Hoofdstuk 6

282 23 1
                                    

Mijn ogen voelen zwaar als ik wakker word, ik hoor dingen naast mijn oor piepen.

Met moeite doe ik mijn ogen open en grijp meteen naar mijn hoofd, die pijn ..

Ik kijk recht in het gezicht van mijn moeder. ‘’Eindelijk schat! Ik was zo bang dat ik je kwijt ging raken, maar je bent sterk!’’

Een zwak glimlachje ligt op mijn gezicht. ‘’Wat is .. er ..er .. gebeurd…? ‘’ fluister ik.

Ik kan me niks meer herinneren, ik was bij Elizabeth dat wel .. maar hoe kom ik ineens in het ziekenhuis?

Mijn blik dwaalt naar het machine naast me piepp .. piepp ..

‘’Elizabeth heeft haar ouders gebeld, en die hebben je meteen hier heen gebracht. Elizabeth zei dat je tegen de kast was gevallen’’

Ik knik maar en voel de pijn in mijn hoofd steeds erger worden. ‘’Mam, mijn hoofd ..’’

Mam haalt de zuster die me wat pijnstillers geeft. ‘’Je hebt een lichte hersenschudding opgelopen, maar je mag gauw weer naar huis. Je zal alleen nog wat last hebben van hoofdpijn.’’ Zegt ze zuster vriendelijk voordat ze weer verdwijnt.

Mijn ogen blijven niet lang open, ik ben zo moe, moe van de pijn ..

Ik word pas weer wakker als het 7 uur ’s avonds is, ik zie Dennis staan.

Ik schrik me dood, Dennis! De jongen waar ik al 1 jaar lang verliefd op ben, ik zie er vast niet uit!

Maar het lijkt hem niet uit te maken, we praten wat en hij streelt mijn hand.

Ik voel gewoon dat mijn wangen rood zijn, hij maakt mij zo warm vanbinnen.

We hebben het zo gezellig, dat ik de zuster al minder leuk vind als ze zegt dat hij moet gaan, bezoekuur is om en ik heb ‘’rust nodig’’

Hij drukt een kus op mijn voorhoofd en wenst me nog beterschap toe, en met dat woordje in mijn hoofd val ik terug in slaap.

Niets is wat het lijkt .. [AFGEROND]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu