Chapter 26

765 43 12
                                    

Pov  James

'Wat is het. Je hebt iets in gedachten en ik denk dat ik er niet blij mee ben wat, heb ik gelijk?'

Mijn ogen werden breed en helder, mijn vingers trommelden op de oude, houten tafel terwijl mijn geest met een plan kwam en alle stukjes in een puzzel aan elkaar vastmaakte. Maar hij had me door. 

'Weet je het?'

Ik wilde wel gaan bluffen, maar wist dat dat onzin was. Hij wist het zeker. Ik knikte.

'James, alsjeblieft...beloof me dat je niet met mijn liefdesleven gaat bemoeien. Ik bemoei ook niet met de jouwe. Ik bedoel, hoelang gaat het nog duren. Jullie hebben niets, maar zijn wel ontzettend close.' Ik negeerde zijn opmerking. 

Ze hadden gevoelens voor elkaar die ze graag verbrogen hielden. Niet alleen waren ze allebei jongens - iets waar de tovenaarswereld en de muggle-wereld nog geen acceptatie van hadden gamaakt- maar ze waren elkaar beste vrienden sinds de treinreis naar Hogwarts.

'En trouwens, het gaat toch nooit werken. Hij is gay...so what. Ik ben niet de jongen die hij leuk vindt.'

Nu Sirius het gisteren bijna letterlijk had gezegd, zag ik pas hoe logisch het was dat hij gay was. Sirius vermeldde nooit echt welk geslacht hij verkoos, hij bleef vooral weg van iemand die een relatie of een 'ding' met hem wilde hebben. Maar het ging er niet om dat Sirius van jongens hield, maar om het aantal zelfvertrouwen Remus had. Hij zou er nooit van uit gaan dat Sirius hem koos, want hij zag zichzelf als de arme weerwolf die alleen uit medelijden in Hogwarts werd aanvaard.

'Je bent niet uit medelijden aanvaard en dat weet je. En niemand zal je het verwijten. Dat je gay bent. Ik ken er veel meer.' Mijn stem bracht Remus uit zijn mijmerij en keek snel rond om te zien of iemand het had gehoord, maar niemand was in de bibliotheek

'Bi...eigenlijk. Maar daar gaat het niet om. Je moet beloven dat je niets gaat doen.'

'Ik zal nog niets doen, op dit moment.'

'James!'

Ik keek hem alleen maar en en zei niets. Stond op, pakte mijn tas en boeken van de tafel, draaide rond en verliet de bibliotheek. Ik begreep waarom Remus me zo snel door had, ik kom nooit in de bibliotheek, alleen maar om naar Lily te kijken die wel degelijk iets deed. Maar Lily was er niet.

~*~

Een week later, toen de winter volledig verdween, werd de lucht vervangen door een koel briesje dat de verandering van kleur met zich meebracht. De bladeren kwamen weer met frisse kleuren op de bomen hangen en het gras veranderde in een levendiger groen, wat onvermijdelijk betekende dat het gras weldra een glazuurlaag kreeg en de kleur wegebde.

Ik vond dit de leukste tijd van het jaar. Ik hield ervan om op te staan, terwijl de zon door mijn ramen scheen. Ik genoot ook van de manier waarop het weer nooit voorspelbaar was - het was de ene dag zonnig en de andere weer extreem ijzig. 

Ik liep terug naar het kasteel na een les potion. Eenmaal binnen werd ik onmiddellijk onderschept door Remus, die me de hele week probeerde te ontwijken.

'Oké, ik weet het.' Zei ik, alsof dit iets duidelijker maakte over waarom Remus vastzat in een kleine muurwand. Lily en ik hadden zoveel manieren bedacht hoe we het zouden gaan aanpakken, en nu waren we tot een conclusie gekomen.

'Wat?' Vroeg Remus.

'Hoe ik jullie samen krijg, natuurlijk!" ik zei dit alsof het het meest voor de hand liggende ding in de wereld was. 'Het enige wat je hoeft te doen is ten minste een halve voet dicht bij Sirius zijn, maar niemand anders kan op dat moment zo dichtbij zijn, oké? Ik weet niet wat er zou gebeuren als dat zou gebeuren.'

'James, je gaat hier nog altijd over door, het zal nooit werken.'

'Ja, het zal. Vertrouw me.'

Remus zuchtte, het had geen zin meer ruzie te maken, en dat had ik al voorspeld. Ik kende hem te goed. 
'Oké!'

'Super goed!' Riep ik 'Zorg ervoor dat je om ongeveer half zeven 's avonds bij hem zit, tot later!'

En daarmee ging ik naar mijn volgende klas. Het maakte niet uit dat ik te laat kwam, ze waren dat al van mij gewend.

~*~

De common room stroomde vol met mensen. Een golf studenten bleef binnenkomen vanuit slaapzalen of het portretgat en Remus kon zo geen manier vinden om zo dicht bij Sirius te komen zonder ongemakkelijk te lijken. De tijd tikte verder en de klok kwam bijna tegen half zeven aan. Ik stuurde Remus geïrriteerde blikken vanuit de andere kant van de kamer, in afwachting van hem om ermee door te gaan. Uiteindelijk flitste er alsnog een flits de kant van Remus en Sirius op, die Remus boven op een ontevreden Sirius liet landen.

Remus krabbelde overeind, een zachte blos verspreidde zich over zijn licht sproetige wangen. Maar voordat hij een arm kon optillen, trof een spreuk Remus linkerhand die stevig aan Sirius' recht vasthield. Er flitste een flits van afschuw over beide jongensgezichten terwijl ze uiteindelijk met enige moeite rechtop konden zitten.

'Remus, ik weet dat je waarschijnlijk schrok toen je naar me begon te vliegen - met je vliegangst en zo - maar kan je, weet je wel, mijn hand loslaten?' Sirius stem was licht, maar hij droeg er een bijna nerveuze schok mee.

Remus probeerde zijn hand weg te wrikken, maar er was geen sprake van. 'Padfoot, jij was degene die van jouw de mijne grijpt.'

Ze zwoegden beiden naar hun respectievelijke hand, maar wat er ook gebeurde, hun handen bleven stevig vastzitten. Om hen heen had zich een menigte verzameld die probeerde te achterhalen wat er was gebeurd.

'Lily!' riep Remus. Meer schreeuwend. Wat? Ik zulke spreuken uitspreken, nee...Lily was er de uitvoerder. Ik zorgde alleen voor de afleiding. Maar Remus was slimmer dan dit.

'Waarom roep je haar? Heeft ze dit gedaan?' siste Sirius naar Remus.

'Eh, nee, maar ze is goed met charmes en dat, misschien kan ze ons helpen dit uit te zoeken?' Remus vloekte tegen zichzelf. Hij kon niemand laten weten dat dit het aanbod van mij was geweest, omdat ze vragen zouden stellen waarom ik zoiets zou doen. We hadden alles uitgestippeld, inclusief de reacties die Remus zou hebben.

'Is er een probleem, Remus?' Vroeg Lily. 

'Ja, zie je niet? Onze handen kunnen niet uit elkaar gaan!' Antwoordde Sirius.

Lily  keek alleen maar geïnteresseerd en hield haar handen in haar zij, alsof ze het handige werk bewonderde. Wat  ze waarschijnlijk ook aan het doen was.

'Nou, het ziet eruit als een charme van Lentus, en een sterke persoon. Degene die dit deed, wist zeker wat ze deden, maar het spijt me jongens, dit heeft een paar weken nodig om te slijten. Je kunt proberen naar de ziekenhuisvleugel te gaan maar ik betwijfel of Madam Pomfrey alles kan doen om je te helpen.'

Een geboren actrice. 

'Wat? Twee weken! Remus, we gaan naar de ziekenhuisvleugel!' Sirius trok Remus ruwweg omhoog en uit het portretgat, en liet het gelach van alle anderen achter. 'Wacht ik ga met jullie mee.' En ik en Lily volgden.

Even later in het ziekenhuis kwam mijn volgende voorspelling uit.

'Het spijt me jongens, Lily had gelijk, en het zal een paar weken duren om te verdwijnen. Ondertussen, stel ik voor dat je afspraken maakt met Professor McGonagall.' Zei Madame Pomfrey. Ze probeerde haar lach in te houden. Ik wist dat ze uiteindelijk in zou stemmen.

'Alsjeblieft, is er niets dat zal helpen?' Vroeg Remus.

'Nee, het spijt me, ik zal u professor roepen, u kunt daar op het bed wachten.' Ze wees naar een bed in de hoek en vertrok om nog een drankje te geven aan een tweede jaar met een blauwe huid en puntige oren.

Misschien had ik me hier inderdaad niet mee moeten bemoeien, maar ik kon echt niet toekijken hoe deze twee soulmates elkaar voorbij zouden gaan lopen. En we weten allemaal dat dat waarschijnlijk iets is wat zou gaan gebeuren. Als Lily niet met het idee was gekomen, had ik waarschijnlijk serieus hier niets mee gedaan. Soms moet je liefde een duwtje geven.

En terwijl ik dat zei, keek ik naar Lily. Die tevrede met het resultaat was. Remus had gelijk, we waren geen vriendje en vriendinnetje...maar wat was het dan wat we waren?

When the light goes out ~Jily~ ✔Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu