Eng snel was het de dag dat het hier zou beginnen: beginnende met invallen op de instituten. Als we eerst de steunpilaren weghalen moet het makkelijker zijn. Al weten ze dan ook dat we eraan komen. Maar dat hadden ze sowieso al geweten. En nu kunnen ze geen onschuldige tieners aansporen tot tegen ons vechten. Dat overleven ze niet. Dus, dat was ons eerste punt. De kinderen bevrijden en zorgen dat die bij hun ouders raken.
Ik bond mijn haar strak achterover in een staart en bekeek Waldeinsamkeit nog eens in het licht van de opkomende ochtendzon. Het zag eruit als een lieflijk zicht, maar over enkele uren zou in de hoofdstad de straten rood kleuren van het bloed van soldaten, en waarschijnlijk -maar hopelijk niet- van ons bloed ook.
'Rose?' klonk er van achter me.
'Carter.' ik draaide me meteen om en lachte een beetje. Ik stak meteen Waldeinsamkeit weer weg in zijn schede, die nu mooi op mijn been hing.
Hij nam mijn handen voorzichtig vast. 'Nu gaat het gebeuren, hè?'
'Inderdaad.' zei ik.
'Wat er ook gebeurt. Ik hou van je. Vergeet dat niet.' zei ik.
'Hetzelfde.' We gaven elkaar een gepassioneerde zoen en even was het makkelijk te vergeten dat hier nog andere mensen stonden. Het enige wat telde was hem en mij. Hier en nu.
We werden onderbroken door mijn broers, die ook afscheid kwamen nemen. Het was raar om te beseffen. We hadden alles wel gepland, maar je weet nooit wat er gebeurt. Voor hetzelfde geld was dit de laatste keer dat we elkaar zagen.
'Ik hou van jullie.' zei ik.
'Wij ook van jou.' We gaven elkaar een knuffel, waarna we ons alle 4 vermanden -of vervrouwden- en bij mij en mijn broers ging de knop om. Dit moest. Anders zouden we maar een hoop gekken zijn die hopen dat ze iets konden veranderen, maar gewoon zouden eindigen met hun hoofd op een hakblok of aan de strop. Met alle respect, maar dat is mijn doel nog niet echt.
'Goed. Laten we nu een instituut binnen vallen.' zei ik.
We liepen langs de groepen om te checken of iedereen klaar was voor wat hij of zij zou moeten doen. Omdat wij het instituut het beste kenden waren wij hier de leiders. Dat was natuurlijk heel leuk en stiekem genoot ik wel wat van die plek als leider. Maar ja, iets anders hadden we niet moeten verwachten met onze positie sowieso in de hele rebellie. We hadden sowieso een hoge positie gekregen.
'Goed, wij gaan eerst.' zei Aryan. We waren niet met veel. Zo'n 30 man, maar het zou genoeg moeten zijn. We glipten allemaal over de afsluiting, mijn broers en ik de tak sterk houdend -want zeg nu zelf, hoe zou jij je voelen als er 30 olifanten over je lopen?- waarna we opsplitsten om de bewakers in de wachttorens uit te schakelen. Ja. Uit schakelen als in vermoorden. Er was geen andere optie. Geen tussenweg. Ik opende de deur met een zacht rukje en liep meteen naar boven met de 3 mannen die mij volgden. 18 bleven op de grond, in de schaduwen.
Ik gebaarde dat ze stil moesten zijn. Goed. Tijd voor wat explosieve kracht. Ik sprong tegen de deur en trapte hem met zo'n vliegende karatetrap open, ondertussen Duende al aanspannend en 2 van de bewakers neerschietend.
'Als dat 1-348-1732103 niet is.' zei de overige bewaker.
'Je weet, dat nummer is verleden tijd.' zei ik. 'Ik ben niet zomaar een voorwerp dat je kunt nummeren en in een rijtje plaatsen.'
'Ah nee. En wat zegt dat? Het feit dat je een wapen van onze president gestolen hebt? Of het feit dat je nog niet eens wat respect kunt opbrengen voor iemand die stukken hoger als jij staat.'
'Hij had geen recht de claim op dit wapen te leggen.' zei ik, de boog weer aanspannend.
'Oh, nu ben ik bang.' zei hij sarcastisch 'Dit wapen behoorde hem toe.'
Mijn ogen lichtten fel op. 'Jullie hadden ons niet allemaal. Beoordeel nooit iemand na een eerste keer zien in een eetzaal. En dat gaan jullie nu voelen.' Ik liet de pees los en de pijl ging recht door zijn hart.
'We kunnen verder.' zei ik. Ik draaide me weer om en rende de trappen af. Ik zag Aryan en knikte. Hij knikte terug. Ook Scott kwam beneden en gaf ons een snel knikje. Carter kwam ook beneden en liep al door naar de deur. Hij had de sleutel nog.. maakt een pak minder lawaai.
Laten we nu hopen dat iedereen in de eetzaal zit.
'Goed. Jullie 10, ga naar de kamers van de verzorgsters en de bewakers, er zullen er nog enkelen daar zijn, maar niet veel. Kam alle kamers uit. Onderste verdiep in het zuiden en het westen. Als je een bewaker of verzorgster vindt, schiet om te doden. Ze zijn niet te vertrouwen, zelfs niet als ze zeggen te veranderen.' zei Aryan.
Ze knikten en vertrokken.
'Jullie 5. In het noorden, vanonder is het kantoor van de McLeans, de leiders van dit instituut. Vermoord ze niet.' zei ik. 'Neem ze gevangen en breng ze naar de eetzaal. De enige deur vanonder in het oosten. Daar zijn wij ook.'
Ze knikten en vertrokken ook.
'Goed. En wij gaan met ons 15 de boel daar schoonvegen.' zei Carter.
We liepen in een stevige, maar stille pas naar de deur van de eetzaal.
'Aan jouw de eer, Scott.' fluisterde ik, al een pijl nemend en klaarleggend op Duende. Ik had ze nog allemaal erin zitten. Ik trok ze nog altijd achteraf uit de lijken. Een beetje morbide misschien, maar ja. Anders zou ik nog geen dag doorkomen met al mijn pijlen. Het is niet dat ze zo aan de bomen groeien. En hoewel ik er genoeg in had zitten -30- heb ik er liever één te veel als één te weinig.
Hij knikte en haalde diep adem, voor hard tegen de deur te trappen zodat die open vloog.
Er klonk gegil toen wij de zaal inliepen, maar dat verstomde al snel toen we halt hielden, wapens getrokken.
JE LEEST
The golden bow
FantasyIn een gemeenschap, volledig gecontroleerd door de overheid word iedereen die anders is meteen geliquideerd. Of dat denken ze toch. De jeugd wordt opgesloten in opvoedingscentra van de overheid. Zo ook Rosalie. Maar zij heeft een probleem. Ze is zo'...