Hoofdstuk 26

43 29 0
                                    

Lethia

Denken ze nou echt dat ze mij kunnen verslaan? Bespottelijk. Ik ben de koningin van de onderwereld. Buigen zullen ze, buigen!

Ik grom en stuur mijn leger zombies op ze af, terwijl ik in mijn hoofd aan een paar andere handige spreuken denk. Op dit moment hebben Ruby en Sean in ieder geval hun handen vol aan mijn zombies, dus over bijzaken hoef ik me nog even geen zorgen te maken.

Ik voel de energie en adrenaline door mijn lichaam gieren als ik een felle bliksemschicht oproep, maar Ruby ontwijkt hem en een van mijn zombies wordt geraakt en geroosterd.

"Is dat alles wat je hebt?!" Hoor ik Ruby schreeuwen. Zo te zien ben ik niet de enige die overloopt met energie.

"Haha!" Ik lach kwaadaardig. "Pas maar op je woorden." De regen valt nog harder op de grond, gevolgd door een stevige wind, die woest door mijn lange haren en die van Ruby waait.

Ik zie hoe Sean zijn ogen samenknijpt en hoe Ruby's tegenaanvallen steeds sneller gaan, terwijl ze maar blijft roepen. Hoe vermoeiend. Ik snap niet dat Ruby zo populair is op school, als het erop aankomt is ze immers ook maar een saai, verwend kind. De 'koningin' van onze school. Door iedereen die ik tot nu toe dit bos ingelokt heb goed te bestuderen weet ik al hun angsten, hun zwakke plekken en hun relaties, romantisch of vriendschappelijk. De echte heerser ben ik, niet een of andere over het paard getilde ex-cheerleader die luistert naar de naam Ruby.

Verbaasd zie ik hoe ze het toch voor elkaar gekregen hebben enkele zombies uit te schakelen, dus ga ik voor mijn plan B. Ik fluister een spreuk en niet veel later landen er vier vleermuizen die veranderen in bleke gedaantes met zwart haren en capes. Zie hier maar eens langs te komen, Ruby.

Sean is zo druk bezig met de zombies dat hij de vampieren niet eens door heeft. Pas als Ruby hem waarschuwt, ziet hij enkele gedaantes op hem afkomen. Zijn ogen worden groot. Toch slaagt hij erin om de eerste aanval te ontwijken en tegelijkertijd nog een van mijn zombies neer te halen. Nog maar een zombie en vier vampieren over. Ik heb nog honderden plannen. Maar het is saai om Ruby en Sean langzaam moe te zien raken en zo aan hun einde te zien komen, dus besluit ik om de boel een beetje op te snellen.

Wanneer mijn leger helemaal verslagen is, komen Ruby en Sean op me af. Ik moet grijnzen om de triomfantelijke uitdrukking op Ruby's gezicht. Denkt ze dat dit het al was? Dat mijn krachten maar zover gaan? Dan heeft ze het mooi mis.

"Jullie geven het dus nog steeds niet op," Ik tuit mijn lippen. "Dom, dom, dom."

Ruby kijkt Sean even vragend aan. Prachtig, die hulpeloze blik. Als die van een bang hertje.

"H-hoe bedoel je?" Sean staat te beven maar herpakt zich snel. "Je staat te bluffen." Ik walg van zijn positieve manier van denken. Alsof hij altijd gelijk heeft. Alsof de wereld een grote speeltuin is.

"Volgens mij niet hoor," Ik sluit mijn ogen voor een seconde en doe dan een stap achteruit, zodat een oude boom met veel gekraak omvalt. Ruby springt snel weg en Sean weet 'm op een haar na te ontwijken. "Luister, jullie kunnen kiezen. Of jullie geven je over, de snelle dood. Of jullie blijven vechten, de langzame, pijnlijke dood."

"Daar hoef ik geen seconde over na te denken," Zegt Ruby zuur. "Ik zal niet rusten voor ik-"

"Je hebt je keuze dus gemaakt." Is het laatste wat ik zeg.

En dan begint het gevecht pas echt.

Zoete vergetelheid [Voltooid]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu