Het paleis

196 12 3
                                    

Ik bleef wat achter toen het leger buiten kwam en begon pijlen af te schieten. De mannen vielen als vliegen, maar het leek alsof er steeds maar bij kwamen. Hoe dan? Rijzen die uit de grond op ofzo?

Al snel was ik het schieten beu. Ik had wat meer actie nodig. Ik greep mijn zwaard en rende naar het strijdgewoel, waar ik meteen 2 mensen de keel over sneed. 

...

Het stijdgewoel duurde immens lang door, maar uiteindelijk lukte het ons om een doorgang te vinden naar het paleis. Ik was de tel al kwijt geraakt van hoeveel mensen ik vandaag vermoord had. Of, beter gezegd, vandaag en gisteren. We waren de nacht al weer door. Zo lang ik bleef vechten bleef de adrenaline stromen, en die had ik nodig. Anders zou ik ter plekke nog in slaap vallen. 

'Scott! Aryan! Carter! Pearl!' riep ik luid, in de hoop dat mijn stem boven het gewoel uit zou komen of ze me op zijn minst zouden kunnen horen. Ik wou de beste vechters wel aan mijn zijde, in mijn eentje ga ik het niet proberen. En liefst ook een variëteit aan wapens. 

Mijn broers konden zich tot naast mij worstelen. 

'Ga!' klonk Pearls stem. Ik draaide mijn hoofd in haar richting, net op tijd om een rode vlek te zien vormen op haar borst, op de plek waar haar hart zat. 

'Laten we gaan.' zei Aryan, die het ongetwijfeld ook gezien had. We werden vergezeld door enkele vechters uit het noorden en enkele fantasy's van wie weet waar. 

'Waar zitten ze denk je?' vroeg ik aan niemand bijzonder. 

'De troonzaal of de beveiligde kamers.' zei iemand uit het noorden.

'De beveiligde kamers zou logischer zijn.' zei een fantasy die ik niet meteen kende.

'Nee. Hij denkt dat we dit nooit kunnen winnen. Hij wilt zijn victorie kunnen overzien van de plek die hij beschouwt als de plek waar iemand onwaardig nooit zou durven komen.' zei Scott. Hij keek voornamelijk naar de fantasy's onder ons. 

'Laten we gaan.' zei ik, mijn staart nog eens aantrekkend, waarna we in een looppas vertrokken.

De troonzaal was niet moeilijk te vinden. Het was net alsof alle wegen ernaartoe leidden. 

De troonzaal was mooi, maar ik zou een duivels plezier gehad hebben mocht ik zelf niet gezegd hebben dat er geen vernielingen mochten gebeuren. 

Witte tegels, rode muren, afgewerkt met goud. Langs de zijkanten stonden allemaal wachters: de persoonlijke wacht van de president, die helemaal vanvoor zat. Recht tegenover de immense houten deuren waar we net door binnen gekomen waren. 

Hij zat op een troon van puur goud met rode kussens. Naast hem stond April. Even zag ik een glimlachje, maar dat verstopte ze al snel. 

April is niet zomaar een dienstmeisje. Hofdame had beter geklonken. 

We kwamen meteen tot stilstand toen de bewakers zich in werking zetten. 

Ik weet niet wie een schild opzette, maar het werkte wel, want de kogels ketsten allemaal erop af. 

'Wacht 2 seconden.' klonk de presidents stem. Meteen hield zijn wacht in, wij ook. Wat voor trucjes ging hij nu weer boven halen? 

'Als dat de drieling Grey niet is.' Ik haalde scherp adem en verstijfde helemaal. Mijn broers hadden een gelijkaardige reactie. 

'Jullie zijn best bekend. De enige drieling in dit continent.' 

Ik keek vanuit mijn ooghoeken naar mijn broers. Waren drielingen zo zeldzaam? 

Aryan gaf zo'n blik van "ik weet niet waar hij het over heeft" en ook Scott wist zo te zien niet echt waar hij het over had. 

'En wat heeft dat ermee te maken?' vroeg ik. 'Wat maakt dat ons aantal iets zeldzamer is?' 

'We zouden zo veel kunnen bereiken, als jullie gewoon meewerkten.' zei hij.

'Denk je echt dat er nog maar één haar op ons hoofd is dat erover nadenkt om met zo'n psychopaat als jou samen te werken?' vroeg Aryan. 'Dan ben je nog stommer als ik dacht.' 

'Zonde. Jullie zijn werkelijk uitzonderlijk.' Mijn broers handen raakten de mijne zacht. Ik merkten dat ze trilden. Volgens mij was ik er niet veel beter aan toe. 

'Wel, we kunnen dat best nog bespreken als je troonsafstand doet.' zei Scott bijdehand. Ik hield de lach net in. Ja. Ik weet niet of het zo makkelijk gaat zijn, maar ik vrees ervoor. 

'Ah, where's the fun in that?' zei ik. 'Ga jullie gang mannen.' Ik trok meteen een krachtveld op om de kogelregen tegen te houden. Toen ik zeker wist dat dat stevig was nam ik mijn zwaard erbij. Dus. Even voor de duidelijkheid: wat wilt hij nu? Ons vermoorden of een bondgenootschap sluiten? Je kan op zijn minst wel een beetje duidelijker zijn. Eens zien of hij nog steeds zo graag ons wilt hebben als hulpjes als hij doorkrijgt wat we zijn. 

Ik zwaaide met mijn zwaard en kon zo toch 2 mannen raken, waarna ik hard naar achter trapte om een volgende al uit te schakelen. Hij greep naar zijn kruis. Jep. Perfect gemikt. Ik draaide me meteen om en stak Waldeinsamkeit vooruit, recht door zijn hart. Amen. 

Ik vraag me eigenlijk wel af waarom 1 persoon 20 lijfwachten nodig heeft. 20! Daar stonden wij mooi met ons 7. 

'Rose!' riep Aryan. Ik draaide me om en zag het probleem al. Eén van de fantasy's die mee was gekomen was gevallen. Niet aan denken. Niet aan denken. Ik rende naar hem toe en sprong in de nek van 1 van mijn broers belagers. Door simpel achterover te leunen trok ik hem ook weer achteruit, waarna ik mijn benen losmaakte, achteruit gooide en flikflakgewijs terug op mijn voeten landde. De man viel nog steeds, en ik gaf zijn hoofd een zetje, waardoor het extra hard de grond raakte. Ik rende meteen terug vooruit om nog iemand neer te krijgen. 

Blijkbaar had ik nu mijn gelijke gevonden, want dit werd wat moeilijker. De eerste slagen konden geblokkeerd worden, maar toen besloot ik mijn supersnelheid in de strijd te gooien en maakte ook deze man geen kans meer. 

En toen gebeurde het.

Ik hoorde het schot eerder als dat ik de kogel zag en het was te laat. 

'Scott!' 

The golden bowWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu