Hoofdstuk vijf.

647 26 3
                                    

                  

'Het ziet er niet verkeerd uit.' Zegt Kaj als hij zijn ronde door het huisje afgesloten heeft. Ik zit op de bank, en links van me kijk ik naar een muur, rechts van me kijk ik door grote schuifdeuren heen op een stukje terras met daarna heel veel gras en dan een meer. Als ik voor me uit kijk zie ik een tv en een hele ouderwetse openhaard, met daar achter een muur en het aanrecht. Achter het aanrecht zit een smalle doorgang. Dan heb je rechts van het aanrecht, dus bij de schuifdeuren onze slaapkamer. Links naast de voordeur, die aan de andere kant van de doorgang zit, zit de badkamer en een hokje met een stofzuiger en alle andere benodigdheden en gekke apparatuur waar ik niets van snap.
Kaj komt naast me zitten en kijkt me aan. 'Dus, Lauen, vertel eens wat over jezelf?' Ik glimlach en leg mijn telefoon weg, waar ik net mijn ouders een bericht mee heb gestuurd dat we veilig zijn aangekomen en dat het huisje erg leuk is.
'Wat wil je van me weten?' Vraag ik Kaj. Hij glimlacht. 'Wat jij graag wil vertellen.' Ik kijk hem even aan. 'Wat wil je écht van me weten, Kaj?' Soms baal ik van mijn mensenkennis, ik weet dat het hem helemaal niet écht interesseert wat voor een opleiding ik nu doe, dat ik dagenlang naar zijn hoofd op mijn muur sta en dat ik de alle teksten van elk nummer van hun uit mijn hoofd ken. Hij is geïnteresseerd in iets anders, dan zie ik aan hem. 'Heb je een vriend?' Gooit hij er dan gelijk uit, en zachtjes grinnik ik. 'Nee, het is een paar maanden geleden uitgegaan met mijn vriend. Of ja, nu inmiddels ex-vriend.' Geef ik dan eerlijk toe. Kaj kijkt even medelevend naar me. 'Don't worry, ik ben over hem. Hij was zo plakkerig, daar hou ik niet van.' Kaj lacht. 'Ik ken het.' Vragend kijk ik hem aan. 'Never mind.' Wimpelt hij weg. 'Nee, vertel maar.' Ik draai me nog wat meer zodat ik nu met een been op de bank zit en de andere ernaast hangt. 'Als wij kunnen afspreken, dat alles wat tussen de muren van dit huisje gezegd wordt en ook maar iets persoonlijks lijkt, ook hier blijft.' Meteen knik ik. 'Natuurlijk, ik heb geen zin om raar aangekeken te worden als ik op twitter gooi dat jij nog met knuffels slaapt.' Kaj lacht spottend voor hij zijn hoofd schud. 'Dat is ook niet waar, maar never mind, je snapt me hoop ik?' Meteen lach ik en knik hierbij. 'Sommige one night stands konden niet goed accepteren dat ze niet meer waren dan een one night stand.' Lacht hij waarna ik mijn hoofd schud. 'Dit antwoord had ik kunnen verwachten.' Kaj lacht en haalt zijn schouders op. 'Sorry. Denk ik?' Ik schud gelijk mijn hoofd. 'Doe niet zo gek, je bent jong, beroemd en hebt duizenden meiden aan je voeten.' Kaj lacht even. 'Je bent grappig.' Zegt hij dan serieus. Ik trek een wenkbrauw op. 'Jij bent het eerste meisje dat zoiets tegen me zegt. Dat dit gedrag... Begrijpt, denk ik? Terwijl ik dat zelf soms niet eens doe.' Ik haal mijn schouders op en kijk hem even aan. 'Als ik op deze leeftijd beroemd zou zijn en duizenden knappe mannen aan mijn voeten zou hebben zou ik het ook wel weten.' Geef ik toe. Kaj lacht en haalt zijn schouders op.

'Ik kan ook gewoon lekker makkelijk pannenkoeken bakken? Ze hebben mix in de kelder staan.' Zeg ik als ik me omdraai. Kaj ligt languit op de bank tv te kijken wat mij liet besluiten dat ik degene was die moest gaan koken vanavond. 'Dan zou ik wel even de datum kijken.' Zegt hij gelijk. '22 september 2017.' Lees ik op. 'Pannenkoeken it is!' Roept Kaj dan gelijk en hij springt overeind. 'Ik kom je gewoon helpen hoor.' Lacht hij dan en meteen loopt hij naar het gasfornuis. Het is nog een ouderwets ding met vier pitjes dat aangemaakt moet worden met een aansteker. Ik trek de koelkast open en ontdek dat deze ook vol staat met producten. 'Volgens mij hebben ze gewoon boodschappen voor ons gedaan?' Mompel ik verbaasd. 'Welkom in mijn leven.' Lacht Kaj met een simpele schouderophaal. Ik lach en schud mijn hoofd waarna ik naar het aanrecht loop.
Ik gooi de poeder in een kom en gooi er de hoeveelheid water bij. Ik pak de garde en begin te kloppen, maar het is zwaarder dan ik dacht. 'Zal ik het overnemen?' Vraagt Kaj gelijk met een glimlach. 'Als je dat niet erg vindt?' Meteen schudt Kaj zijn hoofd en pakt hij de garde en de kom onder mijn neus uit. Ik pak een blokje boter uit de koelkast en leg deze in de pan, waarna ik geduldig wacht tot deze gesmolten is. Zodra hij wat bruiner kleurt kijk ik naar Kaj. Hij staat al helemaal in start positie en giet een beetje beslag in de pan. Ik kijk toe hoe het beslag zichzelf verdeeld over de pan en langzaam begint te verkleuren. Als het beslag vast lijkt pak ik een spatel uit de lade en draai dan de pannenkoek om, wat natuurlijk gelijk mislukt. Kaj begint hard te lachen en ik voel het schaamrood over mijn wangen verspreiden terwijl ik zucht. 'Ach, het geeft toch niets joh!' Lacht hij en meteen verberg ik mijn gezicht in mijn handen. 'Ik ben zo ongelofelijk slecht in koken.' Mompel ik lachend. 'Maar goed dat ik het wel kan dan.'  Kaj schenkt me een knipoog en gooit de losse stukken pannenkoek in de prullenbak, waarna hij een nieuw stukje boter in de pan gooit. Hij wacht tot dit gesmolten is en gooit het beslag erin. Zodra de pannenkoek weer een mooie kleur heeft haalt hij de pan boven het vuur weg. 'Kijk, en leer.' Hij schenkt me een knipoog aan en pakt met twee handen de steel van de pan vast, waarna hij een rare beweging maakt. De pannenkoek vliegt uit de pan, draait in de lucht en komt op de kant die nog gebakken moet worden in de pan terecht. Ik begin hard te lachen en zodra ik in mijn handen klap maakt Kaj lachend een buiging. Ik schud mijn hoofd en blijf toekijken hoe Kaj de rest van de pannenkoeken bakt.

De weddenschap - Kaj van der Voort ✔.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu