LUISTER MUZIEK! HET HOORT BIJ DIT HOOFDSTUK!!-Alana-
"Ah shit man!" Gromde ik toen ik erachter kwam dat ik de laatste overgebleven was bij Call of Duty. Snel sprintte ik het huis binnen en wachtte af totdat ik de laatste twee spelers van het andere team tegenkwam.
"Bij je rug!" Hoorde ik een stem schreeuwen. Ik draaide me om en zag Harry daar staan, fijn.
"Wat doe je-"
"Snel anders verliest je team." Zei hij en ik draaide me om. Inderdaad was er een tegenstander achter me die een granaat richting mijn kant op gooide. Snel sprong ik van de raam en schoot de speler dood.
"Wat doe je hier?" Vroeg ik, mijn ogen gericht op de videogame.
"Je zus liet me binnen." Antwoordde hij en plofte neer naast me.
"Wie zegt dat je naast me mag zitten?" Vroeg ik terwijl ik rond het terrein rende.
"Wie zegt dat je mag tegenspreken?" Vroeg hij in dezelfde toon net zoals ik.
"Rot op!" Zei ik geërgerd en zag de tegenspeler rennen in een busje. Snel pakte ik een granaat en gooide het richtig het busje. Binnen enkele seconden was het busje opgeblazen en had ik gewonnen.
"Nee, dan kan ik je mooie gezicht niet meer zien." Zei hij en ik draaide mijn hoofd naar hem toe. Ik staarde recht in zijn ogen voor een paar seconden totdat ik van het bed afgleed.
Met een harde "THUMP!" Viel ik op de grond met de lakens om me heen gewikkeld. Harry lag in een deuk terwijl ik probeerde om op te staan maar de lakens zaten vast in de verwarming,
"Lach niet en help me! Ik krijg geen adem." Zei ik en binnen een paar seconden voelde ik een paar handen over de lakens heen gaan. En zoals de persoon die ik ben kan ik écht niet tegen kietelen.
"HARRY! NEE STOP! HARRY!" Schreeuwde ik bewoog als een bezetene om de kietelige gevoel te laten stoppen.
"Ah, je kan niet tegen kietelen hé?" Hoorde ik hem lachend vragen en ging door.
"AAHH!! STOP HARRY ALSJEBLIEFT! IK KRIJG GEEN ADEM, HEEH! IK KRIJG GEEN-"
"WAT! ALANA WAAR BEN JE!" Hoorde ik Michael schreeuwen. Voetstappen rende richting mijn kant op en gelukkig was Harry al gestopt met kietelen dus lag ik daar maar buiten adem. De laken werd over mij heen getrokken en Michael was zichtbaar.
"Ik was gevallen." Zei ik zo kalm mogelijk en hij trok me omhoog. Hij keek me aan om te kijken of ik ongedeerd was en zuchtte.
"Je liet me schrikken man! Ik hoorde je uit het niets schreeuwen en ik dacht dat je alleen beneden was." Zei hij en legde een hand in zijn heup.
Uit het niets voelde ik...me raar. Een raar gevoel binnen in mijn borst. Niet een gewone pijn of een erge pijn, maar een pijn die me bekend voor komt. Het liet me hart sneller kloppen in een zenuwachtige manier en het liet me niet fijn voelen.
"Alana, wat is er?" Vroeg Harry die een hand op mijn schouder plaatste. Ik leunde een beetje naar voren en keek naar de vloer.
"I-ik weet niet." Reageerde ik.
"Hoe bedoel je met 'ik weet niet.'?" Vroeg Michael.
En toen kwam Luna in mijn hoofd. Ik voelde een verdrietige gevoel, een boze en een gebroken. Ik voelde hoe Luna huilde en hoeveel pijn ze nu heeft.
"Luna." Zei ik en rende naar de voordeur. Ik waggelde het om het te openen en rende de deur uit.
"Alana, waar ga je naartoe?" Hoorde ik Michael schreeuwend vragen.
JE LEEST
"Klasgenoten"~ Jacob Sartorius | Boek 1
Hayran KurguLuna is een normale, net beginnende tienermeisje. Ze gebruikt haar tijd het meest in Social Media en weet bijna alles over de nieuwste trends. Op een dag krijgt Luna nieuwe buren als haar leven in een keer verandert. Wat gebeurt er als Luna op Jacob...