Hoofdstuk 7

101 58 0
                                    

Amaya

Zodra Lethia de scherven opgeruimd heeft, is ze zo te zien nog steeds woedend.

"Ik g-ga maar weer," Zeg ik.

Lethia zwijgt en zodra ik de voordeur dichtgetrokken heb, haal ik mijn telefoon nog eens uit mijn broekzak. Zenuwachtig friemel ik aan mijn hoesje, terwijl ik de code intoets. Vervolgens stuur ik Ruby nog een appje.

Ik sta voor Lethia's huis, kom aub snel

Met trillende vingers tik ik op versturen. Ik heb het deze keer echt enorm verpest bij Lethia. Ik kan ook nooit eens normaal doen.

Ik ga op de stoeprand zitten en wacht. De tijd tikt langzaam voorbij en iedere seconde lijkt wel een uur te duren. Uiteindelijk verschijnen Ruby en Sean op Seans donkergroene fiets: Sean voorop en Ruby op de bagagedrager  met haar armen ietwat ongemakkelijk om zijn middel.

"Amaya, ik heb je berichtje gekregen. Wat is er aan de hand" Vraagt Ruby, terwijl ze samen met Sean komt aangerend.

Ik probeer wat te zeggen, maar er zit een enorme brok in mijn keel. Ik tril helemaal en mijn ogen tranen.

"Amaya je trilt helemaal! Kalmeer een beetje, oké?" Zegt Sean.

Ruby houdt me in haar armen en aait me over mijn rug. Dan kijkt ze mij weer in mijn ogen en zegt: "Wat is er gebeurt? Heeft Lethia je pijn gedaan? Oh dat kreng vraagt erom!"

Ik ben een beetje gekalmeerd en kan eindelijk wat zeggen. "N-nou, ik was aan het praten e-en toen vroeg ik w-waar haar ouders waren en z-ze wilde het niet zeggen. D-dus ik bleef doorvragen e-en toen zei ze d-dat haar ouders... dood zijn!" Oh man, ik heb haar nog belooft dat ik het tegen niemand zou zeggen.

"Wat?!" Roepen Sean en Ruby in koor. "Dood? Dat verklaart waarom we haar ouders nooit zien. Wat gebeurde er toen?" Vraagt Ruby verrast.

"T-toen zei ze dat ik het t-tegen niemand mocht zeggen e-en toen zei ik: 'Je moet er juist met mensen over praten, dat helpt' en toen w-werd ze hartstikke boos en s-schreeuwde ze dat ik mijn mond m-moest houden. De laatste keer dat ze zo boos was, h-had ik perongeluk haar boekenkast o-omgegooid. Oh, ik heb alles verpest!". Ik barst in tranen uit.

Ik heb deze vriendschap verpest. Door mij is het nu over. Soms wil ik gewoon dat ik nooit had bestaan!

"Het is oké," Ruby omhelst me nogmaals en ook Sean legt een hand op mijn schouder. "Ik ga wel even met Lethia praten. Maar eerst: wat zei je over die boekenkast?"

"T-toen de stroom uitviel," Ik slik de brok in mijn keel weg. "Toen had ik de boekenkast omgeg-omgegooid. Z-ze was toen h-heel nerveus. Volgens m-mij heb ik toen een p-paar boeken beschadigd."

"Boekenkast," Herhaalt Ruby. "Boekenkast." Ze proeft het woord in haar mond. "Boekenkast!"

"Wat bedoel j-je?" Vraag ik verward. Met de hulp van Sean sta ik op.

"Laat dit maar aan mij over," Ruby belt aan. "Ah, daar heb je d'r."

Lethia staat in de deuropening en kijkt ons chagrijnig aan. "Wat?"

Sean en ik komen voorzichtig dichterbij, tot we vlak achter Ruby staan. Ik kan zien dat Sean haar hand probeert te pakken, maar Ruby doet nog een stap naar voren totdat ze bijna tegen Lethia aanstaat. "Ik weet wat je verborgen houdt," Fluistert ze sluw. Dan duwt ze Lethia uit de weg en sprint de trap op.

Zoete vergetelheid [Voltooid]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu