Wanneer David wel erg lang weg blijft loop ik naar beneden, richting de kelder.
Maar wanneer ik het zie kom mijn eten eruit, van schrik draait David zich naar me om.
Daar op de grond, Dennis .. Nouja zijn verotte lichaam, het stinkt en het ziet er niet uit.
De tranen stromen over mijn wangen, hoe kan ik het nooit gemerkt hebben dat Dennis al die tijd hier was?
David belt de politie en vertelt over het lijk in de kelder, terwijl hij mij naar boven brengt en me een kop thee brengt, wat een schatje.
Ik lig op zijn bed met de kop thee in mijn handen terwijl de politie beneden met David praat.
Maar ik kan ergens anders aan denken dan aan Dennis lijk, zo mooi dat hij was.
Ik veeg met de rug van mijn hand de tranen weg, gaat dit ooit nog voorbij?
Wanneer ik een schim langs het raam ziet krijg ik een rilling, en met de minuut dat ik alleen ben word ik banger en banger.
En dan gaat David’s kast open, en ik zie Elizabeth staan.
Ik zet het op gillen en stop niet tot David naar me toe is gerent.
‘’Isa, wat is er?’’ roept hij verschrikt.
‘’E-Elizabeth, daar bij de k-kast.. ‘’ komt er moeilijk uit mijn mond, maar ik zie hoe hij me raar aankijkt.
‘’Er is daar niks?’’ zegt hij terwijl hij de kast inkijkt en de deur dicht goed.
Ik grijp naar mijn hoofd, ik word gek ..
En na die keer zie ik Elizabeth niet alleen in David’s kamer, maar overal waar ik ben.
Het bos, in de stad, bij winkels, thuis en zelfs in mijn kamer .. terwijl andere haar nooit zien.
Iedereen denkt dat ik gek aan het worden ben, maar misschien is dat ook wel zo