Hoofdstuk 28

214 17 1
                                    

Wanneer ik met David weer op zijn bed lig kijk ik hem aan. ‘’We hebben niks samen toch?’’ fluister ik na een tijdje.

Hij haalt zijn schouders op, daar heb ik veel aan!

Maar verder laat ik het gesprek rusten en kijk naar de tv, blurg het nieuws.

‘’Het paard is gelukkig uit het sloot gehaald. Terug naar het afgebrande huis in Berlijn, het blijkt te zijn aangestoken door iemand, de dader is nog onbekend helaas.’’

Mijn blik schiet naar David terwijl ik op mijn lip bijt.

Zijn armen slaat hij strakker om me heen en drukt een kus op mijn haren. ‘’Je deed het met een goede reden mop’’

Weer dat woord dat me warm vanbinnen maakt, maar ik kan niet verliefd op David worden, dan zou ik Dennis kwetsen ..

Een piep geluid verpest opeens de stilte, zuchtend neem ik mijn telefoon.

‘’Je denkt nu dat niemand je meer iets kan doen, maar waar je aan begint moet je wel goed eindigen. Trouwens, je moet eens naar de kelder gaan en dan in de kast kijken van mijn broertjes kamer, kus Elizabeth’’

Mijn blik verandert meteen, zelfs mijn stemming.

David pakt mijn telefoon en leest het, ik zie de woede op zijn gezicht.

Elizabeth kan niet meer leven toch? Ik heb haar vermoord ? En het huis is afgebrand?

Ik ontwaak uit mijn vragen als David op staat. ‘’Ik ga wel eens kijken, blijf hier honey’’

Maar ik reageer er niet op en staar wat voor me uit, wat is dit nu weer voor shit?

Niets is wat het lijkt .. [AFGEROND]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu