Hoofdstuk 28

47 28 0
                                    

Lethia

Onbetrouwbare, vuile demoon! Ik zal hem straffen zodra ik weer thuis ben. Ik grom kwaad en mijn handen vormen zich tot klauwen. Dit heeft lang genoeg geduurd. Ik ga een spreuk roepen, zodat ze sterven. Nu meteen.

Valsspelers mogen niet meespelen met mijn spel. Valsspelers mogen mijn spel niet winnen, want de enige die mag winnen ben ik. Dat zullen ze weten ook.

Ik maak een paar bewegingen met mijn hand, zodat de cirkel om ons heen nog kleiner wordt en het vuur nog warmer. De vlammen worden heftiger, net zoals mijn haat en nijd.

Ruby pakt het mes van Sean over en richt hem op mij. "Geef je over!" Zegt ze stoer, alsof ze in een of andere slechte politieserie zit.

Ik denk snel na. Welke spreuk was het die gelijkstond aan een hartstilstand? Welke spreuk eindigt dit het snelst?

Ondertussen komen Ruby en Sean steeds dichterbij. Ik zucht. Good people always think they're right, de woorden galmen door mijn hoofd.

"Jullie kunnen dit toch niet aan," Ik denk terug aan mijn observaties. Sean durfde vroeger nog geen lieveheersbeestje wat aan te doen, laat staan een mens. "Waarom gaan jullie niet gewoon..." Ik schiet een vuurbal uit mijn hand. "Naar de hel?!"

Ruby duwt Sean aan de kant, terwijl ze met een verbeten gezicht naar haar enkel kijkt. Ze kan niet eens meer opstaan. En dat wil mij dan verslaan?

Op de een of andere manier weet Ruby toch weer overeind te komen. Ze leunt op Seans schouder en kijkt me giftig aan. "Waarom geef je zelf niet op?" Haar ogen draaien weg, maar ze herpakt zichzelf weer. "We hebben al gewonnen." Samen komen ze mijn kant op.

"Oh ja?" Vraag ik spottend.

"Ja," Plotseling voel ik een paar handen, van Sean, op m'n buik. Ik wankel richting het vuur. Hij blijkt het toch in zich te hebben, het moorden. Ironisch.

Ik steek mijn hak in de drassige aarde en weet nog net overeind te blijven staan. Al zal ik sterven, ik moet en zal winnen. Al moet ik deze hele verdomde wereld vervloeken, ik moet en zal winnen.

Ik voel de warmte in mijn rug branden. Ik zal ze laten weten wie er echt gewonnen heeft. Ik grijns en roep een spreuk uit, alhoewel dit geen 'gewone' spreuk is. Het is een vloek. Nooit zullen ze meer rust vinden. Nooit zullen ze me vergeten. Mijn naam mag dan wel het tegenovergestelde betekenen, Ruby en Sean zouden wensen dat ze dit alles kunnen vergeten. Ze zullen smeken om Zoete Vergetelheid, de ware betekenis van mijn naam. Maar ik zal ze slechts de bittere waarheid tonen. Nachtmerries, geen mooie dromen.

Ik zie de strijdlustige gezichten van Ruby en Sean. Later zullen ze er wel achter komen. Het is nu al te laat. Niet alleen voor mij, ook voor hun.

Ik doe een stap naar achteren. En nog een. Ik word omgeven door het vuur en laat mezelf met een tevreden gevoel opslokken door de brandende vlammen. Na mijn dood zal mijn invloed nog aanwezig blijven, zelfs als ik al in de hel zit.

Voor altijd.

Zoete vergetelheid [Voltooid]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu