Dreams Come True||bankzitters

hoofdstuk 13

Fleur POV

Fenna en ik zijn bij de jongens blijven slapen. We gingen beerpong doen, ik en rob waren een team en Matthy en Fenna waren een team. Uiteindelijk hebben Matthy en Fenna gewonnen.  Toe zijn we naar bed gegaan. Ik lig bij Rob in bed. Hij was erg moe dus hij is gelijk in slaap gevallen. Hij slaapt, wel heel schattig. Ik geef hem een kusje op zijn hoofd en ga zelf ook slapen

Ik word wakker in Rob zijn armen. We hebben gister wat gekregen, toen hij me opeens zoende. Ik vond hem vanaf het begin al leuk, maar ik wist niet wat hij van mij vond. Ik prik rob in zijn zij. Rob kreunt een beetje en doet langzaam zijn ogen open. 'Goodmorning' zeg ik met een lief glimlachje. 'Goodmorning.' zegt rob terug en geeft me een kus. 'Ik ga naar beneden' zeg ik en ik loop naar beneden en ik zie dat Fenna en Matthy op de bank liggen te slapen. Ik kan me nog herinneren dat ze een film aan het kijken waren en dat ze toen te moe waren om naar bed te gaan, sukkels. Ik pak een bord en smeer een broodje. Het is vandaag de laatste dag dat we hier zijn. Ons vliegtuig vertrekt om 16.00 uur. Ik denk dat ik Fenna even wakker ga maken.

Fenna POV

Ik word wakker en zie dat Fleur mijn wakker heeft gemaakt. 'Wah ist' vraag ik slaperig. 'Jah, ik dacht ik maak je wakker want ons vliegtuig vertrekt vanmiddag en we moeten ook nog inpakken enzo.' zegt Fleur. Ondertussen is Matthy ook wakker geworden en kijkt slaperig om zich heen. Ik grinnik even en sta dan op. Ik zucht, de laatste dag dat we met de bankzitters doorbrengen.  Ik pak ook een broodje. terwijl ik mijn broodje eet pak ik mijn telefoon uit mijn zak en kijk hoelaat het is. Het is 11 uur. 'Fleur ik denk dat het tijd is om terug naar ons hotel te gaan.' zeg ik tegen Fleur. 'ik denk dat dat een goed plan is.' zegt Fleur. 'Zullen Rob en ik anders met jullie mee, kunnen we helpen inpakken'. Steld Matthy voor. 'Ja goed idee!'

Koen POV

zucht.. Ik wou dat ik dat had voorgesteld, dan had ik ook mee gekund. Ik vind Fenna al een tijdje leuk. maar dat kan ik niet maken tegenover Matthy. Ik moet haar vergeten. maar wat als Matthy niet in de buurt is. Dan zou ik toe kunnen slaan..