▪12.

482 31 0
                                    

¢~ •Catharina• ~ ¢

Zijn warmte doet me direct kalmeren, er komen nu enkel kleine snikken uit mijn mond. Hij moet het weten zegt een stemmetje in mijn hoofd. Maar ik weet zeker wanneer ik het hem vertel hij gaat flippen. Het wordt waarschijnlijk vergeleken met een affaire in zijn ogen en dan ben ik niet meer het slachtoffer maar de dader. Ik laat een diepe zucht over mijn lippen rollen terwijl ik een traan van mijn wang verwijder.

'Uh-mm ik denk dat het de zenuwen en de hormonen zijn Heer Willem' antwoord ik met een zwak glimlachje. Hij fronst even maar knikt dan begrijpend als of hij de hele situatie correct begrijpt. Maar hij weet er niets van. Hij heeft geen idee van zijn broeder, Heer Aiden, allemaal uitspookt.

'Excuseer me, ik zou me graag even willen verkleden voor het avond diner'

Hij knikt en bevrijd me uit zijn innige omhelzing. Ik wenk Abigail dat ze mee moet komen, ze springt op uit haar stoel en volgt me de bibliotheek uit. Met pijn in mijn hard laat ik Heer Willem onwetend achter. Dit is geen goede start van een beginnende relaties. Ik wil de geheimen niet voor hem achterhouden. Maar ik ben zo bang dat hij zijn broer boven mij stelt.

Abigail helpt me met het aantrekken van een nieuwe jurk. Eentje die ik speciaal voor vanavond heb uitgekozen

Wanneer ik eindelijk klaar ben wandel ik samen met Abigail de trap af

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Wanneer ik eindelijk klaar ben wandel ik samen met Abigail de trap af. De deuren naar de eetzaal staan al wijd open. Twee lakeien begeleiden me naar mijn plaats, ik zit aan de linkerhand van mijn vader. Gelukkig heb ik als mannelijk gezelschap mijn broeder Alexander naast me.

'Hoe gaat het tussen jou en Heer Willem? Zijn de vonken al overgeslagen zus?'

Een klein glimlachje vormt zich rond mijn lippen bij zijn eentonige uitspraak. De vonken zijn zeker overgeslagen. En ik weet zeker dat het wederzijds is, maar ik ben bang dat ik ook nog aandacht krijg van de andere broeder Aiden. Maar dat vertel ik Alexander natuurlijk niet.

Wanneer het eten wordt geserveerd komt Heer Aiden de zaal binnen. Hij excuseert zich vanwege het laat komen en neemt dan plaats op de stoel naast zijn broer. Ik houd mijn blik strak op mijn eigen maal gericht. Omdat ik niet wil dat onze blikken elkaar kruizen, hij kan dat verkeert interpreteren en denken dat ik iets in hem zie.

Ik prik een beetje afwezig in mijn eten met de zilveren vork. Mijn vader voert een gesprek met Willem terwijl mijn broer met mijn moeder praat. Alleen ik en heer Aiden houden ons gedeisd. Via mijn ooghoek gluur ik stiekem zijn kant op. Wanneer ik zie dat hij zijn blik op mij heeft gerust wend ik snel mijn blik af. Ik pak een kristallen glas met rode wijn en neem er snel een slok van.

'Moeder.. Vader.. excuseert u mij ik voel me een beetje onwel'

Met snelle passen baan ik de eetzaal uit. Ik laat de gasten verbaasd achter maar daar denk ik momenteel niet aan. Ik heb frisse lucht nodig, en wel snel mijn ademhaling lijkt steeds sneller te worden. Maar wanneer ik de trap af loop kan ik eindelijk weer opgelucht ademhalen.

Het is erg fris buiten maar dat maakt me niet uit. Ook al zal moeder woedend worden als ze weet dat ik zonder mantel naar buiten ben gegaan. Je vat zo snel kou deze periode, heel veel bekommeren zich nu al met longontsteking.

Voor de vijver blijf ik staan, met mijn vinger tik ik voorzichtig in het water, ronde cirkels vormen zich rond mijn vinger. De weerspiegeling van de halve maan in het water begint te vervagen tot een witte vlek door de golfjes die het water met zich mee brengt. Een wolk trekt langs de maan waardoor het ineens een stuk donkerder wordt. Alleen de olielampen langs de paden zorgen nog voor een klein beetje licht.

Ik sluit vermoeid mijn ogen de slaap lijkt me zo toe te waaien. Misschien kan ik maar beter weer naar binnen gaan en mij in mijn bed nestelen. Die gedachte klinkt zo gek nog niet. Het geruis van de bomen laat me weer uit mijn gedachtes ontsnappen. Ik kijk om me heen mijn blik stopt bij de trap waar een mannelijke gestalte staat. Mijn hart stopt even met kloppen, ik kan niet zien wie hij is maar er zijn maar 4 mannen in ons gezelschap. Vader, Alexander, Willem en... Aiden.

De gestalte loopt de trap af om vervolgens een andere kant op te gaan. Een zucht van opluchting verlaat mijn lippen. Ik vouw mijn handen over elkaar op mijn buik en loop dan verder de tuin in. De tegenovergestelde richting van de mannelijke gestalte. Het grint pad knispert onder mijn platte schoenen. Ik loop naar een rustige plek waar bijna niemand komt, de plek waar ik als kind altijd speelde.

Bij de padden van kiezelsteentjes, die beschut zijn met klimop die zich in de loop der jaren rond de boog heeft geworpen. Vroeger kon ik hier nog wel eens verdwaald raken maar inmiddels ken ik de paden op mijn duimpje. Maar omdat de zon al lang onder is wordt het nu toch iets lastiger. Ik stop abrupt met lopen wanneer ik voetstappen hoor. Er is nog iemand hier. Ik maak aanstalten om weer weg te lopen maar een bekende stem beveelt me wat anders.

'Catharina, wacht!'

Ik draai me traag weer om, aan het einde van het pad zie ik dezelfde gestalte weer staan die nu dreigend op me af komt lopen. Mijn lichaam wil niet meer meewerken en blijft versteend staan terwijl ik er aan denk om weg te rennen. Mijn lippen worden droog bij het zien van de jongeman die nu op me af loopt.

Vlak voor me blijft hij staan. De wolken zijn weer verschoven waardoor het maanlicht perfect op zijn gezicht valt. Zijn ogen dwalen over mijn bleke gezicht terwijl ik hem steen vast aan kijk.

'Wat wilt u Heer Aiden?'

Ik heb ineens mijn stem weer gevonden. Maar mijn lichaam blijft nog altijd versteend. Hij brengt zijn hand tot ooghoogte. Even ben ik bang dat hij me zal slaan maar die gedachte verdwijnt al snel wanneer hij zijn hand over mijn wang laat glijden. Mijn hart gaat steeds sneller bonken bij zijn aanraking. Dit is niet wat ik wil, ik moet hem stoppen voordat hij te ver gaat.

'Heer Aiden, stopt u alstublieft met dit ongepaste gedrag. Ik ben verloofd. Met uw broer nog wel'

Zijn hand stopt even en blijft liggen bij mijn kaak. Zijn groene ogen twinkelen schitterend in het maanlicht. Ik moet mezelf echt goed bij de les houden door niet in zijn ogen weg te dromen.

'Maar Catharina, hij hoeft hier helemaal niets van te weten'

INSIDE: The Forbidden Love [COMPLEET] Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu