Hoofdstuk 18

2K 132 1
                                    

Ik knipper nog een paar keer goed met mijn ogen en dan merk ik dat ik alleen maar in een witte ruimte ben.
Er buigt een dokter over mij heen.
'Aah je bent dus wakker.' Hij glimlacht en kijkt op zijn papiertje.
Ik ga een beetje rechtop zitten.
'Wat is er gebeurt?' vraag ik met een bibberende stem.
De dokter kijkt me vriendelijk aan. 'Uit de test blijkt dat je gisteren teveel hebt gedronken en in combinatie met het simulatie serum is het je een beetje fataal geworden,' verteld hij, 'maar niet alleen de alcohol, ook de cocaïne.'
Ik schrik op.
'Cocaïne?' vraag ik.
'Ja, je hebt cocaïne gebruikt. dus de volgende keer als je niet weer wilt flauwvallen, gebruik er wat minder van en dan moet het wel goed komen.' ik kijk hem met grote ogen aan.
Het maakt hem helemaal niks uit of ik nou wel of niet gebruik.
'Is het hier niet straffelijk?'
'Ja, eigenlijk wel maar dat maakt niet uit, jullie zijn toch over een paar dagen dood.'
Een steek recht door mijn hart.
Hoe kan hij dat zeggen? Praten ze er hier zo koeltjes over?
'Verder moet ik nog even één controle uitvoeren en dan mag je weer gaan,' zegt hij en hij typt wat dingen.
Ik moet wat oefeningen doen en dan sta ik alweer naast mijn bed.
'Als je hier naar buiten loopt kom je recht tegen over de tennis baan uit en dan is het maar vierhonderd meter lopen en dan ben je bij je huis.' glimlacht hij. hij wilt weglopen maar draait zich nog een keer om.
'Succes hè? en je weet het: Keep yourself up, and leave the fear behind you!' ik knik en glimlach als een boer met kiespijn.
Ik wacht net zolang tot hij weg is en loop dan richting de uitgang.

Ik sluit de voordeur achter me dicht en ga op de grond zitten met mijn rug tegen de deur.
Wat is me nou net allemaal overkomen? ik haal mijn handen door mijn haren.
Ik probeer me te herinneren wat ik heb gedroomd en heb gezien in de simulaties maar het is allemaal een zwart gat voor me.
Ik sta op en loop naar boven.
In mijn kamer plof ik op mijn bed en doe mijn hoofd onder mijn kussen. Ik moet rust hebben.
Ik leg mijn hoofd op mijn kussen en sluit mijn ogen.
Net als ik in slaap val gooit Liv de deur open.
'Luna! waar was je? toen ik wakker werd was je er niet meer!' Liv komt naast me op bed zitten.
'Ik ben flauw gevallen, denk ik.'
Liv trekt haar wenkbrauw op.
'Door teveel alcohol en..' ik stop even.
'En wat?'
'Door de Cocaïne.' Liv's ogen worden groot maar dan verschijnt er een super grote lach op haar gezicht.
'Het was zeker de eerste keer dat je gebruikte?' Ze staat op en loopt richting de badkamer. Ze bekijkt zichzelf in de spiegel.
'Ehh ja! en weetje wat die dokter zei? Ik vroeg dus of het niet straffelijk was, waarop hij zij: ''Ja eigenlijk wel, maar jullie zijn toch binnen een paar dagen dood.'''
Liv begint te lachen. 'die vind ik wel goed bedacht.' grinnikt ze.
Ik kijk haar met open mond aan.
'Dat kan je toch niet zo zeggen!' roep ik.
'hun dus duidelijk w..' Ze maakt haar zin niet af maar wijst naar mijn zij.
Ik kijk naar beneden en ik zie dat mijn shirtje omhoog is gekropen en mijn blauwe plek duidelijk zichtbaar is.
Snel trek ik het naar beneden.
'Wat is er met jou gebeurd?' verschrikt kijkt ze me aan.
'Ach, gewoon een blauwe plek, niks bijzonders.'
Liv loopt op me af en trekt mijn shirtje omhoog.
'Niks bijzonders? Er zit een blauwe plek op je heup die de grote heeft van een hand!' roept ze.
'Shhtt, niet zo hard! ik heb er geen last meer van dus er is niks aan de hand.' Liv staat weer op.
'Meid, het zou me niks verbazen dat die dude je heeft verkracht.' Liv loopt naar haar kast.
'Welke dude?' vraag ik geschrokken.
'die dude waarmee je de hele avond mee hebt gedanst.' ik ga rechtop zitten en ik kijk haar aan.
'Hoe heet hij!' roep ik.
'Geen idee, hij kwam uit één van de andere huizen. Misschien moet je maar aan Alice vragen, zij weet er meer van.' zegt ze en ze pakt een spijkerbroek met een zwart topje en een aztec vestje uit de kast.
Ik sta op en loop naar de deur toe en net als ik hem open wil maken staat Maya ervoor.
'Mensen, we hebben kerk dienst!' roept ze.
'WAT! ik ben nog niet eens klaar!' roept Liv.
'Sorry, maar ze zijn het vergeten om het bij ons op het rooster te zetten.' zegt Maya.
'Zou ik zeggen dat je wat later komt?' vraag ik.
Liv knikt en net als ik wil verder lopen kijkt Maya me raar aan.
'Wil je zo naar de kerk gaan?' ik kijk naar mezelf en ik merk dat ik mijn simulatie kleren nog aan heb.
Snel ren ik terug naar de kast en trek het eerste wat ik zie aan.
Dat is dus een zwarte broek met een wit shirt met schoentjes erop.
Ik haal mijn haar uit de knot en dan loop ik achter Maya aan de trap af.

The SimulationsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu