Hoofdstuk 27

44 30 0
                                    

Ruby

Er moet een manier zijn. Dat moet. Wellicht kunnen we Lethia's 'spreuken' tegen haar gebruiken. Ik hoopte diep van binnen dat het gevecht nu klaar zou zijn, dat Lethia's krachten maar tot zover zouden gaan. Natuurlijk was het dom om dat te denken, als ze eerst al demonen op kom roepen, waarom zou ze het nu dan niet doen?

Maar er moet toch iets zijn. Een demoon die we om kunnen kopen of zo. Of zorgen dat ze een spreuk op haarzelf gebruikt, zodat zij straks verpulvert wordt onder een zware boomstam.

Ik kijk naar Lethia en zie dat ze nu pas serieus wordt. Ik had mijn handen al vol aan alles waar ze net voor gezorgd had, ik weet niet of ik het lang vol hou tegen de bloeddorstige, serieuze Lethia.

Ik heb geen idee wat ze op dit moment aan het doen is; haar ogen zijn gesloten en ze maakt grote gebaren met haar handen. Tegelijkertijd roept ze woorden in een lang vergeten taal. Ik sprint op haar af, dit is het perfecte moment om aan te vallen! Helaas lijkt zij dat ook te denken. Enkele seconden later lig ik alweer op de grond en Lethia gaat onverstoorbaar verder met haar spreuk.

"Ruby!" Sean helpt me bezorgd overeind. Net op tijd, want nu loopt er weer een leger spinnen op ons af.

Sean trekt wit weg bij het Sean van de honderden hooiwagens, terwijl er bij mij maar een ding in m'n hoofd opkomt. "Platstampen!" Ik voel wat spinnen over mijn been kruipen en sla ze er snel met mijn handen vanaf. Gelukkig zijn het geen tarantula's.

Er lijkt geen einde te komen aan de hoeveelheid spinnen. Lethia weet onze angsten. Sean is bang voor spinnen en schorpioenen, hoewel het erop lijkt dat hij op dit moment zijn angst overwint. Alles om te overleven.

Ik denk na en besef me dat de spinnen er waarschijnlijk zijn om ons uit te putten. De hooiwagens zijn niet giftig, alleen heel groot en met een grote groep. Wil Lethia ons bezighouden? Of wil ze ons uitputten? Ik beantwoord de vragen snel: ze heeft veel tijd nodig voor deze spreuk. Ik weet niet wat ze oproept, maar het zijn gegarandeerd geen spinnetjes of wat vleermuisjes. Dit is iets veel groters.

Plotseling voel ik enorm veel warmte om me heen. De regen is in een klap weg en we worden omgeven door een zee van vuur. De natte druppels die eerst uit de lucht kwamen vallen zijn vervangen door vonken die van de bosbrand afspringen. Om ons heen verschroeien de bomen en het vuur lijkt net niet tot ons te reiken: het blijft op gelijke afstand zodat er een cirkel ontstaat met een oppervlakte van enkele meters, zodat ik Lethia's lichaamswarmte zowat kan voelen. Of het is het vuur. Het kan van beide zijn. Ik vraag me af hoe ver het vuur gaat. Ze kan toch nooit het hele bos in de fik hebben gezet?

"Wat ben je van plan?" Vraag ik stug.

Lethia trekt een grimas. Ze roept wat, maar ik kan het niet verstaan. Dan, als bij toverslag, staat Morax voor ons. Zijn sombere silhouet steekt af tegen de vlammenzee. Hij draait zich langzaam om.

"Waarom heb je mij ontwaakt?" Vraagt hij aan Lethia. Zijn lage stem klinkt hol.

"De oorzaak staat daar," Zegt Lethia. Ze wijst naar ons. "Ik heb je hulp weer nodig."

Moeten we het nu serieus tegen Morax opnemen? Dit kunnen we NOOIT winnen. En ik wil nog niet dood.

Morax komt op ons af. Alles lijkt in slow motion te gaan, van het scherpe mes tot Seans zware ademhaling naast me. Dan krijg ik een idee.

"Sean," Fluister ik zo zacht als mogelijk is. "Ik heb een idee."

Hij buigt zich onopvallend wat naar me toe. "Wat voor idee?"

Ik fluister iets in zijn oor en verhef daarna mijn stem, zodat Morax en Lethia me ook horen. "We willen een voorstel doen," Zeg ik met heldere stem. Mijn masker is weer hersteld. "Morax, als je ons helpt zullen wij je laten rusten. Voor eeuwig." Ik kruis mijn vingers. Ook al luistert hij niet en slaat hij het af, hopelijk hebben we genoeg tijd om aan te vallen. Al is het maar een seconde.

Morax lijkt zoals volgens ons plan heel even van de kaart gebracht. Ik geef Sean een teken en hij sprint op hem af. In een seconde heeft hij het mes in zijn handen, dat eerst aan de demoon toebehoorde. Morax lijkt het niet eens door te hebben, maar Lethia barst in lachen uit.

"Is dat jullie plan?" Roept ze. "Morax behoort aan mij toe. Hij is familiebezit en moet doen wat ik zeg." Triomfantelijk kijkt ze ons aan. Tot Morax zich omdraait en haar venijnig aankijkt. Hij rent op haar af en Lethia gilt woedend iets. Binnen enkele seconden is hij opgelost in de lucht, alsof hij nooit bestaan heeft.

Het is nu weer twee tegen een.

Schaakmat.

Zoete vergetelheid [Voltooid]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu