Hoofdstuk 7.

3.8K 208 56
                                    

Ik douche kort. 

Ik heb gewoon geen zin om te douchen.

Alles gaat vanzelf; ik droog mezelf af met de te grote baddoeken en wikkel mezelf er daarna in. Ik kijk rond en mijn ogen vallen op een lange, witte jurk. Ik vraag me af sinds wanneer dat daar hangt. Ik haal de jurk van de hanger af en zie dat er ook nog lingerie bij zit. Het boeit me niet dat het te groot is, beter dat ik iets heb. Snel trek ik de witte jurk aan, die tot mijn hielen komen. Ik doe de deur op een kiertje. Ik gluur naar buiten en ik zie dat er niemand in de kamer is. 

Wanneer ik weer in de kamer ben wil ik terug zitten op het tapijt, als de deur opeens openvliegt. Geschrokken draai ik me om, alleen om te ontdekken dat Hij mij met een stalen gezicht aankijkt. Hij bekijkt me niet eens volledig. Niet dat ik dat wil. 'Kom,' zegt hij angstaanjagend. Oké, het lijkt nu alsof hij een of andere gestoorde pedofiel is die mij probeert te lokken. Maar natuurlijk moet ik met hem mee gaan, anders weet ik niet wat er gaat gebeuren. 

Hij steekt zijn hand uit als ik hem nader. Twijfelend begin ik op mijn lip te bijten. Wanneer zijn geduld op is trekt hij me aan mijn arm mee, zo de gang op. Ik kan niet op tegen zijn ijzeren greep en besluit dat hij me maar mee mag sleuren, god mag weten waar naar toe. 'Ben je altijd zo langzaam?' vraagt hij opeens. Ik kijk op en voel dat mijn wangen opwarmen. 

'Waar... waar gaan we...' 'Dat zie je zo wel.' zegt hij kortaf. Ik klap mezelf mentaal in mijn gezicht en zijn grip op mijn arm verzacht.

Mijn adem stokt in mijn keel als ik de beeldschone tuin zie. En de hordes aan mensen. Ze hebben een bloed lustige blik in hun ogen als ze mij zien. Ik merk op dat het alleen maar mannen zijn. Terwijl ik ril, duwt Hij me het podium op. Sinds wanneer stond dat daar opeens? Ik krijg het benauwd als Hij naast mij staat en ik zie dat zijn handen tot klauwen zijn gevormd. Is dit het dan? Gaat hij me echt vermoorden?

Wanneer er gemompel komt van het publiek gaat er een pijnscheut door mijn arm heen. Ik hap naar adem maar probeer stil te blijven staan. De volgende pijnscheut is bij mijn ruggengraat en heupen. Ik klap voorover en kerm van de pijn. 'Lily?' hoor ik de stem van mijn mate vragen. Het klinkt zo vredig.

Alsof hij mij niet zou vermoorden op dit moment. 

'P... pijn..' kreun ik. 

Ik hoor een paar mensen geschrokken naar adem happen. 'Alpha Zayden! Het is volle maan!' hoor ik een stem sissen. 'U kunt haar niet vermoorden tijdens haar verandering...' gaat de stem verder. 'De Bèta heeft gelijk, Alpha.' hoor ik een andere stem zeggen. 

'Shit. Ik wist niet dat het volle maan was...' hoor ik Hem zeggen. Ik weet zijn naam. Zayden. 

Op de een of andere manier past het wel bij hem.

Mijn benen worden zwak en ik val op de grond. Terwijl ik de pijn probeer te negeren, rol ik op tot een bolletje.

Ik kan alleen maar leiden van de pijn- mijn botten kraken zo erg dat ik bang ben dat als het zo door gaat dat ik dood ga.

Ik heb niet eens meer de kracht om ook maar te schreeuwen.

Het enige wat ik voel is heel veel pijn.

Alsof iemand me dood martelt.

Ik sluit mijn ogen en negeer het geschreeuw op de achtergrond. Even later voel ik dat ik word ondersteund. De tintelingen laten me heel even de pijn vergeten. 

Het is mijn mate.

Zielsverwant.

Soulmate.

Tranen stromen over mijn wangen en ik heb niet eens de kracht om ze weg te vegen.


Even later, net wanneer ik het wil opgeven, hoor ik zijn stem. 'Niet weggaan.' hoor ik de stem van Zayden grommen.

Ik probeer met alle kracht er bij te blijven, wat lukt met moeite. Ik huil. Alleen schrik ik wanneer ik huil. Het was niet het gehuil van normale mensen, maar van een.. wolf. Mijn ogen sperren zich open als ik een hand door mijn vacht voel. Geschrokken deins ik achteruit. 

Ik ben een wolf.

Zayden kijkt me bewonderend aan en ik strijk met mijn poot over mijn vacht heen.

Uit het niets word ik geknuffeld. Ik schrik en probeer uit Zaydens greep te komen. Tevergeefs. Zijn neus snuffelt in mijn nek, en voor ik het weet staat er een wolf zo zwart als de nacht voor me. Onze ogen ontmoeten elkaar en verlaten elkaar voor geen seconde. 

Dan draai ik mijn kop langzaam naar links en rechts. Bijna iedereen kijkt me aan met open mond. Ik bedenk wat ik nu moet doen. Zal ik snel genoeg zijn om weg te komen van iedereen? Zal ik snel genoeg zijn om weg te komen van mijn dood? Ik waag een stap naar achteren, wat een grom oplevert van Zayden.

'Durf het niet,' hoor ik zijn stem kwaad zeggen. Ik buig mijn kop, alleen om gelijk weg te rennen. Het voelt fantastisch om op vier poten te rennen. Alsof ik eindelijk bevrijd was. Ik hoor verschillende mensen schreeuwen en grommen. Ik word op mijn hielen gevolgd, en dat weet ik. 

Ik kon een kans wagen, het is nu of nooit.

Hoelang ik ren weet ik niet, maar wanneer ik iets zwaars op mijn kop voel, hap ik naar adem. Even zie ik sterretjes en stop met rennen. Ik voel een intense pijn gaan door mijn staart, waardoor ik huil. De blauwe ogen van Zayden zijn intimiderend als ze me aankijken. Hij heeft mijn staart in zijn bek, waardoor ik niet verder kan rennen. Ik val op mijn zij en zie dat mijn blikveld langzaam zwart wordt. 

Het laatste wat ik zie is de volle maan.

De Maangodin.

------------

'VAN MIJ! MIJN! RAAK HAAR NIET AAN!' hoor ik een bekende stem vaag schreeuwen.

'Alpha Zayden, u weet toch dat ik haar alleen probeer te helpen...' hoor ik een tweede stem zeggen.

'NEE! DURF HAAR NIET AAN TE RAKEN!' Woest gegrom volgt.

'Ik denk dat het bezoekje nu afgelopen is, Bèta Matthew. Neem hem maar weer terug naar zijn kamer.' 

'NEE! VAN MIJ! LILY!' 

Met een klap herinner ik me de stem weer.

Zaydens stem.

Ik open met alle moeite mijn ogen, terwijl ik hem net weg gebracht zie worden door drie mensen onder zware bewaking. 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

1096 woorden!

#teamZayden!

Of je kan kiezen voor #TEAMPIZZA.

Hahahaa, ik hou van pizza.


Maar goed.


Ik heb het druk, druk, druk.

dusss adios people!


herschreven: 22 augustus '16

Chosen by the demon wolf 1 & 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu