Hoofdstuk 15. ~Bonushoofdstuk~

3.6K 178 28
                                    


We rijden met volle vaart over de snelweg. Ik vraag met een kleine stem: 'Waar gaan we heen?'

Marit glimlacht naar de achteruitkijkspiegel en zegt: 'Naar The Black Eye. Dat is een roedel en ook weer niet; er leven daar zowel weerwolven als vampiers.'

'Daarom waren er ook vampiers tijdens het gevecht,' mompel ik vol ongeloof. Ze knikt en zegt: 'Het heet The Black Eye omdat weerwolven én vamps zwarte ogen kunnen hebben. De Alfa daar is Jack, want hij is half vampier en half weerwolf. Zijn moeder was een weerwolf, zijn vader een vamp.' zegt ze.

'Wow. Dat... is toch net als bij Zayden? Hij is een weerwolf en demon.'

'Juist ja.' zegt ze.

Na een tijdje stilte vraag ik nieuwsgierig: 'Hoe wist je eigenlijk dat Zayden me had gemarkt?'

Marit wilt eerst iets zeggen want ze opent haar mond, maar dan sluit ze die weer. Ze bijt op haat lip en zegt dan mompelend: 'Je ruikt gewoon heel erg naar Zayden. Ik had ooit wat met hem, daarom weet ik het...'

Ik kijk haar met grote ogen aan. Jaloezie borrelt langzaam op. 'Hoeveel jaar ben je dan? En... wanneer hadden je dat iets?'

'Ik ben 20 jaar en het was ongeveer twee jaar geleden,' zegt ze terwijl ze heel gefocust op de weg kijkt. Ze tikt nerveus met haar rood gelakte nagels op het stuur. 

'We zijn er!' zegt ze opgelucht na vijf minuten. Het is al diep in de nacht dus is het moeilijk om te zien waar we zijn. Ik tuur uit het raampje van de SUV en Marit stapt uit. Ik zie een heel groot kasteel, en we zijn gestopt voor poorten die voor het kasteel staan. Marit loopt naar een van de bewakers toe en wisselt een paar woorden uit. De bewaker knikt en doet de grote poorten open. Marit zit inmiddels alweer in de auto en ze rijdt door de poort heen.

We stoppen voor het kasteel en ik kijk ernaar. Geschrokken open ik mijn ogen en hap naar adem. Ik maak de deur van de SUV open en ga er snel uit. Ik adem even diep in en uit en sluit de deur van de rode SUV. Ik zucht en kijk om me heen. Deze plek komt me bekend voor. Ik zie dat Marit bij de grote voordeur staat en ze wenkt me. Ik loop behoedzaam naar haar toe en ze opent de voordeur al. Ze loopt er doorheen en ik loop achter haar aan. 

We lopen een trap op en ik volg haar. Ze opent een deur en zegt dan tegen mij: 'Je mag je hier opfrissen, ik zal kijken naar gepaste kleding voor je.' met tegenzin knik ik en loop de badkamer in.

Ik heb helemaal nergens zin in. Mijn botten voelen gewoon te zwaar aan en ik wil dat ik van al deze ellende af kom. Ik zucht en trek langzaam mijn kleren uit. Ik probeer zo min mogelijk te kijken naar de schrammen en blauwe plekken en ga dan onder de douche staan.

Warme stralen verwelkomen mijn lichaam en ik was mijn lichaam op de plekken waar geen grote wonden zijn. Ik zie een fles vrouwenshampoo staan en ik zeep mijn lichaam in. Ik spoel mijn lichaam af en wikkel daarna een grote baddoek om me heen. Ik probeer de pijn in mijn arm zo veel mogelijk te negeren en probeer er zo min mogelijk mee te bewegen. Voor de rest heb ik niet zo veel verwondingen of kneuzingen.

Er wordt twee keer geklopt op de deur en de deur zwaait al open voordat ik iets kan zeggen. Gelukkig had ik de baddoek om me heen gewikkeld, denk ik. Marit komt naar me toe en geeft me een setje kleding. 'Hier. Trek maar snel aan, ik wacht buiten op je.' dan loop ze naar buiten en sluit de deur achter zich.

Ik laat de baddoek zakken en zet hem in een wasmand. Ik zie dat ze van alles erbij heeft gezet; van onderbroek tot sokken. Ik trek de kleren aan en laat dan mijn haar los en ze vallen om mijn schouders. Ik kijk wat ik aan heb: een wollen trui die heel zacht en dik is en een soort dikke broek. Je kan het net niet een joggingsbroek noemen.

Chosen by the demon wolf 1 & 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu