Hoofdstuk negen.

548 18 2
                                    

                  

'Kom op, we gaan het gewoon doen.' Ik kijk naar Sofie die me al bij mijn pols pakt en meesleurt over de stenen richting de trap. 'Maar ik durf helemaal niet.' Mompel ik. 'Ach, jawel. Dit durf jij makkelijk. Wij gaan gewoon van die wildwaterbaan af. Kom op, en niet zo zeuren nu.' Zucht ze. Ik bijt op mijn lip, en schrik als Jai en Kaj ineens achter ons aan komen. 'Ho, ho, ho dames. Wat gaan we doen?' Vraagt Jai gelijk. 'Ik ga Lauren meenemen van de wildwaterbaan. Ze moet van haar angst van glijbanen af.' Meteen kijken drie paar ogen mij aan. 'Je bent bang voor glijbanen?' Vraagt Jai, en ik zie het spottende lachje al doorbreken op zijn gezicht. 'Niet zo zeer bang, ik heb het er gewoon niet mee. Net als achtbanen, trouwens.' Probeer ik gelijk het onderwerp te veranderen, maar Jai lijkt er niet in te trappen. 'Dat kan wel zo zijn. Maar dan ga jij nu toch echt mee. Het valt allemaal wel mee. Kaj en ik zijn erbij en deze wildwaterbaan is niet zo eng.'  Ik zucht diep en laat me dan toch door Sofie meesleuren de trap op. Alleen al bij het zien van de eerste glijbaan, die eigenlijk helemaal niet zo eng lijkt, krijg ik het benauwd. 'Is dit het?' Vraag ik zacht. 'Nee joh gekkie, we moeten die trap nog op.' Sofie wijst naar een trap en meteen voel ik hoe ik het benauwd krijg. We moeten dus nog een trap omhoog... Fijn.
Zodra we boven zijn mogen we tot mijn geruststelling weer een trap omlaag, het zwembad in. Jai en Kaj springen gelijk in het water terwijl Sofie en ik netjes van het trapje af lopen. 'Koud.' Sis ik zodra mijn buik in contact komt met het water. 'Ach, stel je niet zo aan.' Lacht Kaj terwijl hij zijn tong naar me uitsteekt. Meten kijk ik hem met een opgetrokken wenkbrauw aan maar Kaj laat zich niet kennen. Hij grijpt mijn pols vast en voor ik het goed en wel door heb wat hij doet, beland ik in het water. Zodra ik boven kom zijn we al bij de rand van een kleine, korte glijbaan, en zie ik dat als je eraf gaat, je gelijk een hoek om gesleurd word. 'Let's go!' Roept Jai en hij grijpt Sofie al bij haar pols. Voor ik nog wat kan zeggen glijden de twee al naar beneden en ik hoof Sofie lachend de hoek om glijden, terwijl Jai voor haar glijd.
'Ben je er klaar voor?' Vraagt Kaj toch zachtjes. Ik haal mijn schouders op. 'Ik weet het niet...' Mompel ik eerlijk. 'Weet je wat, ik ben bij je, er gebeurt niets. En anders is het mijn schuld.' Ik kijk Kaj aan die me een glimlach schenkt, en net als ik hem wil bedanken voel ik een hand in mijn rug, en voor ik nog wat kan zeggen glij ik al van de eerste helling af, maar komt Kaj direct achter me aan. Een gil verlaat mijn mond als ik tegen de rand aan bots en ik door de stroming van het water doorgestuurd word naar de volgende helling. Kaj pakt mijn schouders vast en samen glijden we naar beneden, waarna we ineens uitkomen op een groot, open stuk. Hier is geen stroming, en de volgende glijbaan is een stukje verderop, maar er is ook nog een kleine, overdekte glijbaan waar je uit kan kiezen.
Ik zie Sofie en Jai al rondjes zwemmen. 'Héhé, dat duurde lang.' Mompelt Jai zodra wij aankomen. Gelijk laat Kaj mijn schouders vast. 'Kom, we gaan verder.' Oppert Sofie, en ze gaat al in de richting van de steilere glijbaan. Meteen kijk ik aarzelend naar de baan en naar de kleine overdekte buis waar je ook doorheen kan. Mijn gevoel zegt dat ik de laatste optie moet nemen, en ik neem al aanstalten in die richting, maar ik word tegen gehouden. 'Ach, kom, we gaan van deze!' Roept Kaj. 'Ik dacht het niet! Dat durf ik echt niet. Hij is veel te stijl, ik ga van deze.' Snel ga ik al bij de glijbaan staan. 'Ah Lau, kom op. Ik ben bij je en ik zou bij je blijven, weet je nog?' Ik zucht diep en haal mijn schouders op. 'Maar ik durf echt niet Kaj.' Mompel ik. Ik kijk nog een keer om naar de steile glijbaan, en zie Sofie en Jai vrolijk zwaaien voor ze naar beneden glijden en direct verdwijnen.
'Er gebeurt niets, ik beloof je dat ik je vasthoud.' Hij kijkt me smekend aan. 'Nee, dan nog durf ik niet.' Ik ga alvast klaar zitten in de overdekte glijbaan. 'Oh, soms.' Zucht Kaj en hij zwemt snel naar me toe naar me toe en komt achter me zitten. Zijn benen glijden gelijk naast die van mij en ik voel ze branden tegen de mijne. Hij slaat een arm om mijn middel en ik laat gelijk de ijzeren stang boven mijn hoofd los. Kaj telt af van drie naar nul, en gelijk glijden we naar beneden. We gaan nog hard, en zodra we de bochten door vliegen kan ik het niet laten om af en toe een klein gilletje uit te stoten waardoor Kaj alleen maar hard begint te lachen. Uiteindelijk komen we bijna bij het einde, waarna Kaj ineens zichzelf tegen houdt en mij juist afzet. 'Anders kom ik boven op je!' Roept hij en dan kom ik met een harde plons in het water terecht.

De weddenschap - Kaj van der Voort ✔.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu