Ruby
Ik aarzel niet en steek snel de rivier over. Hoewel de brug kraakt, wiebelt en andere onbetrouwbare bewegingen en geluiden maakt lukt het me toch om aan de overkant te komen. Ik wacht geduldig op Sean die met zweet op zijn voorhoofd naar het kolkende water onder hem kijkt.
"Kom op!" Moedig ik hem aan. "Je bent er bijna."
Sean pakt mijn hand en springt de kant op. Net op tijd: een gevaarlijke wind steekt op die ons anders gegarandeerd het loodje had laten leggen. De brug en rivier zijn nu in ieder geval niks meer om ons zorgen over te maken, mede dankzij Anastasia, die ervoor gezorgd heeft dat Lethia ons op dat moment niet te grazen kon nemen. Ik vraag me overigens af hoe het nu met haar gaat.
"Waar moeten we nu heen?" Ik recht mijn schouders.
"Ik zou het niet weten," Hijgt Sean. "Maar ik neem aan dat we die kant op moeten." Hij wijst in de tegenovergestelde richting van waar we net vandaan komen.
"Oké," Ik tuur door het mistige, onheilspellende bos opzoek naar op de loer liggende gevaren. "Ik denk dat er in dit gebied niks zit."
"Mooi zo," Zegt Sean opgelucht en positief.
Ik weet dat ik niet moet liegen. We zijn niet veilig, nog lang niet. Ook al komen we uit dit bos, zullen we voor altijd door Lethia achtervolgd worden. De haartjes op mijn arm gaan rechtovereind staan bij de gedachte alleen al, dus schud ik het idee snel van me af.
Samen met Sean loop ik over de drassige grond. Er heerst een ijzige stilte door het bos. Het is tè stil. Waar is Lethia? Waar is ze nu mee bezig?
Ik denk een takje achter ons te horen kraken en hou verschrikt mijn adem in. Nee, niet nu, denk ik. Ik moet nu niet zo paranoïde doen. Ik ga hieruit komen, samen met Sean en we gaan dit overleven, verdomme.
Ik versnel het looptempo wat me een vragende blik van Sean oplevert. "Heb je iets gezien?" Vraagt hij.
Ik schud mijn hoofd. "We zijn er bijna." Ik blijf het zinnetje in mijn hoofd herhalen totdat ik er zelf bijna in ga geloven.
Vanuit mijn ooghoek zie ik een schim bewegen. Niet. Zo. Paranoïde. Doen. Ik voel Sean in mijn hand knijpen. Ik kijk hem even aan, hij heeft het dus ook gezien. We zetten het weer op een rennen.
Sean kan mijn tempo gelukkig bijhouden, maar de schim ook. Ik klem mijn kaken op elkaar en let op mijn ademhaling, probeer geen energie in andere dingen te steken. Ik spring over een omgevallen boomstam heen. Ik hoor een kettingzaag aangaan. Ik gil, voor het eerst sinds een lange tijd gooi ik er een gil van angst uit.
Alsjeblieft, geen kettingzaag.
Kettingzagen zijn een van de weinige dingen waar ik bang voor ben, samen met spinnen, hoewel ik alleen een fobie heb voor tarantula's. Andere spinnen laten me koud. Maar kettingzagen... Daarvoor ben ik echt doodsbang. En nu lijkt mijn ergste nachtmerrie werkelijkheid te worden.
Angstzweet loopt over mijn rug. Mijn kleding plakt aan mijn huid en mijn ademhaling wordt schokkerig. Door mijn paniek zie ik de kuil in de weg niet en ik struikel. Met mijn gezicht val ik in een plas met donkerblauw, troebel water. Ik probeer op te staan, maar mijn enkel is verzwikt. Ik hoor Sean mijn naam roepen. Mijn lip trilt en ik hijs mezelf omhoog aan een tak van een struik. Ik strompel verder. Ik wil niet meer rennen.
"Pak me dan!" Roep ik kwaad naar de schim die steeds dichterbij komt. "Maak me maar af, net zoals je bij Amaya gedaan hebt!"
"Jammer dat je denkt dat ik degene was die voor Amaya's... 'ongelukje' gezorgd heeft," Zegt een walgelijk vertrouwde stem. "Maar ja, wat actie zo nu en dan is wel leuk." Lethia grijnst haar puntige tanden bloot.
"Wat wil je van ons?" Vraagt Sean. Hij gaat beschermend voor me staan, maar ik duw hem aan de kant.
Lethia zucht. "Ik wil me gewoon vermaken, is dat nou nog niet duidelijk? Tot nu toe vermaak ik me, hoor. Jullie niet?" Haar ogen veranderen in een dodelijke, rode kleur.
"Niet bepaald nee," Ik neem een grote teug adem. "Luister, als je ons niet gewoon met rust laat, dan-" Ik word onderbroken door het gebrul van een kettingzaag.
"Sorry, zei je wat?" Roept Lethia boven het oorverdovende geluid van de duivelse kettingzaag uit, die nu wel erg dicht bij mijn gezicht is.
"Haal dat ding bij me vandaan!" Krijs ik angstig, meer naar Sean dan Lethia.
Ik wil nog niet sterven. Ik heb nog niks bereikt. Ik heb nog geen wraak genomen voor de dood van Amaya.
Een nieuw gevoel stroomt door mijn lichaam. Een mix van hulpeloosheid en woede. Ik sta oog in oog met de moordenaar van mijn beste vriendin en ik kan niks doen.
Of toch wel?
JE LEEST
Zoete vergetelheid [Voltooid]
Horror'Wat is dit?' Ruby's ogen vliegen over de planken vol met duistere boeken en doodshoofden. 'Nee, wacht!' Roep ik uit. Met samengeknepen ogen draait Ruby zich om. 'Freak,' Sist ze. Op dat moment knapt er iets in mij. In een stadje ergens in Ohio ontm...