Hoofdstuk vier.

652 25 1
                                    

'Ze staan er! OMG, Lauren! Daar staan ze! En Jai.. Oh... Jai ziet er weer fucking lekker uit. Help me!' Meteen schiet ik in de lach. 'Ik dacht het niet Soof, ik moet eerst mezelf zien te kalmeren.' Ik kijk uit het raam naar Kaj, maar hij staat met zijn telefoon in zijn hand. Ik voel de zenuwen in mijn buik alleen maar erger worden dan ze al waren. Het gaat nu echt gebeuren. Ik ga ze echt weer onder ogen komen. Sterker nog, ik mag met een van hen de hele week doorbrengen.
Meteen slik ik een brok in mijn keel weg. Wat als ik dit nu weer eens grandioos ga verpesten?
De deuren van het busje gaan open en Dan loopt al gelijk naar achter om onze koffers te pakken. Hij zet ze een voor een op de grond en gelijk loopt iedereen naar haar eigen koffer toe. Van Sofie is al niets meer te bekennen en zodra ik me omdraai zie ik al dat ze zich helemaal in Jai zijn armen geworsteld heeft en hem staat te knuffelen. Ik kan het niet laten, maar onbewust ontstaat er toch een glimlach op mijn gezicht. Ik zie de jongens naar me kijken en Samuel loopt als eerste naar me toe. 'Hee.' Glimlacht hij terwijl hij zijn hand naar me uitsteekt. 'Ik ben Samuel.' Ik lach zachtjes. 'Dat wist ik al joh, ik ben Lauren.' Meteen grinnikt hij en daarna knikt hij weer serieus. 'Dan mag jij bij Kaj.' Ik knik en hij schenkt me een knipoog, voor hij doorloopt naar Anna, die achter mij staat. 'Hee Kaj.' Glimlach ik verlegen als ik voor zijn neus staat. 'Hee Lauren.' Glimlacht hij terug, en hij opent zijn armen. Gelijk geef ik hem een knuffel. 'We gaan er een toffe week van maken he.' Meteen knik ik. 'Zeker.' Kaj glimlacht en dan komt er ook een man aan met hun koffers. Kaj pakt een simpele zwarte koffer, Dioni een grijze, Samuel een donkergroene, Cassius een rode en Jai een donkerblauwe.
'Zullen we dan maar? Ik ben Mark, de chauffeur van de jongens. Wij slapen in huisje 445, dus een heel stuk van jullie af, maar wij zullen alsnog alles in de gaten houden, en zorgen dat jullie woensdag in Toverland komen en daar ook weer opgehaald worden, en we zullen jullie natuurlijk volgende week maandag weer thuisbrengen.' Er wordt geknikt en gemompeld en dan beginnen Mark en Dan te lopen en braaf volgen wij ze.
Na een hele lange tijd lopen over een geasfalteerde weg, verschillende bruggetjes, langs ontelbare dezelfde uitziende huisjes – witte bungalows met groene kozijnen en gele gordijnen – en heel veel bomen en fietsende mensen gezien te hebben, komen we dan eindelijk bij de bungalows aan die wat meer afgelegen liggen van het park, en waar bordjes in de voortuin staan met cijfers, die allemaal beginnen met een mooie 3. Dioni en Jai beginnen gelijk te juichen en ik schud mijn hoofd.
'Oké, jullie hebben door dat we er zijn.' Lacht Mark. Ik kijk naar hem op en stop met lopen. Kaj komt naast me tot stilstand. 'Ik denk niet dat jullie het onthouden hebben dus maar goed dat wij nog een briefje hebben.' Lacht Dan, en hij haalt een verfrommeld briefje uit zijn zak. Ik kijk om me heen naar de huisjes. Er staan er telkens twee bij elkaar per pad. Er loopt een lang pad, en links en rechts van het pad staan twee golfkarretjes die hetzelfde nummerbord hebben als de nummers van het huisje. Achter de kleine parkeerplaatsjes loopt het pad in een splitsing en kun je rechts of links naar het juiste huisje. Het ziet er ergens wel leuk uit en het maakt het toch gezellig.
'Eersten huishoudelijke mededeling.' Lacht Dan als Mark het briefje erbij pakt. 'Wij hebben de sleutels van jullie golfkarretjes. Deze zijn niet voor jullie gebruik deze week.' Meteen hoor ik vijf jongens teleurgestelde geluiden maken en zachtjes grinnik ik. Zo erg kan het toch niet zijn?
'Huisje driehonderéén.' Zegt Mark dan. 'Lilly en Samuel. Dat is het eerste huisje rechts.' Glimlacht hij en meteen knikken Samuel en Lilly zodra ik naar hun kijk en Mark deze woorden uitgesproken heeft. 'Dioni en Ellis, het eerste huisje aan de linkerkant.' Ik kijk nu naar mijn andere kant en zie hun ook knikken. 'Jai en Sofie, jullie zitten in huisje driehonderddrie, die achter het huisje van Samuel en Lilly. Dan hebben we huisje driehonderdvier, Cassius en Anna, achter het huisje van Dioni en Ellis, en als laatste Kaj en Lauren, driehonderdvijf, het eerste huisje achter de bomen.' Meteen beginnen de andere jongens te schreeuwen en roepen. 'Kaj gaat het niet halen!' Roept Dioni, en meteen wordt hij door Cassius zijn mond gesnoerd. 'Ik zou oppassen als ik jou was.' Hij schenkt Dioni een blik die ik niet kan plaatsen, maar ik laat het er maar bij. 'Nou, wij gaan ook naar ons huisje, veel plezier vandaag en morgen, woensdag om negen uur voor het huisje, fris en fruitig, anders ga je niet meer naar Toverland!' Ik hoor een ''jahaaa'' van de jongens en kijk even naar Kaj, maar zijn gezicht zegt niets. 'Nou, hup, jullie hutjes in.' Mark pakt zijn grote sporttas op en loopt al weg. Meteen grijpt ook Dan zijn tas en ook hij loopt door, verder de straat uit. Kaj draait zichzelf om, en automatisch volg ik al zijn voorbeeld. 'Dus...?' Lacht Samuel als iedereen elkaar nu een beetje aan staat te staren. 'Kaj gaat verliezen, zijn huisje is een heel stuk verderop, dus ik zeg vanavond biertje of wijntje en filmpje bij ons?' Grijnst Dioni en hij wiebelt met zijn wenkbrauwen. 'Niks filmpje.' Roept Cassius meteen, en verward kijken we hem aan. 'Partyyy!'

De weddenschap - Kaj van der Voort ✔.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu