Hoofdstuk vierenvijftig.

390 12 1
                                    


En zoals ik in het zwembad al dacht, had ik gelijk. Ik draag onze zwem tas met natte zwemkleding naar het huisje terwijl de nacht ons omringt en het park donker maakt. Ik kijk naar de lucht en zie de sterren terwijl ik voel hoe Kaj zijn hand van mijn onderrug naar mijn billen glijden, en zijn vingers zich een weg maken in de broekzak van mijn short die zich op mijn billen bevindt. Zachtjes knijpt hij erin en ik wil wegspringen, maar krijg daar de kans niet voor. Kaj lacht alleen maar en houd zijn hand gewoon in mijn kontzak, alsof er niets aan de hand is. In stilte lopen we naar ons huisje. Ik huiver gelijk zodra we op de plek komen waar ik Elise en Femke een paar dagen terug nog gezien heb. De plek waar ze me uitmaakte voor slet, waar ze ontzettende ruzie kregen met Kaj. Ik zucht diep en voel hoe Kaj me nog iets dichter tegen zich aantrekt. 'Het is voorbij nu, ze zijn het park uit gezet en zitten nu op het bureau.' Fluistert hij, alsof hij mijn gedachten kon raden. Ik slaak een diepe zucht en leg mijn hoofd tegen zijn schouder aan, terwijl we ons een weg vervolgen naar ons soort van nieuwe huisje.
We lopen het pad op en ik zie dat onze gordijnen van de slaapkamer nog open zijn. Kaj haalt zijn hand van mijn billen af en grijpt de sleutel uit zijn zak terwijl hij deze in het slot steekt. Hij draait de deur open en zodra we binnen komen huiver ik. Wat is het hier ineens koud. 'Oh, ik ben de airco vergeten uit te zetten, vanmorgen.' Lacht Kaj zodra hij op het kastje aan de muur kijkt. Ik zucht en schud mijn hoofd. 'Sukkel.' Ik leg de zwem tas op tafel als ik naar binnen ben gelopen. 'Wat zei je daar?' Grijnzend kijkt Kaj me aan. 'Ik zei dat je een sukkel bent.' Ik steek mijn tong naar hem uit. 'Nog even, en ik hak je tong eraf.' Grijnst hij speels terug. 'Moet je doen. Ik denk dat jij hem meer mist dan ik.' Lach ik terwijl ik mijn armen rond zijn nek sla. 'Oh ja? Waarom zou ik hem moeten missen dan?' Ik haal mijn schouders op, en zie dan de speelse twinkeling in zijn ogen die meer dan genoeg verraad. 'Nou, hierom?' Ik buig me naar hem toe en druk mijn lippen op die van hem. Langzaam neem ik de leiding en strijk met mijn tong langs zijn lippen voor hij gelijk zijn lippen iets opent zodat mijn tong zijn tong kan vinden. Ik voel een tinteling door me heengaan en ook tegen mijn been aan iets wat er normaal niet zit. 'Oh, dat.' Grijnst Kaj. Het voelt gek om nu eens de leiding over hem te nemen. Ik glimlach zo onschuldig mogelijk. 'Ik kan er nog veel meer mee hoor?' Ik bijt op mijn onderlip. 'Laten we dat in de slaapkamer afhandelen, mevrouw van den Berg.' Kaj pakt mijn hand al vast. 'En wat als ik dat nu niet wil?' Ik wiebel expres met mijn wenkbrauwen. 'Dan heb je pech. Ik wil het wel, en ik heb het nodig.' Zegt Kaj vastberaden. Ik besluit er verder niet op in te gaan, en volg hem braaf naar de slaapkamer.

'Kaj!' Gil ik als ik voel hoe de warmte steeds verder op me afkomt. De rood met oranje vlammen sieren Kaj zijn gezicht en maken hem ineens heel erg bleek. Het zweet staat op zijn voorhoofd en hij kijkt me angstig aan. 'Ga Lauren, red je zelf!' Hoor ik hem roepen. 'Nee, Kaj!' Ik wil terugrennen, maar iemand houdt me tegen. Ik begin wild met mijn armen om me heen te slaan, maar het heeft totaal geen zin. Ik draai me om, en zie Elise daar staan. Ze heeft een grijns op haar gezicht terwijl ze mijn handen vasthoudt. 'Laat me los!' Gil ik hard, maar ze luistert niet. 'Kaj!' Gil ik. 'Kaj, kom hierheen!' Roep ik zo hard ik kan. 'Dat kan niet!' Roept Kaj terug. 'Ik zit vast!' Verward kijk ik naar hem op, en zie dat Femke dan ineens achter hem staat terwijl ze hem richting het vuur houdt. Ze heeft een groot, zwart pak aan. Zou het een pak zijn dat vuurbestendig is?
'Laat hem gaan!' Gil ik hard. 'Echt niet.' Grijnst Elise naast me, dicht bij mijn oor. 'Wel, laat Kaj met rust! Hij heeft jullie nooit wat aangedaan! Jullie moeten mij hebben!' Gil ik. 'Waarom zouden we jou moeten hebben?' Vraagt Elisa, hoorbaar verward. 'Omdat jullie mij al mijn hele leven zuur maken, omdat ik schijnbaar van alles heb gedaan wat voor jullie te erg was om te vertellen. Gooi mij in de branding, maar laat Kaj gaan!' Gil ik. 'Nee, jullie zullen allebei levend verbranden. Het was fout van Kaj om ook maar te denken dat jij hem gelukkig kan maken. Dat hij het voor jou moet opnemen. Dat was de grootste fout uit zijn hele leven. Jullie zullen allebei verbranden. Naar de hel, zoals het hoort.' Grijnst Elise. 'En we zullen jou extra martelen, door jou eerst te laten zien hoe Kaj langzaam wegbrand.' Ik hoor de grijns in Femke haar stem. Ik wil antwoorden maar dat gaat niet. Elisa komt voor me staan en drukt een stuk tape op mijn lippen. 'Nee! Nee, nee nee nee nee!' Gil ik hard terwijl ik me woest heen en weer beweeg om uit haar grip te komen, maar dat lukt niet. Ik sta aan de grond vast. 'Kijk voor je.' Dwingt Elise me. Verward kijk ik omhoog, om vervolgens te zien hoe Kaj langzaam, schreeuwend opgaat in de rook en de vlammen van de brand in ons huisje.

De weddenschap - Kaj van der Voort ✔.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu