Dreams Come True||bankzitters

hoofdstuk 14

Matty POV

We zijn aangekomen bij het hotel van Fenna en Fleur. Zo te zien zijn ze hier nauwelijks geweest, het ziet er gewoon ongebruikt uit. Ik loop met Fenna mee naar haar kamer om daar te beginnen met inpakken. Rob gaat met Fleur mee. 'Waar gaan we beginnen'. vraag ik aan Fenna. 'Uhm, ik denk bij het bed' grinnikt Fenna. Ik begin ook te grinniken. Ik wil naar het bed toe lopen, maar op dat moment word ik gebeld. 'Wie belt er?' vraagt Fenna. Ik kijk even naar het scherm. 'Het is koen' zeg ik en ik neem op.

Matthy: Yo man

Koen: yo, ik had een leuk idee!

Mathhy: Nou vertel.

Koen: Ik dacht dat ik, Matthijs en Raoul dan om 15.30 op het vliegveld staan om Fenna en Fleur uit te zwaaien, Goed idee?

Matthy: Lijkt me een leuk idee, zal even vragen wat Fenna er van vind

'Ey fenna zou je het leuk vinden dat koen, Matthijs en Raoul je nog komen uitzwaaien?'

Matthy: Fenna vind het een leuk idee!

Koen: Mooi, dan zijn we om 15.30 op het vliegveld.

Matthy: Wij dan ook

Koen: joe joe.

Matthy: Joe.

'Ik vind het lief van hen, dat ze ons komen uitzwaaien.' zegt Fenna.

We zijn net klaar met Fenna haar koffers in te pakken. We brengen de Koffers naar beneden. Ik zie dat Fenna haar telefoon pakt. 'Hoe laat is het?' vraag ik aan Fenna. 'het is 15.00 uur, ik denk dat we naar het vliegveld moeten'. zegt Fenna. Fenna roept Rob en Fleur. 'Fleur, kan jij even een taxi bellen'. hoor ik Fenna zeggen. 

Even later zetten we de koffers in de kofferbak en stappen in de taxi. Op naar het vliegveld

Fenna POV

Ik loop het vliegveld binnen met mijn koffers rollend achter me aan. Ik zie de jongens al staan. Ik krijg spontaan een glimlach op mijn gezicht en loop naar ze toe. ik geef Matthijs, Rob, Koen en Raoul een knuffel. nadat ik dat had gedaan geef ik Matthy een knuffel. 'Ik ga je missen' mompel ik in zijn trui.

Matthy POV

Fenna geeft me een knuffel en ik knuffel haar terug. 'Ik ga je missen' Hoor ik Fenna mompelen in mijn trui. Ik geef haar een nog een kus voordat ze vertrekt. En dan loopt ze naar haar gate toe en ze is weg. ik zucht maar krijg gelijk weer een glimlach op mijn gezicht. Ik ben blij dat ik haar heb ontmoet.