Hoofdstuk 289

567 7 19
                                    

Liedjes voor dit hoofdstuk:

Robbers - The 1975

Volcano - Damien Rice

Same as you - The Fray

Be yours - Betsy Phillips

Tessa's POV.

"Ben je er klaar voor om naar binnen te gaan?" Mijn stem is niks meer dan fluistering die de stilte tussen ons verbreekt. Hij heeft nog niks gezegd en ik heb de afgelopen twintig minuten niks weten te bedenken dat het waar is om te zeggen.

"Ben jij dat?" Hij staat op en veegt de aarde van zijn broek af.

"Als jij dat bent."

"Dat ben ik, maar als je graag wilt blijven praten over naar binnen gaan kunnen we dat ook doen." Hij lacht sarcastisch.

"Ha-ha." Ik rol met mijn ogen. Hij steekt zijn hand uit om me weer overeind te helpen. Hij slaat zijn hand zachtjes rond mijn pols en trekt me overeind. Hij laat me niet los, maar steekt zijn hand in de mijne.

Ik zeg niks over zijn zachte aanraking, of het feit dat hij me aankijkt op een bekende manier, de manier waarop hij eruitziet met zijn woede gemaskeerd, overheerst zelfs, door zijn liefde voor mij. Het is doe blik, die rauwe en ondoordachte blik op zijn gezicht dat me er aan herinnert dat een deel van mij deze man nodig heeft en meer van hem houdt dan ik eigenlijk toe wil geven.

Er zit geen plan achter zijn aanraking, het is geen doordacht gebaar als hij zijn arm rond mijn middel slaat als we weer naar binnen lopen.

Er wordt geen woord bespoken, alleen maar een bezorgde blik van Karen. Haar hand ligt op dit van haar man die voorovergebogen met Liam die weer aan de eettafel zit. Sophia is niet langer in de kamer. Ik neem aan dat ze weg is gegaan na alle chaos. Dat neem ik haar niet kwalijk.

"Gaat het?" Karen richt haar aandacht op Harry. Liam kijkt tegelijkertijd als Ken op. Ik stoot Harry zachtjes aan.

"Wie, ik?" vraagt hij verbaasd. Hij stopt voor de trap en ik bots tegen hem aan.

"Ja liefje, gaat het?" verduidelijkt Karen. Ze veegt haar haar achter haar oor en zet een stap richting ons toe met haar hand op haar buik.

"Je bedoelt," Harry schraapt zijn keel, "ga ik in een woede aanval uitbarsten en je zoon in elkaar slaan? Nee."

Karen schudt met een geduldige blik haar hoofd. "Nee, wat ik bedoelde is, ben jij oké? Is er iets dat ik voor je kan doen, dat is wat ik bedoelde."

Hij knippert een keer en herselt zichzelf. "Ja, ik ben oke."

"Als het antwoord op die vraag verandert, laat het me dan weten. Oké?"

Hij knikt een keer en leidt me naar boven. Ik kijk terug naar beneden naar Liam en gebaar dat hij me moet volgen, maar hij sluit zijn ogen en draait zijn gezicht weg.

"Ik moet Liam spreken," zeg ik tegen Harry, terwijl hij de deur naar zijn kamer opent.

Hij doet het licht aan en laat mijn arm los. "Nu?"

"Ja, nu."

"Op dit moment?"

"Ja."

Op het moment dat ik het zeg, heeft Harry me tegen de muur. "Dat weet je zeker?" Hij leunt tegen me aan, zijn adem warm tegen mijn nek. "Weet je het heel zeker?"

Ik weet eigenlijk niks zeker.

"Wat?" Mijn stem is dik, mijn hoofd troebel.

Ik denk dat je me zou kussen. Hij drukt zijn lippen tegen de mijne, en ik kan het niet helpen dat ik er in lach, in de waanzin, in de opluchting van zijn genegenheid. Zijn lippen zijn niet zacht; ze zijn droog en gebarsten, maar zo perfect, en ik hou van de manier waarop zijn tong rond de mijne loopt, in mijn mond duwt, me niet de mogelijkheid geeft om te overdenken of weg te trekken.

After 3 (Dutch/Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu