Dreams Come True||bankzitters

Hoofdstuk 23

Fenna POV

'wacht ik moet nog even naar de wc' Zegt Matthy en hij loopt de deur uit. Ik realiseer me nu pas dat ik alleen in een kamer met Koen zit. Even later staat koen op en gaat naast me zitten op het bed en sla een arm om me heen. Ik word een beetje bang. 'Koen, wat doe je.' Vraag ik hem angstig. 'ik sla gewoon een arm om je heen.' Ik probeer zijn arm weg te duwen maar het lijkt of ik het alleen maar erger maak. Zijn arm glijd van mijn schouder naar mijn middel. Ik probeer hem nog steeds weg te duwen maar het lukt niet. Koen pakt mijn gezicht ruw vast en hij drukt zijn lippen op die van mij. Ik duw hem boos en verdrietig weg. 'What the fuck is er mis met jou?!' Roep ik. En ik ren naar beneden. Koen wil me nog tegen houden maar dat lukte hem niet. Wanneer ik de trap af ren kom ik Matthy tegen. Hij ziet dat ik gehuild heb. 'He meisie, wat is er?' vraagt hij voorzichtig. Ik sla mijn armen om hem heen en ik leg uit wat er zonet is gebeurt. 'hij heeft wat?!' Roept hij. Matthy ren naar boven. Ik blijf op de overloop staan. Ik hoor Matthy tegen Koen schreeuwen. Koen zegt niets. Even later zie ik Matthy met Koen naar beneden lopen. Ik  durf Koen niet aan te kijken. Ik hoor de voordeur open gaan en hard dicht gaan. Even later staat Matthy weer naast me. 'Hij is weg.' Zegt Matthy en Hij slaat zijn armen om me heen. 'sorry.' 

Matthy POV

Ik deed mijn haar nog even goed in de spiegel totdat ik iemand hoorde schreeuwen, het klonk als Fenna. Wanneer ik de badkamer uit kwam, zag ik Fenna staan. Ik zie dat Fenna heeft gehuild. 'He meisie toch, wat is er?' Vraag ik voorzichtig. Ik sla mijn armen om haar heen en ik geef haar een knuffel. Daarna legt ze uit wat er gebeurt was. 'Hij heeft wat?!'Ik voel de woede naar boven komen. Ik ren naar boven en daar zit Koen. 'Ik wil nu dat je nu mijn huis verlaat!' Roep ik boos. Ik zie dat Koen al merkt dat ik met Fenna heeft gepraat. Ik pak hem bij zijn arm vast en ik duw hem richting de deur. Hij begint rustig en stil van de trap af te lopen, ik loop achter hem aan ter controle dat hij niet weer aan Fenna komt. Hij loopt ook de andere trap af. Ik doe de deur open. Wanneer hij buiten staat gooi ik de deur met een klap dicht. Ik loop weer naar boven. Ik zie dat Fenna aan het trillen is. 'Hij is weg.' Zeg ik geruststellend. Ik sla mijn armen om haar heen. 'Sorry' zeg ik.