De motregen maakte mijn verse gewassen en gedroogd haar terug nat en kroezig. Geïrriteerd trok ik de kraag van mijn uniformblazer half over mijn hoofd zodat toch een deel van mijn haar beschermd was. Ik had geen zin in school, ik had genoeg van het gedoe rond Michael. Gisteren had ik gehoopt dat een van de twee iets zou laten weten of me zou vergeven, maar het bleef stil. Ook Harry had niet meer geantwoord. Gelukkig was mijn moeder er geweest om mijn gedachten te verzetten, anders had ik allang naar hen gebeld of naar hen toe gefietst. Ik kon al die onwetendheid gewoon niet aan. Ik en m'n mam hadden gisteren een vreselijk slechte maar grappige film gezien. Het was zo onnozel, dat het grappig was. We hadden popcorn gemaakt en het ons gezellig gemaakt in de woonkamer met dekentjes. Het had erg goed geholpen om mijn gedachten te verzetten tot ik naar mijn kamer ging en in mijn bed kroop. Uren keek ik starend naar het plafond in de duister, denkend aan Harry, aan Michael en aan Anaïs. Aan de volgende dag die ik niet zag zitten. Maar ik moest wel. En daarom zat ik nu dus op mijn fiets, fietsend richting school. De motregen ging over in stortregen en ik haastte me naar de fietsenstalling. Ik zette mijn fiets weg en wachtte even tot de hardste regen over was. Ik liep zo snel als mogelijk naar de overkant van de speelplaats, tot ik veilig onder het afdak stond. Zoekend keek ik rond of ik Michael of Anaïs zag, maar ze waren er nog niet. Ik zag June zitten, en liep op haar af. Ze zag me en gaf me een stralende witte glimlach. Er zaten nog wat andere meisjes bij, sommigen zaten dit jaar in mijn klas. Anderen had ik ooit al eens gesproken, maar kende ik niet echt. Ik ging naast June zitten en keek haar wanhopig aan. Haar stralende glimlach verdween en ze keek me bezorgd aan. "Hey, wat is er? Ging het niet goed gisteren?" Ik had stress, stress voor het gesprek met Anaïs en Michael. Ik haalde zenuwachtig mijn schouders op. "Kom op, vertel dan!", zei ze en ze duwde me zachtjes tegen mijn schouders. Ik zag dat een paar meisjes die rechtstonden voor het bankje hun oren spitsten. Maar dat boeide me niet. Net toen ik wilde vertellen hoe het was gegaan, wrongen twee meisjes zich tussen de rechtstaanden door. "Cecille, gefeliciteerd met Michael! Ik wist niet dat jullie ooit echt een koppel zouden worden, nadat jij vaak genoeg had gezegd dat je niks in hem zag. Maar kijk!" Het waren Felicity en Phoebe. Phoebe klapte vrolijke in haar handen en begon te giechelen. Hoe wist plots iedereen dat nou? "Ne-nee, het is nie-", begon ik, maar Emilia, die ook in de groep stond, ving het nieuwtje op, en keek me met grote ogen aan. "Ben jij samen met Michael?!", riep ze uit. Ik schudde hevig mijn hoofd, maar daar had ze geen aandacht meer voor. De rest van de groep begon ook mee te doen en feliciteerden me. Ik wilde telkens zeggen dat het niet klopte, maar ze onderbraken me voortdurend. Ze begonnen zelfs te applaudisseren. "Ugh!", riep ik geërgerd uit en begroef mijn gezicht in mijn handen. "Hey, kappen nou!", riep plots iemand luid uit. Het was de normaal zachte stem van June, die nu luid en geïrriteerd was. Iedereen stopte abrupt en keken June geschrokken aan. Ik keek op, de aandacht was volledig op mij gericht. Eindelijk. Ik zuchtte en begon:"Ik en Michael zijn niet samen. Het is allemaal een groot misverst-" Geschrokken stopte ik met praten en staarde naar het gestalte dat midden op de speelplaats stond, zoekend of ze iemand herkende. Het was Anaïs. Zo snel als ik kon, sprong ik op met mijn spullen en liep op haar af. Ze zag me aankomen en glimlachte flauwtjes. Plots vertraagde ik en bleef op een afstand van 1 meter staan. Ik glimlachte kort terug. Ik wist niet wat ik moest zeggen, ik stond er maar als een domme geit naar haar te staren. Misschien was ik best blijven zitten, ik was impulsief opgestaan en naar haar toe gegaan, maar ik had niets meer te zeggen. Ze zuchtte en stapte naar me toe. Tegen mijn verwachtingen in omhelsde ze me zo stevig, alsof ze me wilde troosten. Ik schrok even maar sloeg toen ook mijn armen om haar heen. Zo bleven we even staan, in het midden van de speelplaats. Het begon weer harder te regenen, maar ik voelde het niet. Het gaf ook niet dat mijn haar nu nog kroeziger zou worden, dit moment was veel belangrijker. Na een tijd stopte ze de omhelzing en keek me verdrietig aan. "Het was een afschuwelijke avond gisteren. Ik moest constant denken aan jou, ik kan echt geen ruzie hebben met je. Het maakt me kapot." Ik glimlachte. "Bij mij net hetzelfde, ik ben blij dat het weer goed is." Ze knikte traag. "Betekent dat dat je me vergeeft?", vroeg ik lief. Ze grinnikte en knikte weer. "En hoe zit het met Michael?", vroeg ik terug ernstig. Ze haalde haar schouders op. "Toen jij wegging, ben ik kort daarna ook weggegaan. Ik heb geen woord meer met Michael gewisseld." Ze staarde naar de grond. Het moet moeilijk zijn voor haar, hoe kun je nu een relatie beginnen met iemand die hopeloos verliefd blijft op een ander, en als die ander dan toehapt, haar meteen vergeet? Ik zou Michael ook niet vertrouwen. Ik keek op toen ik een gestalte dichterbij zag komen. Het was Michael. Ik keek Anaïs haastig aan, maar ze bleef ononderbroken de grond bestuderen. Of gewoon aanstaren met wazige ogen. Michael kwam aan en keek me vluchtig aan. Zijn blik was koud. Dit zou lang niet zo makkelijk gaan als met Anaïs. Hij raakte Anaïs haar schouder aan, waardoor ze opkeek. Michael gaf haar een warme glimlach. Ze lachte kort terug en keek mij aan. Wat was dit voor gedoe? Ugh, ik kon er niet meer tegen! Geërgerd zette ik mijn handen in mijn zij. "Kan het alsjeblieft stoppen nu? Ik weet dat ik een grote fout heb gemaakt je me te laten zoenen en laten denken dat we samen waren, maar zo bedoelde ik het dus niet. Ik wilde je gewoon niet kwetsen. Kunnen we nu gewoon verder gaan met onze levens? Zoals normaal?" Michael keek me meteen kwaad aan. "Voor jou is het allemaal gemakkelijk, jij bent niet degene die al zo lang verliefd is op iemand, dan eindelijk denkt dat ze ook verliefd is op jou om dan de volgende dag harteloos gedumpt de worden omdat ze me gewoon niet wilde kwetsen." Ik schrok van de woorden. Boos draaide hij zich om en beende weg. De bel ging. Ik keek Anaïs weer aan, had ik het nu weer verprutst? Ze haalde haar schouders niet-wetend op. "Ik moet gaan, naar de rij. Raar dat ik niet meer met jou in de klas zit", zei ze. Ze omhelsde me snel en liep weg. Ze was een beetje down, voelde ik. Ik zuchtte en liep ook naar mijn rij, waar June me opwachtte. "Alles goed?", vroeg ze aarzelend. Ik schudde mijn hoofd. "Ik vertel het je zo", zei ik stil en liep het schoolgebouw binnen.
Mevrouw Bars probeerde voor de derde keer uit te leggen waarover het dit jaar bij wiskunde ging, maar niemand begreep er iets van. En het was nog maar de eerste les! Ze was meteen nadat iedereen zijn naam had gezegd begonnen met de les. Ik had totaal geen aandacht voor haar gehad. Zelfs toen het mijn beurt was om mijn naam te zeggen, had June me eerst met haar elleboog moeten porren voordat ik reageerde. Mijn gedachten gingen razend tekeer. Eerst dacht ik steeds aan Michael, maar nu begon ik te denken aan Harry. Hij had ook nog niets laten weten en ik maakte me zorgen. Wat als hij het wilde uitmaken? June zat stil naast me en keek me soms vluchtig aan. Ik had haar verteld hoe het was gegaan en ze had me gezegd dat alles wel zal goedkomen, maar niemand kon me geruststellen over Harry. Ik kon ook niemand vertellen over Harry, en het werd moeilijk om het op te kroppen. Ik had nood om met iemand te praten, maar met wie kon ik er nu over praten zonder het te verklappen? Aan welke mensen kon ik het vertellen zonder dat de hele wereld ervan zou te weten komen? Mijn moeder, Anaïs? Nee, ik had Harry beloofd dat niet te doen. Maar wie dan? Hopeloos zocht ik naar een persoon. Mijn brein ging als een gek tekeer, maar ze werden bruut onderbroken door mevrouw Bars harde stem die mijn naam riep. "Cecille! Antwoord! Waar zit jij toch met je gedachten?" Ze keek me streng en ook een beetje bezorgd aan. Ze dacht waarschijnlijk dat ik concentratieproblemen had. Ik knipperde een beetje verward met m'n ogen. "Nou?", riep ze nog eens luid,"wat is het antwoord op de oefening?" Ik keek naar het bord maar ik nam de oefening niet in me op. Ik bleef mijn gedachten doorzoeken naar een persoon. Ik staarde wazig het bord aan. Ik hoorde Bars zuchten. Ze wilde net iemand anders aanduiden, toen ik plots mijn adem luid vasthield. Ze keek me verward terug aan. "Weet je toch het antwoord?", vroeg ze me. Ik mompelde een naam. Ik had een geschikt persoon gevonden! Dat ik daar niet eerder had aan gedacht! Hoe dom kon ik zijn? Ik schrok een beetje wakker van het gelach van mijn klasgenoten. Ik keek rond en zag alle gezichten die naar mij gedraaid waren. Ik keek snel met een rood hoofd weer naar voor. Had ik nu echt de naam door de klas gezegd? Ik hoop van niet! Ik hoorde Glenn vanachter in de klas door het lokaal roepen:"Wat is zij wazig zeg! Neem jij drugs ofzo? Volgens mij ben je zo high als wat." De klas lachte. Ik had dus wel de naam door de klas gezegd. Maar waarschijnlijk zo stil en onduidelijk, dat het leek alsof ik als een gek tegen mezelf praatte ofzo. Ik keek beschaamd naar mevrouw Bars. "Let alsjeblieft beter op juffrouw Aradel, en na de les wil ik je even spreken." Ze keek me streng aan. De rest van de les hield ik me stil en probeerde op te letten. Maar ik was zo blij dat ik iemand gevonden had! Ik had zoveel zin om die persoon te bellen! Toen de les eindelijk voorbij was, liep ik snel naar Bars toe. Ze keek me bezorgd aan. "Cecille, ik zal het maar niet te lang houden, maar is er misschien iets? Je bent met je gedachten echt helemaal ergens anders, en je mompelde daarnet iets? Wat was dat? Ik wil graag dat je oplet. Heb je misschien problemen thuis? Met je vrienden?" Wat was dit nou voor ondervraging? Ja, ik had best wel problemen, maar dat ging ik echt niet aan haar vertellen. Ik glimlachte gemaakt. "Nee hoor, alles is prima. Het is gewoon de eerste les, maar ik zal beter mijn best doen. Tot morgen." Het gemompel liet ik maar voor wat het was. Zonder nog maar een keer om te kijken, liep ik het klaslokaal uit, op naar mijn volgende les. Ik huppelde, ik was eindelijk nog eens blij sinds ik Harry had ontmoet.
JE LEEST
Waves (ft. Harry Styles 1D)
FanfictionIk schoot opgewonden recht en net als ik wil beginnen lachen om hun geschrokken gezichten, maken die gezichten me doodstil. Vier geschrokken ogen keken me aan, bang en angstig, en de mijne schoten van de ene naar de andere. Wacht eens even. Het bloe...