Hoofdstuk negenentwintig.

472 14 3
                                    


'Kijk.' Kaj legt de briefjes naast elkaar. Snel draai ik het gas uit en loop naar hem toe. Mijn ogen scannen de briefjes. Op elk briefje staat een woord. Ik lees in totaal zeven verschillende woorden. Cola, Grand, Karamel, hamburger, café, bonnetje, ijsje. 'Wat de hell.' Mompel ik terwijl ik naar de woorden kijk. 'Ik denk dat het zo moet.' Zegt Kaj dan. Hij begint met de blaadjes te puzzelen en legt ze bij elkaar neer. Hij koppelt de woorden Grand Café aan elkaar, karamelijsje en hamburgerbonnetje. 'Maar dan is Cola alleen?' Mompelt hij hardop. Meteen begint er een klein lichtje te branden. 'Kijk eens goed naar de woorden, Kaj.' Kaj bekijkt de woorden nog een keer en slaat dan met zijn hand tegen zijn voorhoofd. 'Help me maar even met het eten weg te gooien.' Glimlach ik met sarcastisch. Ik vind het altijd zo zonde om eten weg te gooien... Maar bewaren kan nu ook niet meer. Meteen komt Kaj weer recht staan en loopt naar de keuken. We pakken beide een pan en gooien de inhoud van de pan in de prullenbak terwijl we de pannen afspoelen en in de vaatwasser zetten. Ik loop naar de kamer en pak mijn portemonnee uit mijn tas en neem hem weer mee naar de keuken. Kaj heeft inmiddels alles netjes opgeruimd en de aanwijzingen weer in zijn hand. Hij heeft zelfs de voordeur al open. Ik glimlach dankbaar naar hem en loop de deur uit. Kaj draait hem op slot en loopt dan achter me aan. 'Lauren, wat doe je?' Vraagt hij verwart als ik rustig het tuinpad afloop. 'Naar de Plaza? Wat anders?' Kaj schud zijn hoofd en loopt naar het golfkarretje toe. 'Oh, ja.' Mompel ik gelijk. Ik draai me op de toppen van mijn tenen om en loop naar het karretje toe. Ik neem plaats naast Kaj en hij rijd handig het tuinpad af, en scheurt zo naar de Plaza.
'Hé! Soof!' Roep ik lachend als we ze tegen komen. 'Hebben jullie alles al?' Gilt ze terug. 'Ja!' Gil ik en dan zijn ze alweer voorbij. Kaj druk het gas wat harder in, maar gaat na een tijdje weer langzamer rijden en tikt me tegen mijn schouder. 'Cassius en Anna zijn ook nog aan het zoeken.' Lacht hij. Ik zie hoe Cassius verveeld op het stuur leunt terwijl Anna in de bosjes om zich heen kijkt. Kaj grinnikt en rijd dan weer door.
Zodra we bij de Plaza zijn zie ik het karretje van Dioni en Ellis al geparkeerd staan. Kaj springt uit zijn karretje en zet hem op slot waarna we onze pas versnellen en richting de houten draaideur rennen. Zodra we door dat langzame ding heen zijn zetten we het weer op een rennen. Onderweg ontwijken we wat kleine kinderen en ouders, en wat mensen met wandelwagens of wandelende jongeren. Mijn blik valt op een ruziënde Ellis en Dioni en meteen sta ik stil. Kaj merkt het en stopt ook. 'Wat is er?' Vraagt hij. Ik wijs in de richting van Dioni en Ellis, en Kaj zucht diep. 'Kom.' Hij pakt mijn pols vast en trekt me mee naar de twee. 'Wat is er aan de hand, luitjes?' Dioni zucht en Ellis kruist haar handen voor haar borst. 'Dioni beweert dat we naar het buffetrestaurant moeten maar hij is zo eigenwijs om mij te geloven, want we moeten naar de photobooth.' Mompelt ze. 'Mogen we jullie aanwijzingen bekijken?' Vraagt Kaj terwijl hij de blaadjes in hun handen al vastpakt. 'Mijn best, maar de vrouw heeft toch altijd gelijk.' Grijnst Ellis. 'Een vrouw kan er zeker wel een keer naast zitten, bitch.' Gaat Dioni er meteen tegenin. 'Dion.' Waarschuwt Kaj gelijk maar hij rolt alleen maar zijn ogen. Ik besluit op dit moment alles maar even in stilte toe te kijken. 'Sorry Ellis, maar Dioni heeft gelijk denk ik. Jullie moeten naar het buffetrestaurant.' Kaj geeft de blaadjes weer aan Ellis terug die hierdoor alleen maar chagrijniger lijkt. 'Dan ga je maar alleen. Ik ga naar huis want ik ben er klaar mee.' En zonder dat nog iemand iets kan zeggen draait ze zich om en loopt ze weg. Dioni gromt en begint hard te vloeken. 'Looks like you fucked up mate.' Mompelt Kaj. 'Ja bedankt, zij is degene die overdrijft op dit moment. Ik heb haar niets misdaan dit keer.' Kaj slaat zijn beste vriend op zijn schouder en kijkt hem meelevend aan. 'Maar nu ga ik met mijn maatje naar ons dier zoeken.' Zegt hij dan. 'Love you mate.' Kaj schenkt Dioni een knipoog maar hij kan er niet echt om lachen, wat ik op dit moment wel snap. 'Lauren, kom je?' Meteen schud ik mijn hoofd om uit mijn waas te ontwaken en knik. 'Sorry, ja ik kom.' Ik draai me nog een keer naar Dioni. 'Sorry, Dioni.' Mompel ik. Er komt nu toch wel een klein glimlachje rond zijn lippen te staan. Echter knikt hij alleen maar en dan draai ik me snel om, zodat ik Kaj kan volgen naar de locatie waar we heen moeten; het Grand Café.
'Mag ik twee hamburgers, twee cola en twee karamelijsjes?' De serveerster krijg een glimlach op haar gezicht bij Kaj zijn gehaaste bestelling en ze knikt. Ze voert het netjes in de kassa in en lacht als wij nog steeds bij de bar staan. 'Neem plaats.' Ze wijst naar een leeg tafeltje. Lachend draai ik me om en loop al naar het tafeltje, maar draai me weer terug als ik merk dat Kaj me niet volgt. 'Hey, van der Voort, kom je nog?' Ik pak zijn pols vast en neem hem mee. 'Ja, ja ik kom.' Lacht hij en hij laat zijn hand zakken naar de mijne. Hij verstrengeld onze vingers en samen lopen we naar het tafeltje om daar te wachten op onze bestelling.

De weddenschap - Kaj van der Voort ✔.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu