Dag instituut

191 13 2
                                    

'Goed.' zei ik, een stap vooruit nemend. 'We kunnen dit op de geweldloze manier doen, of op de leuke manier. Aan jullie de keuze.' Mijn stem klonk verbazingwekkend helder en luid, zeker te horen over de hele eetzaal. 

Er ging gemompel door de hele zaal. Ze herkenden me. Hoe zou dat nu komen? 

'Alsof jij het lef hebt om iemand te vermoorden.' lachte een verzorger. 

Ik schoot vooruit en pinde haar tegen de muur, Duende in de andere hand vasthoudend. De aap was toch al uit de mouw. 

'En wat zorgt ervoor dat je dat denkt?' 

'Haal de kinderen hier weg!' riep Aryan, waarna hij zich ook in het gevecht stortte. 

Ik greep de pijl die ik klaar had liggen op Duende en gebruikte hem als steekwapen. Ik merkte dat er iemand achter me stonden gaf hem een elleboog, waardoor ik zijn neus hoorde breken. Ik draaide me meteen om en gaf er een harde trap bij. Ik gebruikte de pijl nog eens en stak hem recht door de bewakers hart. Volgende. 

Het was een korte strijd. Ze waren verre van zo goed getraind als wij, en mijn broers en ik hadden ook nog eens onze krachten. We lieten de lijken liggen en liepen de ruimte uit, hem op slot doenend, zodat er niet toevallig een 5 jarige binnen zou lopen.

'Scott? Rosalie? Aryan?' klonken enkele stemmen. Ik herkende ze meteen. Onze vrienden. Ze hadden hier gewacht. Waarschijnlijk ook een heel deel gezien. 

'Ja?' vroeg Aryan. 

'Wat is er met jullie gebeurd?' fluisterde Sophie.

'Hetzelfde als al die jaren al.' zei ik. 'We vechten. Voor jullie en jullie toekomst. Voor ons en onze soort.'

'Hoe lang doen jullie dat al?' vroeg Roan.

'Al enkele jaren.' bleef Scott vaag. 

'Ga jullie spullen bijeen nemen.' zei Aryan. 'Jullie kunnen terug naar jullie ouders en een gewoon gezin zijn. Gedaan met hier opgesloten zitten binnen deze 4 muren.' 

'Wij moeten gaan. We hebben nog een president af te zetten en een hele massa niet zo blije burgers te leiden.' zei ik. We draaiden ons om en Aryan zette zijn keel al weer open.

'Ross! Jules! Anne en Dan, jullie zorgen dat deze kinderen veilig thuis raken. Liv en Peter, jullie brengen de McLeans naar de gevangenis en helpen eventueel mocht het nodig zijn met het bevrijden van de onschuldigen die daar zitten. Seriemoordenaars en psychopaten mogen wel blijven zitten.' 

'Jes sir.' klonk er uit 4 monden. Het was in ieder geval makkelijker als onze naam altijd zeggen. 

'De rest. Wij hebben nog werk te doen.' riep ik. Gelukkig waren deze mensen niet al te vernielzuchtig, en bleef het instituut staan. Het kan nog een mooie herbestemming krijgen als gevangenis. Alhoewel. Herbestemming? 

We liepen verder door steden, tot we ons kamp opsloegen op zo'n 20 kilometer van de hoofdstad. Het nieuws van de instituten zou niet zo snel reizen, er werd niet iedere dag gecommuniceerd, en wij moesten uitgeslapen zijn. 

Het was de eerste keer dat ik Carter terug zag vandaag. Ik had moeten overleggen met mijn broers.

'Carter!' Ik viel meteen in zijn armen.

'Rose.' lachte hij.

'Is alles goed, geen wonden?'

'Nee. Niets. Ik heb vaak de kans gekregen te zien waar mijn oudcollega's goed in waren, dat kwam nu van pas.' zei hij. Ik lachte en trok hem mee naar de grond. 

'Zullen we maar gaan slapen?' zei hij. Ik knikte en we liepen een tent in. We hadden die spullen hier vorige week nog verstopt, dus ja. Kamp zuidoosten opgeslagen. 

Wij deelden een tent met mijn broers en nog enkele andere leden, maar niet alle. Angelo, Pearl en April waren hier niet. April omdat ze in het paleis zat, ze blijft het dienstmeisje daar. Angelo en Pearl omdat die in een ander, kleiner instituut zaten. Het zuiden was relatief kalm, er waren weinig mensen nodig hier. Het noorden was erger. Morgen zouden we allemaal samen komen in de hoofdstad. 

Ik legde mijn hoofd tegen zijn schouder.

'Slaapwel Carter.'

'Trusten Rose.' Ik lag in een vingerknip in slaap. Dat is ook iets nieuws.

...

'Opstaan.' Ik wreef de slaap uit mijn ogen. 

'Bedankt Jonathan.' zei ik tegen de bewaker die me wakker gemaakt had. Ik liep naar het vuur en ging eraan zitten, ondertussen al een hoop fruit makend, voor iedereen die wakker werd. 

Mijn broers kwamen naast me in de sneeuw zitten. 

Vandaag de hoofdstad. Daar zouden we met zo'n 10000 zijn. In kleinere steden waren er zo'n kwart van dat aantal. We waren misschien niet met veel van de 4 miljoen inwoners van dit land, maar we waren met een hoop. En we wisten dat veel mensen zich niet aan durfden te sluiten. Ja, je kunt wel polsen zonder iets te laten merken. 

Ik hoopte dat het op 1 dag gedaan zou zijn, maar die kans was klein. Toch, je weet nooit. Ons hoofddoel was het presidentiëel paleis. Als dat valt, valt de rest ook in elkaar als een kaartenhuisje. En dat was exact waar we op moesten hopen.

'Goed, iedereen, we vertrekken.' klonk Scotts stem. De zon kwam langzaam op en wij waren klaar om te vertrekken. 

Ik bleef dicht bij Carter, onze handen in elkaar verstrengeld. 

We liepen grotendeels in stilte naar de hoofdstad, nu de voorsteden wel mijdend. En toen rees de stad in de verte voor ons uit. Wauw. Het is mooi, maar immens. 

'Goed iedereen.' Aryan nam het woord. 'Voor ons de hoofdstad. Ons hoofddoel is het presidentiëel paleis. Vermoord hem niet.' Dat laatste werd met heel veel nadruk gezegd.

'Wat gaan we er dan mee doen? Hem rustig verder laten gaan?' zei iemand cynisch.

'Natuurlijk niet. Maar als wij hem vermoorden worden we snel aangewezen als de bad guys.' zei Scott. 'We laten het volk beslissen over zijn lot. Niet alleen wij, maar iedereen. Hij zal berecht worden op basis van zijn misdaden en hoe het volk daarover denkt.' 

'En geen plunderingen of wangedragingen.' zei ik. 'De hoofdstad heeft ons niets misgedaan. Degene die ik betrap op ongepaste praktijken krijgt persoonlijk de pijl van mij. We gaan niet van de ene ramp overgaan naar de volgende.'

'Goed, we zullen ons eerst door die hele massa moeten worstelen, daar mag je mee doen wat je wilt.' zei Aryan nog even. 'En zoals mijn broer en zus al zeiden, geen ongelukjes.' Hij maakte aanhalingstekens in de lucht, waarna hij zich omdraaide richting de stad.

'Laten we gaan.' zei ik. 

The golden bowWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu