Chapter 18

768 46 6
                                    

Pov. James

Pottermanor

Het was thuis zoals nooit een andere plaats ooit zou kunnen zijn, en ik had nooit gedacht dat ik er zo over na zou denken. Na mijn hele leven doorgebracht in Hogwarts, zou men denken dat mijn eerste reactie op uitstappen zou zijn om te ontsnappen - naar ergens anders, ergens anders. Maar, staande op de rand van Pottermanor dakterras, kijkend rond naburige gemeenten in de verte, naar de silhouetten van winkelstraten die naar de sterren aan de hemel reiken, en de plaatsing van een licht verspreid over de cementstructuren van de stedelijke omgeving, de geuren die hij zich kon voorstellen, de geluiden die zijn geheugen hoorde ... hij zou het niet opgeven voor de wereld.

'We konden je altijd hier vinden als we je nodig hadden'.

Ik opende mijn ogen, en keek recht in Sirius zijn grijze ogen. Hij glimlachte, en ik glimlachte terug. Na ons gesprek van een week geleden waren we een stuk closer geworden. Hij ging naast me zitten en genoten samen van het uitzicht.

Remus was gister met ons meegekomen, omdat het binnenkort volle maan zou worden, en we een groot verlaten bos bij ons in de buurt hadden. Hier was het veiliger om te veranderen dan in het dorpje waar Remus was opgegroeit en nog steeds woonden. Ook hij kwam even later het dat op. Aan zijn linker had hield hij een radio vast. Hij drukte op het knopje, en er onstond een dansfeest met maar drie personen aan het dansen.

Ik staarde in genegenheid naar mijn vrienden en verwonderde me erover dat het in slechts enkele maanden was gegroeid op manieren die ik nooit voor mogelijk had gehouden.

We begonnen eindelijk af te komen van hun dansfeest, behalve Sirius. Ik begreep niet helemaal hoe hij dit vol kon houden. Hoe kon iemand zo veel energie hebben dat ze hun lichaam urenlang in een vreugdevol ritme konden slingeren nadat ze een hele dag hebben doorgebracht met quidditch en andere energieputtende uitjes?

Ik glimlachte toen mijn vader, die op de muziek af was gekomen, probeerde mee te doen en begon te discotheken op een manier die zijn eigen leeftijd onthulde. We lachten, Sirius kwam aanrennen om zich bij mijn vader aan te sluiten en samen hadden ze behoorlijk war move uit de 60's. Even later nam mijn moeder het van Sirius over.

'Je was fout'.

Ik knipperde met een trek van mijn oor en keek naar links, waar ik niet had gemerkt dat hij naast me kwam zitten.

'Ik had het mis?' herhaalde ik hem en trok een wenkbrauw op. 'Over wat?'

'Het is lang geleden,' zei Sirius en keek naar zijn familie en vrienden.

'Je zei dat je nooit aan onze James zou voldoen, dat je James niet was en dat je hem nooit zal worden. Je zou er niet zo voor ons zijn, als James zou zijn. Dat zei je op het quiddtich veld, weet je nog? '

Ik knikte eenmaal. 'Het was geen moment dat ik gemakkelijk kon vergeten, het is niet elke dag dat ik mezelf volkomen liet gaan en tegenover jouw en Lily'.

'Maar je had geen gelijk'. Sirius keek weer op naar mij, zijn ogen grijze, zachter, en veel intelligenter dan de ouwde James ooit gedacht had dat mogelijk was.

'Je was altijd voor mij, ook na je ongeluk'.

'Oh? Hoe dan?'

In de weegspiegeling van het raam staarde ik met een niet-aflatende blik naar Sirius . 'Door bij ons te komen zitten...in de hogwartsexpress.

Ik keek hem nog steeds sprakeloos aan.

'We hadden helemaal geen doel gehad,' vervolgde Sirius, weer weg kijkend, zijn ogen zwevend naar de dansende mensen op het balkon "Peter zou alleen blijven, Remus zou elke volle maan alleen zijn en ik zou ergens op straat wonen, omdat nog steeds zou weggelopen bij mijn ouders - zonder dat de

significante impact op de wereld anders zouden bekijken... maar dat is niet gebeurd, omdat je ons hebt gekozen'.

De prikkel van een steek viel de hoeken van mijn ogen aan, alsof iemand een waaier recht op zijn gezicht drukte. Ik negeerde deze keer de manier waarop mijn keel opzwol, in plaats daarvan glimlachte ik liefdevol aan de kant van het gezicht van mijn broer. Zwijgend hief ik mijn arm op en vouwde mijn wijze vriend in omhelzing in. Met mijn magere armen hield ik hem stevig vast.

'Groepsknuffel!'

Ze waren bijna van het evenwicht geslagen toen Remus zich tegen de schouders van Remus wierp en zijn vrienden tussen hem en Sirius kneep terwijl zijn handen elkaar bereikten. Mijn ouders volgden zijn voorbeeld en sloten hen aan beide kanten in. Ik stopte mijn hoofd onder de rechterarm van Sirius, ik voelde Remus' wang tegen zijn ribben. Mijn vader liet zijn slapen rusten op de linkerschouder van mijn moeder, zijn arm stevig om mij en zijn vrouw rug gewikkeld terwijl zijn hand bovenop zijn andere zoon rustte. Het voelde benauwd, maar het voelde ook vertrouwd.

Terugkrabbelen was een zegen, maar de vertrouwde geluiden van de stemmen van zijn familie, wetend dat ze aanwezig waren en een oneindig deel van zijn leven, produceerden in mijn hart een dankbaarheid waar ik van hield. Net zoals een week geleden, toen Sirius, Remus en ik samen op Sirius' bed lagen.

~*~

De kerstvakantie bestond uit twee weken vakantie, in de laatste week zou kerst plaatsvinden. Sirius vertelde dat we vroeger altijd mensen uitnodigden om mee kerst te vieren. Wat eigenlijk vooral uit Remus, Sirius, Peter bestond. Mijn ouders nodigden ook graag vrienden uit.

Mijn ouders nodigen altijd dezelfde mensen uit. Mijn moeder een ouwde schoolvriendin genaamd Jyndell Guell en haar muggle man Rolf Guell. Samen hadden ze een dochter Izzy Guell, die een jaar jonger was dan ik.

Mijn vader nodigden een vriend van werk uit. Samuel Lenz uit. Samuel was voor de derde keer getrouwd met ene Victoria Green. Victoria Green had twee zonen: Victor Adams en Alexander Adams. Samuel Lenz had van zijn eerste huwelijk nog een dochter. Martha Lenz. Allemaal zouden ze komen.

Ik mocht dan niet mijn geheugen terug hebben, maar dat stopten mijn ouders niet om hun oude traditie voort te zetten. En zo zat ik alleen op een kamer dat eigenlijk bekend moest voorkomen, en verstuurden brieven naar mensen waarvan ik dacht dat we wel bevriend waren.

Eerst verstuurde ik er eentje naar Frank. Ons kamergenootje. We hadden eigenlijk nog maar amper een woord met elkaar gewisseld, maar ik dacht wel dat hij erbij hoorden.

En omdat Frank uitgenodigd was, zou het ook geen probleem moeten zijn om Alice ook uit te nodigen. En als ik Alice zou uitnodigen, moest ik Marlene ook uitnodigen. En als ik Marlene...dan zou Lily ook komen. Ik wist dat dit een trucje was waarmee ik mezelf voor de gek hield, maar anders zou er een andere reden voor zijn om Lily uit te nodigen en dat wilden ik niet.

Dus nadat ik aan mijn ouders informeerde wie ik uit zou nodigen, en de brieven daarna met onze uil Denver opstuurden, dwaalden ik nog wat rond door het nog steeds onbekende huis. Misschien zou over vier dagen Lily hier wel rondlopen. Sirius zei dat Lily nog nooit bij mij thuis was geweest. Eens moest de eerste keer zijn.

Naast het balkon, had ik nog een lievelingsplek gevonden. De kamer dat zo groot als een troonzaal was. Het werd amper gebruikt, dus er was niet zo veel te zien daar. Maar het waren de schaduwen wat hem zo aantrok.

De kamer werd altijd in de schaduwen geworpen, ongeacht het tijdstip van de dag. Het was de tint van de ramen, die op haar eigen cryptische manier licht in de holle ruimte channelde en scherpe hoeken maakten.

Er zat troost in deze duisternis, iets waar ik me mee kon identificeren, iets dat me garanties gaf. Alsof de toenemende duisternis fluisterde, meer schaduwen, meer schaduwen. Maar de kamer werd nooit helemaal verduisterd. Kleine lichtstraaltjes vormde zich op het zwarte achtergrond en creëerde hoop. Het was alsof hij zichzelf in de kamer zag. Er was nog hoop voor hem. Ik geloofde in Lily en haar manier van aanpakken. Voor het zevende jaar ten einde zou zijn, was ik weer de ouwde.

When the light goes out ~Jily~ ✔Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu