Lethia
Amaya kijkt geschrokken naar de boekenkast. "Hoorde jij dat ook?" Ze zet een paar stappen van de boekenkast vandaan.
Ja, ik weet heel goed wat dat geschreeuw was. Ja, ik weet heel goed waar het vandaan komt. En ja, ik hoorde het ook.
"Kwam dat vanachter de ka-" Wil Amaya vragen.
"Nee," Kap ik haar snel af. Ze mag niet weten wat er zich daar afspeelt. "Het kwam van buiten." Verzin ik snel.
Op dat moment klinkt het gegil nogmaals. Amaya rent naar het raam en trekt het gordijn open. Buiten staat Ruby kwijt tegen de bakstenen van het huis te trappen. "Stomme trut!" Krijst ze. Sean probeert haar te kalmeren.
Ik zie hoe Amaya al wat rustiger wordt. "Ik dacht echt even dat het vanachter de kast kwam," Ze rolt met haar ogen. "Schijnbaar vond Ruby het niet zo fijn dat je haar uit haar huis zette."
"En?" Snauw ik. Ik doe het raam open. "Wat sta je te doen?" Roep ik.
Ruby verstijft. Ik zie haar wat tegen Sean zeggen en dan beent ze weg. Sean verontschuldigt zich en rent daarna naar Ruby toe. Samen verdwijnen ze uit ons zicht.
"Dit loopt echt uit de hand," Amaya staart naar de grond en begint een heel verhaal op te hangen over hoe Ruby en ik echt zouden moeten praten, maar ik luister niet.
"Ik ben er klaar mee," Grom ik. "Waarom kan ik niet gewoon met haar afrekenen? Met haar afrekenen... Als ik die belladonna gewoon in haar cola gedaan had..."
"Wat?" Amaya kijkt verschrikt op. "Wat zei je?"
"Oh," Ik bedenk snel iets. "Het komt vast door die hoeveelheid cola die ze gedronken heeft, dat zei ik." Ik glimlach duister. "Zoveel suiker is niet goed voor zo'n teder meisje." Hopelijk gelooft ze dat. Ze hoeft niets te weten over de belladonna in mijn keuken.
"Oh ja natuurlijk!" Lacht ze. Hoe naïef kan iemand zijn? "Ik snap niet waarom Ruby dat deed. Wat heb jij haar ooit misdaan zodat zij het recht kreeg om 'Stomme Trut' te schreeuwen?" Zegt Amaya.
"Zo is Ruby gewoon. Ze heeft het vast gedaan om Sean te laten zien hoe stoer ze is, maar te zien aan zijn gezicht is dat niet zo goed aangekomen" Zeg ik met een grijns. Wat een zielig mens zeg, ik kan er gewoon niet tegen. Maar ik moet me beheersen, hoe graag ik ook mijn mes wil pakken en gewoon keihard... Nee. Je bent normaal, Lethia, normaal. "Je hebt nog steeds niet uitgelegd waarom je in mijn kamer was, Amaya. Ik had liever dat je dat niet had gedaan." Zeg ik traag.
Gelukkig is de kast niet opengegaan, anders zou ze erachter komen wat er echt achter zit. En dat hoeft niemand te weten.
"N-nou het licht viel uit, en Ruby en Sean waren er niet e-en ik dacht ze weg waren dus ik-k ging zoeken, m-maar meer wilde ik n-niet, ik zweer het!" Ik ken Amaya lang genoeg om te weten hoe gestrest ze hierover is. Ik zie haar zichzelf in mijn gedachten al uitschelden. Nog even en de tranen rollen over haar wangen.
"Goed," Zeg ik kortaf. Ik wil hier niet meer woorden aan vuil maken. Ergens ben ik wel blij dat het Amaya was en niet Ruby die de boekenkast omgooide. "Gelukkig ben jij niet zoals Ruby." Zeg ik per ongeluk hardop.
"Dankje," Verbeeld ik het me nou of glundert Amaya helemaal? "Ik ben ook blij met een vriendin zoals jij, Lethia."
Slijmbal. "Ik ben blij om dat te horen,"
"Bij jou kan ik echt mezelf zijn," Gaat Amaya verder. Ze lijkt even ergens over na te denken. Dan opent ze haar mond, maar er komt geen geluid uit. Ze slaat haar ogen neer. "Hoe dan ook," Brengt ze uiteindelijk uit. "Je bent een hele goede vriendin en daar wil ik je voor bedanken."
"Oké, bedankt," Zeg ik zo aardig mogelijk. Waar wil ze naartoe gaan met dit gesprek? "Jij ook, denk ik."
"Sorry," Amaya staat op. "Ik moet gaan, ik moet mijn broertje naar de voetbalclub brengen." Ik zie dat ze liegt. Haar broertje zit al een paar maanden niet meer op voetbal. "Nou, doei dan," Ze omhelst me en loopt daarna samen met mij naar de voordeur.
"Doei," Ik smijt de deur dicht. Nu kan ik eindelijk verder met mijn 'experimentje'.
JE LEEST
Zoete vergetelheid [Voltooid]
Horror'Wat is dit?' Ruby's ogen vliegen over de planken vol met duistere boeken en doodshoofden. 'Nee, wacht!' Roep ik uit. Met samengeknepen ogen draait Ruby zich om. 'Freak,' Sist ze. Op dat moment knapt er iets in mij. In een stadje ergens in Ohio ontm...