Hoofdstuk 16.

3K 171 54
                                    


-Ik zit hier al inmiddels 4 dagen, om precies te zijn vier en een half.

-Ze laten me hier een keer per dag uit.

-En dan alleen om een koude douche te nemen en naar de toilet te gaan.

-Ze geven me hier twee keer per dag eten. Een in de ochtend, wat bestaat uit een boterham met ham of kaas. Als het met ham is gooi ik de ham weg, ik hou niet van ham. En een in de avond; een kom soep of wat anders met drinken.

-Het enigste wat ik doe om de tijd te verdrijven, is een zinnetje herhaaldelijk opzeggen. Als een mantra.

-Zayden komt me halen, hij gaat me hieruit halen. 

-Ik vind het hier niet leuk.

Ik zet een punt achter de zin en berg de notitieblok met het pennetje weer op in de kussensloop.

Ik moest het van Marit doen. Ze zei dat het misschien zou helpen om dingen op te schrijven.

Dus schrijf ik elke dag. Ik schrijf hoe ik het hier vind, wat ik doe en hoe ik de tijd hier doorbreng.

Maar het helpt niets. Ik doe het alleen om de tijd te verdrijven.

Mijn gebroken arm is al geheeld, er is alleen nog maar een blauwe plek over. De rest van mijn lichaam is al genezen. Ik moet toch wennen om een weerwolf te zijn...

Jack is me niet meer komen opzoeken. En ik vind het beter zo. Ik wil gewoon dat hij uit mijn buurt blijft. Marit zoekt me elke dag op en geeft me soms iets meer te eten. Ze blijft altijd kort bij me en is altijd snel weg. Niet dat ik er problemen mee heb.

Intussen weet ik door Marit dat Zayden en Uriah niet gestorven of gewond zijn en dat ze me zoeken. Ze kunnen me niet vinden, omdat dit territorium te goed is verstopt. En wat dan nog; ze zouden zeker aangevallen worden door de weerwolven en vampiers van hier. Ik wil niet dat ze gewond voor me raken.

Ik ga op een comfortabele manier op het bed liggen en trek het dunne dekentje over me heen. Ik staar naar het plafond en wacht totdat ik in slaap ben gevallen.


Na een tijdje ben ik nog steeds niet in slaap gevallen. Ik zucht, draai me om en trek de deken nog beter over me heen. Dan doet het lampje het niet meer. Hij is alweer stuk. Soms doet hij het, soms niet. Ach ja. Ik kan nog wel wat zien door de zonnestralen dat door het raampje schijnt.

Ik dwing mezelf om mijn ogen dicht te doen en wat te gaan slapen. Na een tijdje val ik in slaap.

.

Ik schrik wakker en ga gelijk rechtop zitten. Ik probeer op adem te komen. Als dat me is gelukt veeg ik het zweet van mijn voorhoofd. Ik adem langzaam in en zucht terwijl ik mijn hoofd in mijn nek zet. Ik had alweer die verschrikkelijke droom.

Als ik naar de deur kijk zie ik dat er een dienblad staat. Ik sta op uit het bed en loop er rustig naartoe. Ik probeer het dienblad te pakken zonder dat mijn huid het zilver raakt. Ik weet dat als je al een weerwolf bent dat je dan geen zilver mag aanraken. Dat kan behoorlijk pijn doen. Ik heb het ooit gezien, bij mijn vader, de bèta van ons roedel. Hij was gewond, doordat hij zilver had aangeraakt.

Ik ga weer op het bed zitten en doe mijn haren in een knot met het elastiekje dat ik van Marit heb gekregen. Ik zie dat ik vandaag kippensoep heb gekregen. Ik heb er geen zin in maar dwing mezelf om het te eten: ik moet op been blijven, voordat ik flauwval of dergelijke.

Als ik de soep op heb zet ik het dienblad weer voorzichtig terug in het doorgeefluikje. Als ik rustig terug wil lopen naar het bed voel ik opeens een steek in mijn buik. Ik grijp naar mijn buik en loop met tegenzin naar het bed toe. Ik laat me erop vallen en probeer de pijn weg te laten gaan.

De pijn wordt erger en ik val met mijn hoofd op het bed. Ik doe moeite om het niet uit te gillen en ik ben helemaal in de war. Wat gebeurt er? Als ik een hevige steek voel in mijn onderbuik gil ik het uit. De pijn wordt erger. Ik blijf gillen en spartel op het bed. Ik gil de longen uit mijn lijf en houd mijn buik stevig vast; niet dat dat iets helpt.

Ik voel tranen op mijn wangen en ik probeer de pijn niet te voelen. De pijn wordt steeds erger; alsof ik straks breek. Ik zie de wereld wazig worden door mijn tranen en hoor hoe iemand binnenkomt. Er klinkt gepraat en geschreeuw en ik kan wazig Marit onderscheiden.

'Het doet pijn!' gil ik uit. Marit kijkt me bezorgt aan en verdwijnt. Even later staat ze weer naast mijn bed met, als ik het goed heb, Jack.

De tranen vloeien over mijn wangen en ik voel steeds steken in mijn onderbuik.

'Jack! Doe iets! Je ziet toch dat ze pijn heeft! Ze zit..' zegt Marit schreeuwend tegen Jack.

Ik hoor hoe Marit iets zegt en het echoot in mijn hoofd.


'Ze zit in de heat..'


~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~


OH nee. Lily zit in de heat, Zayden is niet bij haar en Marit schreeuwt tegen Jack. Kan er nog iets mis gaan?

Oh, jawel. In het volgend hoofdstuk gaan jullie mij haten, hihihihihii >:D

En nu moet ik naar school.

Adios.


herschreven: 24 september '16

Chosen by the demon wolf 1 & 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu