14

2.3K 98 12
                                    

-Luna-

"Jacob?" Vroeg ik na een lange tijd kijken.

"Mhm?" Antwoordde hij.

"Heb je misschien Alana gezien onderweg hier naartoe?"

"Ja," zei hij. Ik keek naar links, om oogcontact met hem te maken. Maar snel realiseer ik dat hij met zijn hoofd tegen mij leunde.

"Waar ging ze heen, heb je dat gezien?" Vroeg ik. Ik begin nu wel een beetje mijn geduld te verliezen.

"Dat wilde ik je ook vragen. Ik dacht dat ze naar voetbal training is gegaan." Zei hij terwijl hij recht op ging zitten.

Ik leunde naar voren en plaatste mijn ellebogen op mijn knie. Met mijn kaken in de palm van mijn handen, zuchtte ik voordat ik weer kon praten.

"Ze is weg gelopen." Zei ik en ik kon de tranen in mijn ogen voelen prikken.

"Luun..." Jacob aaide mijn rug.

"Ik was boos omdat ik dacht dat ze onze vriendschap heeft verpest." Ik veegde een traan weg. "En toen begon ik tegen haar te schreeuwen." Meer tranen liepen beneden mijn ogen. "I-ik zei dat het beter was toen ze nog weg was, toen ze nog op danskamp was." Zei ik en ik kon het niet meer laten.

Met Jacobs wijsvinger tilde hij mijn hoofd op waardoor ik gedwongen was om in zijn mooie ogen te kijken. Hij veegde mijn tranen weg met zijn mauwen en keek weer recht in mijn ogen aan.

"Luna, haal adem." Zei hij met zijn diepe, maar zachte stem.

"Ik kan niet Jacob, dit is mijn schuld. Door mij is ze weg gelopen en het zal ook mijn schuld zijn als ze in een ongeluk komt." Ik kneep mijn ogen dicht om te voorkomen dat er meer tranen kwamen, maar het mislukte.

Voordat ik het wist had Jacob zijn armen over mij heen gedaan. Ik rustte mijn gezicht in zijn nek en huilde uit. Jacob aaide mijn rug wat me comfortabel maakte.

"Beschuldig je zelf niet zo. Oké ja, misschien is het jouw schuld. Maar het is ook deels mijn schuld." Zei hij en ik trok me terug van de knuffel. Ik keek hem aan met een verwarde gezicht.

"Als ik gewoon had opgelet naar wie ik ging, was dit niet gebeurt. Ik bedoel, jullie zijn tweelingen. Ik ben heus niet de enige die jullie door elkaar heb gehaald." Zei hij. "Ik had gewoon mijn ballen moeten-"

"Oké, Jacob laat maar." Zei ik en draaide me om.

"Laat me uit praten!" Zei hij lachend en draaide me om via mijn schouders. "Als ik mijn ballen gewoon had gebruikt en je gelijk bij tekenen had gevraagd, zou het een stuk makkelijker voor me zijn geweest." Zei hij.

"Ja, toen je zei dat je mij jouw beugel wilde proeven." Lachte ik.

"Kijk, dat. Dat moet je doen, lachen. Je bent veel mooier als je lacht." Zei hij en ik bloosde een beetje. Hij leunde naar achteren met zijn armen rustend om de bovenkant van de rugleuning. "En wie weet, straks is het mijn tanden. Mijn beugel gaat eruit dus gaat het een stuk makkelijker." Hij knipoogde naar mij en gaf me een lucht kusje.

"Ach, ga toch een eind fietsen joh!" Ik stond op en liep het hutje uit.

"Waar ga je heen?" Vroeg hij terwijl ik mijn schoenen aandeed.

"Mijn zus zoeken." Zei ik en deed me jas aan.

"Ik ga met je mee." Zei Jacob en liep naar me toe.

"Jacob, ik denk dat je al genoeg heb gedaan voor vandaag. Dit is een beetje een zussen ding weet je." Zei ik en ik pakte mijn sleutels van de schoenenkast.

"Is goed, maar kom wel terug hé. Als je er niet meer ben, wie moet ik dan laten lachen?" Zei hij en ik rolde speels mijn ogen.

"Jacob," Ik plaatste mijn hand op zijn schouders.

"Personele ruimte!" Hoorde ik Michael zeggen vanuit de keuken. Snel haalde ik mijn hand weg en plaatste ze in mijn jaszakken.

"Doei!" Zei ik nog voordat ik mezelf en Jacob naar de andere kant van deur bracht. Jacob gaf nog een laatste knuffel voordat onze wegens verspreidde.

Oke Luun, als jij Alana was. Waar zou je gaan?

-Alana-

Ik stond bij de voordeur van Hayes. Niet te geloven dat ik ooit naar hem naartoe zou gaan. Tja, zo wanhopig ben ik dus.

Ik zuchtte en zat met mezelf te discussiëren of ik wel of niet moest aankloppen. Misschien moet ik maar naar huis, of gewoon naar iemand anders. Maar niemand neemt zijn telefoon op of reageert op mijn app'jes.

Ik besloot maar om gewoon aan te kloppen. Ik bedoel, het is wel een paar jaartjes geleden sinds we elkaar hebben verlaten. Misschien is hij het vergeten, of is zijn hoofd al helder geworden.

"Ja babe, ik kom er zo aan." Hoorde ik iemand zeggen terwijl de deur open ging. Ik zag Hayes met zijn hoofd gedraaid naar de woonkamer, shirt loos. "Ja-oh." Zei hij, en veranderde zijn blik gelijk.

"Kan ik hier een nachtje slapen?" Vroeg ik, straight to the point.

"Ook hoi Alana." Zei hij en leunde tegen de zijkant van de deur.

"Babe, wie is aan de deur?" Zei een meisjes stem. Ik hoorde voetstappen naar onze directie gaan en niet zoveel seconden later stond er een meisje achter hem. "Wie is dat?" Vroeg het meisje met een vieze blik.

"Wat is dat?" Vroeg ik aan Hayes in dezelfde irritante stem als haar.

"Wat?" Zei ze.

"Wat."

"Wat nou?" Zei Hayes. "Mel, kan je alsjeblieft gaan?" Vroeg Hayes aan het meisje. Ze draaide zich om en liep weg.

"Jeetje Hayes, je bent nog steeds niet verandert." Zei ik en plaatste mijn voetbal tas op de grond.

"Ik bel je later Hayes." Zei het meisje weer en ze gaven elkaar een vieze kleffe zoen. Ik kokhalsde waardoor ze terug trokken. Weer keek ze vies naar mij en ik gaf haar een fake smile terug. Ik rolde mijn ogen toen ze langs me liep en wachtte af totdat ze het straatje is uitgelopen.

"Zoals ik vroeg, kan ik hier slapen voor een nachtje?" Hij stapte opzij om ruimte voor mij te maken. Ik pakte mijn voetbal tas en liep naar binnen.

Ik zat neer bij de woonkamer op de bank. Hij kwam terug met een shirt aan, Halleluja!

"Dus, waarom ben je hier?" Vroeg hij en ik leunde naar achteren.

"Gewoon." Zei ik terwijl ik recht voor me keek.

"Ahw, mis je me?" Vroeg hij.

"Whahahauw, ik ben hier pas net na... Wat?... Twee jaartjes en je voelt je nu al groot hé?"

"Hoezo? Dat was ik altijd al geweest." Hij deed een arm om me heen.

"Ga toch een eind fietsen, joh!" Zei ik sloeg zijn arm weg.

"Au!" Zei hij. "Jij bent ook niet verandert." Zei hij en ik gaf hem een vieze blik.

"Klasgenoten"~ Jacob Sartorius | Boek 1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu