waterig en haar ogen zien rood. Ze heeft gehuild.
'Wat is er mijn liefste?' vraag ik bezorgd. Ik moet er voor haar zijn. Ik vind het niet fijn om haar zo te zien. Ze komt overeind uit haar zetel en rent mijn richting op. Ik neem haar in mijn armen en streel haar langs haar blonde krullen.

'Vertel me schoonheid, wat is er gebeurd?'

INSIDE: The Forbidden Love [COMPLEET] Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu