Ruby
Ik schat dat het rond zeven uur is als we badend in het zweet arriveren in ons geliefde stadje. De terugreis verliep opmerkend soepel, als je het vergelijkt met wat we de afgelopen dagen meegemaakt hebben. Getraumatiseerd voor het leven.
Ik omhels Sean en druk een kus op zijn lippen als we door de buitenste ring van de stad lopen, waar voornamelijk boerderijen staan en een paar winkeltjes. Sean woont iets verderop, vlakbij het buitengebied, in tegenstelling tot mij aangezien ik vlakbij het centrum woon.
Ik moet er niet aan denken om straks alles uit te moeten leggen, want hoe zal ik ooit over Amaya kunnen praten? Hoe zal ik ooit kunnen vertellen hoe ze stierf, zonder voor gek aangezien te worden? En wat moet ik over Lethia's dood zeggen?
Vanuit mijn ooghoek zie ik ook Sean even slikken als hij bij de villa aanbelt. Hij moet nu hetzelfde gevoel hebben als ik. Een tweestrijd van binnen. De bittere waarheid of de zoete leugens?
We wachten tien seconden. Sean belt nog eens aan.
We wachten een halve minuut. Sean drukt de bel een paar keer achter elkaar in.
We wachten een minuut. Sean geeft me de opdracht om een rondje om het huis te lopen zodat ik kan kijken of er überhaupt wel iemand thuis is. En wat een verrassing: er is niemand.
Sean haalt een reservesleutel bij de buren die zeggen dat ze geen idee hebben waar zijn ouders zijn. Lekker dan. Ik probeer mijn irritatie te verbergen, want nog meer dan dat ik geïrriteerd ben, ben ik uitgeput. Ik wil slapen.
Ik onderdruk een geeuw. "Kunnen we alsjeblieft gaan slapen?"
Sean glimlacht, ook hij is moe. "Tuurlijk," Hij helpt me mee naar zijn kamer en legt me op zijn bed.
Na nog geen half uur ben ik vertrokken. In mijn droom is alles vredig. Samen met Amaya loop ik huppelend over het strand, terwijl we naar de zee kijken, opzoek naar dolfijnen. Sean komt aangerend met Lethia achter hem. Met z'n vieren picknicken we en lachen we om domme grappen. Kon het maar voor altijd zo blijven...
Ik word wakker van een gesmoord gekreun. Het is pikkedonker buiten en de wolken verhullen de sterren. De wekkerradio geeft aan dat het drie uur precies is. Ik wrijf de slaap uit mijn ogen en draai me om, om vervolgens in het van pijn vertrokken gezicht van Sean te kijken. En hij is niet alleen.
Ik voel woede in me opkomen. Dan is Lethia dood. Dan hebben we haar verslagen. En dan alsnog hebben we geen rust?!
Het zwart van de nacht vermengt zich nogmaals met het rood van het bloed van de onschuldige. Drie uur tot en met vier uur 's nachts. Het spookuur. Is dat de vloek die Lethia over ons uitgesproken heeft? Het is een wonder dat ik nog niet gek ben. Dat ik nog niet doorgedraaid ben.
Ik bedenk me geen moment en duw de schim van Sean af. Schijnbaar had de indringer dit verwacht, want in plaats van de dolk uit zijn handen te laten vallen klemt hij hem juist steviger in zijn handen. Seans armen zijn helemaal open gekrast en ik ben bang dat ik het er niet veel beter af van zal brengen. Ik probeer mezelf uit de greep van de indringer te worstelen, maar hij is onverwachts sterker dan ik dacht. Ik klem mijn kaken op elkaar: ik ga hem geen gekreun of gegil laten horen als dat is wat hij wil.
Het lijkt een eeuwigheid door te gaan. Het maakt niet uit wat ik doe, de dolk blijft maar over mijn huid gaan. Het maakt niet uit wat Sean doet, hij kan zich niet bewegen. Pas als het weer licht wordt is de indringer verdwenen. Ineens. Samen met de nacht.
Op dat moment word ik snakkend naar adem wakker. Sean ligt badend in het zweet naast me. De alarmklok laat de cijfers 7:21 zien. Bijna half acht. Was het een nachtmerrie? Ik doe de gordijnen open en kijk de kamer rond. Niks te zien. Ik kijk naar Sean. De sneeën zijn verdwenen, evenals de krassen op mijn armen. Het bloed is ook weg. Alles lijkt normaal te zijn, tot ik op iets vreemds op de grond stuit. In rode letters staat "Dat was leuk. Vannacht weer?". Ik wrijf in mijn ogen. Zodra ik mijn ogen weer opendoen zijn de letters verdwenen en wordt Sean wakker.
![](https://img.wattpad.com/cover/78726915-288-k804809.jpg)
JE LEEST
Zoete vergetelheid [Voltooid]
Horor'Wat is dit?' Ruby's ogen vliegen over de planken vol met duistere boeken en doodshoofden. 'Nee, wacht!' Roep ik uit. Met samengeknepen ogen draait Ruby zich om. 'Freak,' Sist ze. Op dat moment knapt er iets in mij. In een stadje ergens in Ohio ontm...