Hoofdstuk 6.

3.7K 220 29
                                    

De adrenaline in mijn lichaam zorgt ervoor dat ik hem weg duw. Ik negeer Reyes, die gek wordt omdat ik hem weg duw, en loop langzaam achteruit. Terwijl ik achteruit loop blijven we oogcontact houden en ik zie dat zijn ogen langzaam rood worden. Hij gromt. Het enigste wat ik zie is mist. Iedereen is stilgevallen. Ik slik met moeite. In mijn hoofd zet ik op een rijtje wat ik nog kan doen: ik kan 'm smeren, maar grote kans dat dat mislukt. Ik kan hem afwijzen, maar misschien maak ik hem daarmee bozer.

Wat kan ik nog meer doen?

Niets. Mijn hoofd is leeg, ik kan niets meer verzinnen.

Hij loopt naar me toe en ik kijk hem wantrouwend aan.

Nee.

Alsjeblieft niet.

Nee, niet nu, nooit.

Hij kan niet mijn mate zijn. En toch is het zo.

Ik schud mijn hoofd.

'Nee, nee, nee, nee, nee...' mompel ik. Ik ben gek aan het worden.

'Nee! Je kan niet mijn mate zijn...' roep ik gefrustreerd uit. In mijn ogen prikken tranen. Alleen zijn dat geen tranen van geluk...

'En toch is het zo...' hoor ik zijn zware, angstaanjagende stem fluisteren. Ik haal diep adem als ik hem volledig zie. Waarom moet hij zo hot zijn? Het zweet breekt me uit, hij loopt mijn kant op tot hij voor me staat. Ik begin zenuwachtig op de binnenkant van mijn wang te bijten. Hij heeft vleugels. Zie ik het nou goed? Hij heeft echt vleugels. Natuurlijk heeft hij vleugels. Grote, zwarte, vleugels. Het is te intimiderend. Ik knijp mijn handen samen. Hij is minstens tien keer sterker dan mij. Hij zou mij binnen een seconde kunnen doden.

'Het feestje is voorbij, mate, we gaan nu.'

'Nee!' schreeuw ik nog panikerend, voordat ik gehuld word door zijn zwarte vleugels.


Deze plek.

Die ene droom.

Die mark.

Ik adem diep in en uit, hopend dat dit niet waar is. Het lijkt alsof ik elk moment kan kotsen. Ik voel me duizelig.

De kamer is zoals in mijn droom net zo groot, en alles staat precies zoals ik had verwacht, zoals ik had gedroomd. Hij had me hier gewoon achtergelaten, nadat ik overvallen was met de lichtbundels van licht. Ik lig op een mooi geborduurd tapijt. Opgerold als een bolletje. Trillend.

Niet wetend wat er straks gaat gebeuren.

Gaan ze me nu al dood maken?

Ik hoor hoe de deur open gaat. Die heerlijke geur, zo onweerstaanbaar- wacht, waar ben ik mee bezig? Als ik zo verder ga, zal het niet goed aflopen. Ik mag het niet denken! 'Sta op.' hoor ik hem bevelen. 'Sta op!' hoor ik hem grommen als ik zijn bevel niet volg. Ik duw mijn lichaam met moeite omhoog. Het lijkt alsof mijn ziel uit mijn lichaam is gehaald. Alsof ik al dood ben.

'Zo mooi, zonde dat je dood moet.' zegt hij als ik sta. Ik sla mijn handen om mijn middel heen. Met mijn blik naar de grond gericht. Mijn hart klopt in mijn keel als zijn vingers mijn wang strelen. Ik klem mijn kaken op elkaar om niet te genieten van de tintelingen. Hij neemt mijn gezicht vast en bestudeert hem van alle kanten. Mijn ogen zijn overal op gericht, maar oogcontact vermijd ik. Zijn vleugels zijn verdwenen, hij heeft een zwarte outfit aan. Zijn lippen zijn vertrokken tot een streep.

'Trek je jasje uit.'

Met grote ogen kijk ik hem aan. Wat denkt hij wel niet? Na enkele secondes is zijn geduld op. 'Goed, als jij het niet wilt doen, doe ik het wel.' Ik voel hoe zijn vingers in een ruk de rits van mijn jasje open trekken. Met één beweging draait hij mij om en is mijn rug naar hem toegekeerd. Zijn handen tasten uitgebreid mijn bovenlichaam aan, terwijl hij mijn jasje uittrekt. Ik knijp mijn ogen dicht en bijt op mijn lip. Als mijn jasje uit is draait hij mij weer om. Het jasje gooit hij weg. Dit keer speelt er een kleine glimlach op zijn gezicht.

Hij scant me helemaal, voordat hij zegt: 'Doe nu je shirt uit, of moet ik dat ook nog voor je doen?'

Ik schud mijn hoofd angstig. 'Oh, jawel.' In zijn ogen zie ik kleine vlammetjes. Ik zet een stap achteruit als hij er een naar voren doet. 'Doe het.' beveelt hij. Ik blijf mijn hoofd schudden totdat ik duizelig word. Zijn handen grijpen uit het niets mijn heupen vast en hij trekt me naar zich toe. Zijn handen glippen onder mijn shirt. Ik hap naar adem van het huid op huid contact en probeer hem weg te duwen. 

Zijn lippen vinden een weg naar mijn nek en zijn handen gaan hoger en hoger. 'Stop,' murmelde ik protesterend. 'Stop, alsjeblieft.' smeek ik hem. Hij negeert me en zijn lippen vinden mijn kaak. 'Stop!' roep ik gefrustreerd en gepanikeerd. Als zijn ogen de mijne ontmoeten zie ik dat ze boos staan. Zijn kaak verstrakt. Hij duwt me hardhandig tegen de muur aan en zet mij klem. 'Regel een: ik geef de bevelen, niet jij.' Zijn gezicht nadert de mijne en ik kijk hem met grote, angstige ogen aan. 

Wanneer hij zijn lippen op de mijne drukt, ontploft er iets in me. Ik beweeg me niet, ik blijf geschrokken stil staan. Even overweeg ik om hem in zijn edelen delen te slaan, maar ik denk dat ik daarmee nog meer problemen veroorzaak. 'Alsjeblieft, stop!' murmel ik tegen zijn lippen aan.

'Regel twee: laat me mezelf nooit herhalen.' Hij houdt mijn heupen opeens heel stevig vast en ik bijt op mijn lip om de pijn te verminderen. 'Heb je me begrepen?' vraagt hij dringend.

Ik knik als antwoord. Met moeite houd ik mijn tranen in. 

'Mooi zo, dan mag je jezelf nu gaan opfrissen.' Hij laat me los en wijst met zijn duim over zijn schouder naar de badkamerdeur.

Ik werp nog één laatste blik over mijn schouder heen voordat ik de badkamer in snel.

En er speelde een grote, duivelse glimlach op zijn lippen.

----

herschreven: 21 augustus '16

Chosen by the demon wolf 1 & 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu