Vergiftigd

229 17 0
                                    

'Doe normaal.' fluisterde Scott meteen. Ja, zo slim zijn wij ook wel. We moeten ze niet laten merken dat we weten dat ze ons letterlijk vergiftigd hebben. 

Ik voelde nog een golf braaksel omhoog komen en draaide me snel om. Wel, ik ben in ieder geval al niet degene die dat mag opruimen. Dat is toch al een voordeel. 

'Wat is er gebeurd?' vroeg een verzorgster.

'Ik werd opeens misselijk.' zei ik. Wel, technisch gezien was het ook opeens. Of toch voor mij. 

'Ja. Hetzelfde gebeurde met ons.' zei Aryan, waarna ook daar nog een kotsbui volgde.

'Kom maar mee.' We werden naar onze kamers geleid en meteen in bed gestopt. Er werd een emmer naast mijn bed gezet en daar was ik niet bepaald rouwig om. Dan bleef mijn bed toch een beetje gespaard voor de volgende bewoner van deze kamer. 

'Blijf hier. We willen niet dat het verspreid.' zei één van de verzorgsters die mij meegenomen had. Ik knikte zwak. Die fantano heeft me goed gehad. Gelukkig heeft mijn lichaam de snelle reactie gehad om het uit te kotsen. Dat is de eerste reactie van mijn lichaam op stoffen die daar niet horen. Het was een automatisme, maar het werkte wel niet echt. Of toch niet in dit geval. Met echt gif zou dat nog wel werken. Met Fantano niet. Helaas ging mijn ontbijt daar in één keer mee uit. Ik schuiffelde nog wat dieper onder de lakens. 

'Moet ik iets voor je gaan halen?' 

Ik haalde diep adem en voelde zweet op mijn voorhoofd parelen. Fijn, nu krijg ik er onze versie van koorts ook nog eens bij. 

'Kun je bewaker Everleigh halen?' bracht ik uit. Het ging niet goed. Ik mag het terug uitgekotst hebben, het heeft me geraakt. Veel kans ben ik over enkele uren dood. Als in dood-dood. Ik wil Carter dan toch nog eens zien. 

'Waarom.' 

'Kunt u hem alstublieft gewoon gaan halen.' bracht ik uit, waarna ik mijn tanden op elkaar klapte om een schreeuw tegen te houden. 

'Natuurlijk.' De laatste opvoedster verdween ook en kwam zo'n 10 minuten later terug met Carter. 

'Rose!' Hij kwam naar mijn bed gerend en nam mijn hand vast. 

'Zo.' lipte ik. Hij gaf een bijna onzichtbaar knikje, wetende dat ik het wel zou zien. 

'Ik.. euhm.. zal jullie wel even alleen laten.' zei de vrouw. 

'Bedankt.' zei ik. Ze trok de deur achter zich toe. 

'Wat is er gebeurd!' bracht Carter uit. 

'Ze.. hebben het voedsel vergiftigd met fantano. Ik sterf, Carter. Mijn broers sterven. Iedereen met nog maar 50 procent fantasy in zijn bloed sterft. Ik ben 100.' zei ik. 

'Wat.' fluisterde hij, en ik zag tranen in zijn ogen vormen.

'Fantanovergiftiging. Er is niet veel aan te doen. Het is in heel de geschiedenis nog nooit op de gewone manier genezen.' 

'Je kunt niet sterven.' zei hij, en nu kwamen de tranen ook echt. 

'Iedereen sterft op een dag, Carter.' zei ik. 

'Het is je tijd nog niet.' 

'Misschien niet. Het lot zal me niet gunstig gezind zijn.' zei ik met een klein lachje. 

'Je gaat hier niet sterven, begrepen? Je gaat niet sterven.' 

'Carter..' 

'Ik ga het geneesmiddel zoeken.' zei hij vastberaden. 

'Er is geen geneesmiddel. Dat is het 'm nu net. Ik sterf. Wat je ook doet. Kun je dan niet gewoon bij me blijven in die laatste 4 uur die ik nog heb?' 

'Ik ga je niet laten sterven, Rose.' zei hij. Hij boog voorover en drukte zijn lippen op mijn voorhoofd. 'Ik kom op tijd langs. Je gaat niet sterven. Ik zal het geneesmiddel vinden.' Hij rende er weer vandoor, mij alleen achter latend. En misschien was dat wel beter. 

...

Ik hapte naar adem. Ik kreeg nog amper lucht binnen en mijn bed was ondertussen nat van het zweet. Mijn hele lichaam deed pijn, ik verloor regelmatig het bewustzijn en sommige delen van mijn lichaam waren deels verlamd. Dat is het zo wel ongeveer. Ik moet zeggen. Het was geen pretje. 

Er kwam weer een opvoedster, samen met 2 bewakers binnen. Als ik kon had ik mijn spieren aangespannen, maar ik was kapot moe. Ik wou gewoon mijn ogen sluiten en opgeven, maar dan zou ik zo sterven. Dat wou ik Carter niet aandoen. Ik blijf vechten. Laten we hopen dat mijn broers dat ook doen. 

'Hoe voel je je, 1-348-1732103?' vroeg 1 van de bewakers. 

'Rottig.' zei ik zacht naar waarheid. Ze hoorden het net. Mijn keel voelde aan als schuurpapier en dat was te merken als ik probeerde te praten. 

'Wel, we hebben iets waardoor alle pijn meteen weg zal zijn.' zei de opvoedster. Ik wist wat dat betekende. Al zei de kleur alleen het al. Vloeibare Fantano. Recht in mijn bloedbanen. Het zou het proces afmaken binnen 10 minuten. Ik zou binnen de 2 minuten in een coma raken. Binnen de 7 zouden mijn organen beginnen met het op te geven, en binnen 10 minuten zou ik dood zijn. Ik had eerlijk gezegd gedacht dat ze me zouden laten lijden tot het bittere eind. Dit is misschien beter. Dan is het sneller gedaan. 

De bewakers namen mijn arm vast en ik voelde hoe de naald dichterbij kwam. Ik merkte het doordat mijn -zo al oppervlakkige- adem nog moeizamer ging. 

De naald drong door mijn huid en ik schreeuwde net niet. 

'Zo, dat is ook weer gedaan.' Ze verdwenen ook weer alle 3. 

'Ik heb het geneesmiddel!' Carter kwam mijn kamer ingerend. 'Maar er zijn er maar 2..' Hij moet die 3 tegen zijn gekomen in de gang. 

'Naar mijn broers!' riep ik meteen. 

'Maar.. dan sterf jij?' bracht Carter uit. 

'Je kunt mij terug uit die coma halen als je snel genoeg bent. Mijn broers kunnen je vertellen hoe. Ga eerst hen genezen. Ik zou niet met mezelf kunnen leven anders.' Laat hen het op zijn minst overleven. Ik heb al vrede kunnen nemen met mijn dood. Maar als mijn broers ook moeten sterven? Nee. Dat zou te veel zijn. Al is de kans wel groot dat het al te laat is. 

'Ik zie je terug. Beloof je dat?'

'Ga gewoon!' schreeuwde ik. 


The golden bowWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu