'We denken dat iemand hier deze vuurkorf aangestoken heeft. Er is hier met benzine gestrooid dus iemand heeft de vuurkorf omgegooid, dat moet haast wel, want normaal staan deze vast in de grond. Ze hebben dit eigenhandig los moeten schroeven.' De man in het bekende centerparcs-pakje beeld het uit terwijl we bij ons huisje staan en hij met wilde gebaren alles aanwijst. 'Vervolgens is het vuur via de benzine naar jullie schuifpui geleid en daar naar binnen gegaan, waarna vervolgens de woonkamer langzaam afgebrand is. Daarna is het overgeslagen naar de keuken en zo naar jullie slaapkamer.' Legt hij uit. Ik voel hoe de angst door mijn lichaam raast en als automatisch grijp ik Kaj zijn hand vast. Alsof hij het aan voelde komen laat hij mijn vingers tussen zijn vingers glijden en klemt zijn vingers strak om mijn hand heen. 'De politie heeft geprobeerd om sporen te zoeken van degene die de brand aangestoken hebben, maar ze zijn heel slim te werk gegaan. Er zijn geen enkele sporen te vinden, alleen schoenzolen.' Mompelt de man. We knikken en ik voel hoe Kaj naar me kijkt. Zijn blik brand op mij terwijl ik probeer alles in me op te nemen. Hoe in hemelsnaam heeft dit kunnen gebeuren?
'Bedankt.' Zegt Kaj dan koeltjes en ik voel hoe zijn blik van me losgescheurd wordt. 'Geen dank. We doen ons best om de zaak zo snel als mogelijk is op te lossen. De politie zit er boven op.' De man knikt ons toe en we glimlachen. 'Ik zal jullie nu alleen laten.' We knikken en zonder dat we wat terug zeggen verdwijnt de medewerker.
'Ik kan het gewoon even niet bevatten.' Mompel ik zachtjes. 'Ik ook niet. Wie bedenkt zoiets nu?' Zucht Kaj. Net op het moment dat ik iets wil terugzeggen gaat mijn telefoon over. Verward haal ik het uit mijn zak. Het is mijn moeder.
'Lauren!' Gilt ze gelijk als ik opneem. 'Ja?' Vraag ik onschuldig. Ik voel de bezorgde blik van Kaj gelijk op me branden. 'Ben je oké?' Vraagt ze gelijk. Ze weet het al? 'Ja, nu wel.' Glimlach ik. Waarom glimlach ik? Ze kan me helemaal niet zien. 'Wat is er gebeurt? Weten ze al meer? Kan ik iets doen? Moet ik je komen halen? Hoe is het met Kaj? Is Kaj ongedeerd? Helpt hij je er een beetje doorheen?' Ratelt ze gelijk. Typisch mama. Gelijk bezorgd om de hele wereld.
'Hoe weet je het mama?' Vraag ik meteen. 'Facebook. Maar nu wil ik antwoorden schat.' Zegt ze nu ineens een stuk kalmer. 'Godver. Het is al de wereld in?' Is het eerste wat Kaj roept als hij blijkbaar het gesprek opvangt. Hij laat mijn hand los en trapt tegen een tak die op het gras ligt waar we overheen lopen. Ik leg mama het verhaal uit zoals ik het meegemaakt heb. 'En Kaj is ook ongedeerd. Je hoeft me niet te komen halen, ik red het nog wel tot overmorgen. Kaj zorgt goed voor me.' Glimlach ik. Ik voel hoe Kaj naar me kijkt en voorzichtig kijk ik ook zijn richting op. Hij schenkt me een betoverende maar o-zo typische van der Voort glimlach.
Net op het moment dat we stilstaan bij het meer voel ik hoe iemand zijn handen op mijn schouders legt. Ik draai me om en zie dat het Dioni is. Hij glimlacht naar me en gebaart naar mijn telefoon. 'Mam, ik ga nu ophangen, de andere jongens en meiden zijn wakker dus we gaan iets leuks doen vandaag.' Dioni glimlacht en ik neem afscheid van mijn moeder waarna ik mijn telefoon weer in mijn zak stop. 'Hoe is het met je?' Vraagt hij gelijk bezorgd. 'Het gaat wel oké.' Glimlach ik. 'Oké, we hebben nieuws van de receptie gekregen toen we net broodjes voor het ontbijt zijn gaan halen.' Zegt hij dan heel rustig. Iets te rustig voor mijn idee. 'We moesten jullie aanschieten omdat ze ons herkende en de werknemer die jullie net alles uitgelegd heeft wat er volgens de politie gebeurt is was nog niet terug.' Legt hij uit. Ik voel dat mijn ademhaling alweer versneld en ik knijp met mijn vingers in mijn onderlip, bang voor wat Dioni te vertellen heeft.
'Ze weten wie de brand aangestoken heeft omdat ze achter de voetstappen van de schoenen aangegaan zijn, ze hebben er de hele nacht bovenop gezeten. De voetstappen leidde naar een huisje hier in het park.' Ik stop met ademhalen en de vingers die met mijn onderlip speelde liggen nu uitgestrekt met de rest van mijn vingers over mijn mond. 'Het waren Elise en Femke.' Zegt hij dan. Ik kan niets meer, ik lijk wel verstijfd. Een traan welt op in mijn ogen en loopt langzaam over mijn wang. Mijn hoofd lijkt wel op hol te slaan en ik weet even niet meer wat ik moet doen. 'Lauren? Lauren?' Ik hoor hoe Dioni mijn naam uitspreekt. Ik kan niets meer, ik weet niet meer hoe ik me moet gedragen, hoe ik moet praten, hoe ik moet denken. Ik voel hoe Dioni nog een stap naar me toe zet en hij zijn armen rond mijn schouders slaat. Ik voel hoe er meer tranen over mijn wangen lopen en hoor hoe mijn snikken en gehaperde ademhaling alleen maar sterker wordt.
JE LEEST
De weddenschap - Kaj van der Voort ✔.
FanfictionVijf tienerjongens zitten met z'n alle in een achtertuin. Ze hebben een drukke dag in de studio gehad en zijn aan het genieten van een heerlijk biertje onder de warme avondzon. Al snel veranderd hun onderwerp in ''meisjes'' en sluiten ze een wed...